Uitgelekte documenten, die in handen zijn van The New York Times, wijzen erop dat er twee rechtszaken zijn aangespannen tegen het Israëlische beveiligingsbedrijf NSO Group. De zaken zouden zijn aangespannen door slachtoffers, die het bedrijf van spionage beschuldigen.
Volgens de krant zijn de aanklachten ingediend in Israël en in Cyprus, respectievelijk door een burger van Qatar en door een groep Mexicaanse journalisten en activisten. Allemaal zouden ze het doelwit zijn geweest van de malware van het bedrijf. De advocaat in de Israëlische zaak zegt tegen The New York Times dat de aanklacht duidelijk moet maken dat de wet de achterstand op de techniek moet inhalen en dat makers van spyware medeplichtig zijn aan de privacy-inbreuken die ermee worden begaan. NSO Group wilde niet op de aanklachten reageren tegenover de krant. Het bedrijf zei in een ander statement dat zijn producten alleen ingezet dienen te worden voor de bestrijding van terrorisme en misdaad.
Dat zou ook de voorwaarde van NSO geweest zijn toen het zijn producten aan Mexico verkocht, maar volgens de krant waren daar ook mensenrechtenadvocaten, journalisten en activisten het doelwit. In de andere zaak zou uit documenten blijken dat het bedrijf actief heeft meegeholpen om teksten van phishingberichten op te stellen met behulp waarvan malware op een apparaat geïnstalleerd kon worden. Ook zou het geholpen hebben de buitgemaakte gegevens te versturen.
In de documenten wordt een voorbeeld aangehaald dat leiders van de Verenigde Arabische Emiraten bewijs van NSO wilden dat het product ook daadwerkelijk functioneert. Ze vroegen daarom om opnames van telefoongesprekken van de emir van Qatar, van een Saudische prins en van een journalist. NSO zou vier dagen later met twee opnames van gesprekken van de journalist over de brug zijn gekomen, die aan The New York Times bevestigde dat hij de gesprekken had gevoerd en dat hij niet wist dat hij in de gaten werd gehouden.
Bij de eerdergenoemde malware zou het om de zogenaamde Pegasus-variant gaan, die in 2016 werd ontdekt dankzij mensenrechtenactivist Ahmed Mansoor. Naast een iOS-versie, die gebruikmaakte van drie zero-days en een toestel na een klik op een link kon jailbreaken, bleek er later ook een Android-versie te bestaan. Die zou zijn ingezet om 35 apparaten in Israël, Georgië, Mexico en Turkije aan te vallen. In juli kwam het nieuws naar buiten dat een voormalig NSO-medewerker Pegasus probeerde te verkopen voor 50 miljoen dollar.