De Europese ruimtevaartorganisatie ESA heeft met succes de Sentinel-5 Precursor-satelliet gelanceerd vanaf een lanceerplatform in Rusland. De satelliet gaat via een Nederlandse spectrometer dagelijks zeer gedetailleerd de wereldwijde luchtkwaliteit meten.
De lancering vond plaats iets voor 11.30 uur Nederlandse tijd vanaf Kosmodroom Pesetsk, een ruimtevaartbasis zo'n 800 km ten noorden van Moskou. Vanuit een zwaar bewolkte en in mist gehulde lanceerlocatie werd de Europese satelliet gelanceerd met een Russische Rokot-raket, in feite een omgebouwde SS-19 intercontinentale ballistische raket uit de Koude Oorlog uit begin jaren '70. De lancering en de eerste ontkoppeling verliepen probleemloos. Ook de laatste ontkoppeling is succesvol verlopen; de satelliet is volledig ontkoppeld en het eerste signaal is iets na 13.00 uur Nederlandse tijd ontvangen.
De geavanceerde Sentinel-5P-satelliet beschikt over een zeer modern Tropomi-instrument van Nederlandse makelij. Deze geavanceerde spectrometer is in staat om de atmosfeer te bestuderen tot op moleculair niveau. Het is het enige instrument aan boord van de satelliet. Via dit apparaat is ESA in staat op zeer gedetailleerde wijze de gassen koolmonoxide, methaan, stikstofdioxide, ozon, zwaveldioxide, formaldehyde, wolken en aerosol in kaart te brengen.
Het instrument heeft een grote kijkhoek van 2600 kilometer en een groot golflengtebereik. De resolutie is ook aanzienlijk verbeterd. Waar Sciamachy, een vorige Europese satelliet, nog een gebied van 200 x 30 km per pixel had om te meten, is dat bij Tropomi 7 x 3 km. Dit betekent dat veel preciezer en scherper, tot op stadsniveau, metingen kunnen worden verricht. Door de grote kijkhoek kan de satelliet de gehele aarde in een dag in kaart brengen. De satelliet opereert vanaf een hoogte van zo'n 824km boven de aarde en maakt elke dag 16 omlopen om de aarde.
Pepijn Veefkind van het Nederlandse KNMI zei eerder dat Tropomi dagelijks zo'n 20 miljoen observaties uitvoert van belangrijke luchtvervuilende stoffen en gassen die het klimaat aantasten. Het KNMI gebruikt de data voor het verbeteren van de voorspellingen van de luchtkwaliteit en om de vermindering of de vermeerdering van de uitstoot van gassen te kunnen bijhouden. Zo hoopt het instituut beter te kunnen zeggen welke maatregelen effectief zijn om de lucht die we inademen, te beschermen.
Het Nederlandse ruimteonderzoeksinstituut SRON heeft samen met het KNMI de wetenschappelijke leiding over het instrument. Het instituut heeft ruim acht jaar gewerkt aan de ontwikkeling van algoritmen voor methaan en koolmonoxide voor de gegevens afkomstig van Tropomi. Het levert straks enorme hoeveelheden data op over de aardatmosfeer: 40GB per baan om de aarde. Voor de verwerking van de vele gegevens werkt SRON samen met SURFsara om te zorgen voor voldoende capaciteit en rekenkracht.
De satelliet maakt deel uit van het Copernicus-programma van ESA en de Europese Commissie, waarbij satellieten worden ingezet voor de aardobservatie. Er bevinden zich al vijf andere Copernicus-satellieten in een baan om de aarde. De satellieten meten onder andere het landoppervlak, de oceanen en de atmosfeer. Het doel is om te komen tot een continue stroom aan gegevens van hoge kwaliteit over de aarde en het milieu, zodat dit overheden, instellingen en bedrijven kan helpen bij het nemen van beslissingen en het doen van nader onderzoek, over bijvoorbeeld klimaatverandering.