Tientallen Nederlandse gemeentes zetten nog steeds wifitracking in. Het zou om zeker zestig gemeentes gaan, en mogelijk nog meer. Dat meldt de Volkskrant op basis van de gegevens van de twee grootste bedrijven die de technologie leveren.
De Volkskrant deed navraag bij twee grote bedrijven, CityTraffic en Locatus. Die gaven aan nog steeds wifitrackingtechnologie te leveren aan respectievelijk 'een tiental' en 'vijftig à zestig' gemeentes. Onder andere Amsterdam, Rotterdam en Leiden nemen de technologie af van CityTraffic.
Het aantal wifitrackers in gemeentes is opvallend. De Autoriteit Persoonsgegevens concludeerde vorig jaar nog dat zulke tracking bijna altijd in strijd is met de wet, behalve in uitzonderingsgevallen. Daarop besloten Locatus en CityTraffic te stoppen met het volgen van winkelbezoekers in een aantal grote steden. Dat gebeurde op verzoek van de steden zelf. In ieder geval in Apeldoorn, Arnhem, Den Haag, Deventer, Groningen, Leeuwarden en Zutphen, stopten de bedrijven met tracken, meldde De Stentor destijds. Blijkbaar zijn er nu dus nog steeds steden waar de technologie alsnog wordt ingezet. Zowel CityTraffic als Locatus was vrijdag niet bereikbaar voor commentaar.
In december liet minister Dekker van Rechtsbescherming nog weten niet exact te weten in welke Nederlandse steden er overal wifitracking werd ingezet. Ook nu is het nog steeds niet bekend hoeveel gemeenten er gebruik van maken. Dat is ook niet bekend bij de Vereniging Nederlandse Gemeenten.
Met wifitracking worden de mac-adressen van telefoons van bijvoorbeeld winkelaars verzameld. Daarmee kunnen bedrijven bezoekersstromingen in kaart brengen, en een beeld schetsen van hoeveel unieke personen ergens voorbij lopen en wanneer dat gebeurt. De bedrijven verkopen die datasets vervolgens aan andere bedrijven zoals winkeliers, of aan gemeentes. Ook verkopen de bedrijven de technologie door aan gemeentes zodat zij haar zelf in kunnen zetten. Dat laatste gebeurt bijvoorbeeld in Amsterdam, waar de gemeente wifitracking inzette om de drukte op de Wallen te meten.
Inmiddels werkt de brancheorganisatie voor Marketing-Insights, Onderzoek en Analytics aan een opt-out-register waar gebruikers hun mac-adres in kunnen opnemen. Onlangs bleek wel dat de Autoriteit Persoonsgegevens dat register nog niet had ontvangen, terwijl dat wel had gemoeten.