De rechtbank in Amsterdam heeft een crimineel veroordeeld mede op basis van informatie die werd verkregen door het ontsleutelen van een grote hoeveelheid berichten die via pgp-telefoons werden verstuurd.
De verdediging verzocht de rechtbank om het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren, omdat de servers van Ennetcom onrechtmatig in beslag genomen zouden zijn. De rechter ging hier niet in mee en oordeelde dat alleen enkele berichten tussen advocaat en verdachte niet als bewijs werden meegenomen.
De Ennetcom-servers bevonden zich in Canada en speelden een centrale rol bij het afgeschermde netwerk waarmee de pgp-toestellen communiceerden. In de praktijk ging het veelal om Blackberry-telefoons, die berichten versturen die via pgp versleuteld zijn. Op de door de Canadezen verstrekte kopie van de servers trof de politie in 2016 in totaal 7TB aan data aan van 3,6 miljoen versleutelde berichten, verstuurd via zo'n 40.000 smartphones. Omdat de politie en het OM ook over de encryptiesleutels beschikten, konden ze de encryptie van de berichten ongedaan maken.
Uit het ontsleutelde berichtenverkeer blijkt hoe de verdachte een sturende rol had bij een liquidatiepoging en hoe de schutters aan hem verantwoording moesten afleggen toen die poging mislukte. De crimineel kreeg donderdag een gevangenisstraf van achttien jaar opgelegd. Overigens was er naast het Ennetcom-berichtenverkeer voldoende bewijs tegen hem. De verwachting is hoe dan ook dat de gegevens van pgp-telefoons vaker door het OM gebruikt gaan worden bij zaken tegen criminelen nu de rechtbank deze als bewijs heeft toegestaan.