Verschillende ontwikkelteams van Google die aan project Dragonfly werkten, de gecensureerde Chinese zoekmachine van het bedrijf, zijn op andere projecten gezet na interne kritiek binnen Google over de ontwikkeling. Dat claimt The Intercept op basis van twee bronnen.
Verschillende ontwikkelteams werken nu aan projecten voor India, Indonesië, Rusland, het Midden-Oosten en Brazilië in plaats van China, volgens de site. The Intercept is de site die het bestaan van project Dragonfly binnen Google in augustus wereldkundig maakte. Project Dragonfly zou 'effectief beëindigd zijn'.
De ontwikkelaars zouden ook geen toegang meer hebben tot de data van de Chinese site 265.com. Google kocht deze populaire site om deze, in de woorden van The Intercept, als honeypot in te zetten en inzicht te krijgen in de zoekacties van Chinezen. De site verwijst zoekacties door naar de Chinese zoekmachine Baidu maar Google kon door de analyse van zoekopdrachten Dragonfly verbeteren en een lijst van door de overheid geblokkeerde sites opstellen.
"De 265-data was een integraal onderdeel van Dragonfly. Toegang tot de data is nu geblokkeerd, waardoor de voortgang is gestopt", aldus een van de bronnen. De Dragonfly-teams hadden toegang tot de zoekopdrachten zonder dat de privacyteams binnen Google daar weet van hadden. Dat zou tot interne conflicten hebben geleid.
Het stoppen met de ontwikkeling zou een strop zijn voor met name de ceo Sundar Pichai, die hernieuwde toegang tot de omvangrijke Chinese markt als een prioriteit gezien zou hebben. De ontwikkeling van een Chinese zoekmachine die zich aan de regels in het land moest houden en mogelijkheden voor censuur bood, kreeg veel kritiek binnen Google. Medewerkers wilden niet dat hun bedrijf meewerkte aan staatssurveillance. Pichai verklaarde meerdere keren dat er geen concrete plannen waren de zoekmachine te introduceren.