Een rechtbank in de VS heeft in hoger beroep besloten dat een collectieve rechtszaak uit 2015 over gezichtsherkenning door mag gaan. Facebook wilde dat blokkeren, maar daar gingen de rechters niet in mee. Deze privacyzaak kan uiteindelijk leiden tot een hoge schadevergoeding.
In de uitspraak draaide het vooral om de vraag of de klagers op grond van de Biometric Information Privacy Act uit de staat Illinois het recht hadden om via een collectieve zaak een schadevergoeding te kunnen eisen. Een lagere rechtbank had dat goedgekeurd en de drie rechters van de rechterlijke instantie uit San Francisco gaan daarin mee. Ze zien daartegen geen juridische bezwaren. Facebook had aangevoerd dat de klagers geen concreet bewijs van inbreuk op hun privacy hadden aangetoond en dat de aantijgingen dermate uniek zijn dat ze alleen in individuele rechtszaken thuishoren en niet in een collectieve zaak.
Een van de rechters gaf aan dat de wet uit Illinois erop is gericht om de concrete privacybelangen van mensen te beschermen en omdat Facebook volgens de klagers biometrische data heeft gebruikt om een gezichtstemplate voor de gebruikers te creëren, heeft het bedrijf volgens de rechters mogelijk hun concrete belangen en privéaangelegenheden met voeten getreden. Dat was voldoende voor de rechters om de collectieve zaak niet te blokkeren. Het draait hier specifiek over gezichtsherkenning, onder meer in de vorm van de tag-suggesties die Facebook aanbiedt, zodat gebruikers op eerder geüploade foto's hun vrienden automatisch kunnen markeren.
Of er inhoudelijk daadwerkelijk sprake is van een privacyschending door Facebook en dus een schending van de Biometric Information Privacy Act zal in een latere fase moeten blijken. Het uiteindelijke schadebedrag kan behoorlijk oplopen, aangezien deze wet voorschrijft dat er 1000 dollar schadevergoeding geldt bij nalatigheid en tot 5000 dollar bij roekeloosheid of bewuste overtreding van de regels. Een advocaat zei tegen Reuters dat de collectieve zaak om 7 miljoen Facebook-gebruikers kan gaan. De uiteindelijke schadevergoeding kan daarmee in theorie oplopen tot vele miljarden dollars.
Facebook heeft in een e-mail aan Reuters aangegeven dat het van plan is om in beroep te gaan tegen de uitspraak. Een woordvoerder zegt dat het bedrijf altijd open is geweest over het gebruik van gezichtsherkenningstechnologie en dat mensen het altijd aan of uit kunnen zetten.