Opsporingsdiensten zaten al veel eerder in het netwerk van de versleutelde chatdienst EncroChat dan gedacht. Daardoor kon de politie de administratie van de dienst bekijken, en mogelijk berichten ook al eerder ontsleutelen dan tot nu toe bekend was.
Dat meldt het Algemeen Dagblad op basis van interne dossierstukken. Volgens de krant hadden de Nederlandse en Franse politie- en justitiediensten al sinds zeker januari 2019 toegang tot de administratie van EncroChat. Die dienst werd deze zomer offline gehaald. De politie zei toen dat ze twee maanden tussen april en juli in real time konden meelezen met ruim 20 miljoen berichten. EncroChat was een dienst waarbij berichten via otr werden versleuteld. De dienst was vooral populair bij criminelen.
Nu blijkt uit documenten die het AD zag dat de politie al begin 2019 in het systeem van EncroChat was doorgedrongen. Daar konden ze meekijken met de administratie van het bedrijf. Er is volgens de krant onder andere 'een overzicht van sales, zendingen en financiën' gevonden.
Vanaf die periode is er ook een lijst aangemaakt met geactiveerde gebruikersnamen. De krant schrijft ook dat er sinds januari 2019 foto's en notities van gebruikers zijn buitgemaakt. Ook die werden versleuteld opgeslagen, maar volgens het dossier zijn de sleutels daarvoor 'mogelijk aanwezig in telefoondata'. Uit het dossier blijkt ook dat het Nederlands Forensisch Instituut eind 2019 al verschillende EncroChat-telefoons wist te kraken, maar dat zou geen verband houden met de actie van de politie.