36 Amerikaanse staten zijn een gezamenlijke rechtszaak begonnen tegen Google over mogelijk machtsmisbruik van de Play Store. De staten vinden dat Google zijn macht misbruikt met de regels die het oplegt aan appmakers en met het geld dat ze moeten afstaan.
De aanklacht is aangespannen door de openbaar aanklagers van 36 staten en het District of Columbia, schrijven Amerikaanse media. De zaak wordt geleid door de staten Utah, North Carolina, New York en Tennessee en is ingediend in Californië. De staten reageren met de zaak op zorgen van appontwikkelaars, die zeggen dat Google te veel commissie vraagt voor het doen van in-app-aankopen. Door de dertig procent commissie boven op de transactiekosten moeten de ontwikkelaars volgens de aanklacht meer geld vragen voor hun producten. Onlangs verlaagde Google die commissie voor ontwikkelaars die minder dan een miljoen dollar verdienen.
Ook vinden de aanklagers dat Google zijn machtspositie misbruikt. Het marktaandeel van de Play Store zou zo groot zijn dat Google 'geen geloofwaardige dreiging' zou voelen en de vrije markt geen druk kan uitoefenen om de commissies te verlagen.
De aanklagers zeggen dat Google 'anticompetitieve manieren heeft gebruikt om concurrentie in de distributie van Android-apps te onderdrukken'. Het bedrijf zou zich volgens hen actief op concurrerende appwinkels hebben gericht, en hebben gezorgd dat ontwikkelaars geen redelijk alternatief hebben behalve hun apps in de Play Store te publiceren.
Google haalt in een reactie fel uit tegen de aanklacht, die volgens het bedrijf op meerdere manieren zaken verkeerd voorstelt. Google zegt dat Android juist zorgt voor meer concurrentie, omdat het besturingssysteem open is en andere appwinkels wel degelijk zijn toegestaan. Het bedrijf zegt dat veel Android-toestellen meerdere appwinkels hebben, en dat gebruikers apps kunnen sideloaden. Ook haalt Google cijfers aan waaruit blijkt dat ontwikkelaars juist veel geld verdienen via de Play Store. Er zou bovendien wel degelijk concurrentie zijn, stelt Google, omdat bijvoorbeeld Apple ook een appwinkel heeft.
Google noemt de rechtszaak 'waardeloos'. "We begrijpen dat controles nodig zijn en helpen graag mee met autoriteiten", zegt het bedrijf, "maar deze rechtszaak gaat niet over het helpen van 'the little guy' of het beschermen van consumenten. Het gaat over het verbeteren van een handjevol grote ontwikkelaars die de voordelen van Google Play willen hebben zonder ervoor te betalen."