De Entertainment Software Association verzoekt wereldgezondheidsorganisatie WHO om excessief gamen niet als een stoornis te erkennen. Gaming Disorder staat in een voorlopige revisie van de WHO-classificatie van aandoeningen.
Volgens de ESA, waarbij vrijwel alle grote game-uitgevers zijn aangesloten, zorgt het erkennen van excessief gamen als officiële stoornis ervoor dat geestelijke gezondheidskwesties zoals depressies getrivialiseerd worden. Daarom verzoekt de brancheorganisatie de WHO om de voorgestelde maatregelen te heroverwegen, zo heeft de ESA in een statement aan Gamasutra gezegd.
De brancheorganisatie vindt dat gamers 'gepassioneerd en toegewijd zijn met hun tijd', net als bijvoorbeeld liefhebbers van sport en andere vormen van entertainment. Volgens de ESA weet de wereldgezondheidsorganisatie dat 'gezond verstand en objectief onderzoek aantonen dat games niet verslavend zijn'.
In december werd bekend dat de WHO vanaf dit jaar excessief gamen als stoornis wil erkennen. Gaming Disorder krijgt een plekje in ICD-11, de elfde versie van de International Classification of Diseases. Mensen die aan de stoornis lijden spelen dwangmatig veel games en kunnen daar niet mee stoppen. Gamers moeten ook interesse in andere elementen van het leven verliezen om aangemerkt te worden als patiënt.
Niet alleen de brancheorganisatie is tegen de nieuwe classificatie. Een groep van wetenschappers betoogde vorig jaar dat Gaming Disorder niet in ICD-11 zou moeten belanden, omdat er te weinig goed onderzoek is gedaan naar het fenomeen. Bovendien zou het zorgen voor een stigma voor gamers, terwijl dat mogelijk niet terecht is.
Voorstanders denken dat de opname van Gaming Disorder in ICD-11 kan helpen bij het herkennen van problemen bij mensen die excessief gamen en ervoor kan zorgen dat die problemen dus sneller kunnen worden aangepakt. Gaming Disorder stond al genoemd in DSM-5, het standaardwerk van de American Psychiatric Association die veel psychologen gebruiken, maar daar geldt het niet als erkende stoornis, maar als object voor verdere studie.