Het elektronisch patiëntendossier wordt definitief stopgezet. Er kwam al geen epd, omdat de Eerste Kamer het voorstel niet goedkeurde, maar het systeem had nog als privaat initiatief kunnen voortbestaan. Dat gebeurt echter niet: er is te weinig geld.
Nadat een in de wet vastgelegd elektronisch patiëntendossier was afgeschoten, was het aan de zorgverleners om een dergelijk systeem te financiëren, maar dat gaat niet lukken. Dat meldt Nictiz, de organisatie die het epd moest oprichten en beheren. Een meerderheid van de huisartsen, apotheken en huisartsenposten zou hebben aangegeven aan het epd te willen meewerken en geld te geven, maar van de ziekenhuizen zou dit slechts 9 procent zijn.
Op 1 november moest een bedrag van 7,2 miljoen euro bij elkaar zijn, maar toen was slechts 5,6 miljoen bij elkaar gesprokkeld. In totaal zou volgend jaar 10 miljoen euro nodig zijn om het epd draaiende te houden. Nu er niet genoeg geld is verzameld, wordt op 1 januari 2012 de landelijke epd-infrastructuur uitgeschakeld. Zo verdwijnt het zogenoemde landelijke schakelpunt, dat moest worden gebruikt om patiënteninformatie tussen regio's uit te wisselen. De regionale epd's blijven dus wel werken.
Opvallend genoeg stelt Nictiz 'geen eigen middelen' te hebben en dus op de zorgverleners te moeten leunen voor geld. In mei bleek juist dat meer dan de helft van de totale uitgaven voor het epd richting Nictiz gingen. De organisatie heeft tot mei in totaal 215,3 miljoen euro ontvangen; in totaal kostte de invoering 305,8 miljoen euro. Nictiz was niet bereikbaar voor commentaar. De organisatie zegt zelf te blijven voortbestaan, maar wordt volgens de Volkskrant opgeheven.
In april trok de Tweede Kamer de stekker uit het patiëntendossier, omdat er niet genoeg steun in de Eerste Kamer was. Al sinds 2002 werd geprobeerd om het epd in te voeren. Die invoering werd wel meerdere keren uitgesteld en politici probeerden critici te overtuigen van de noodzaak en de veiligheid van het systeem, maar de bezwaren bleven bestaan, onder andere bij de Consumentenbond en de Eerste Kamer.