De Britse regering wil dat providers bij gaan houden wie met elkaar communiceren. Dat doen ze al voor email en telefonie, maar dit moet worden uitgebreid naar bijvoorbeeld sociale netwerken. Plannen voor een centrale database zijn geschrapt.
De Britse regering is met voorstellen gekomen om internet- en telecomproviders communicatiedata op te laten slaan. Daarmee moeten de opsporingsmogelijkheden van de politie op peil worden gehouden. De bewaarplicht van de Europese Unie regelt weliswaar al de opslag van telefoon- en emailgegevens, maar biedt, zoals de Britse regering eerder al aangaf, onvoldoende mogelijkheden: er wordt immers ook geregeld via sociale netwerken en instantmessaging gecommuniceerd. Plannen om al dit soort verkeersgegevens in een centrale database op te slaan zijn echter geschrapt omdat dit teveel gevaar voor de privacy op zou leveren. De regering heeft nu voorgesteld om, net als bij de bewaarplicht, te regelen dat providers de gegevens opslaan, meldt BBC News.
De regering heeft twee miljard pond uitgetrokken voor een periode van tien jaar, onder meer om isp's te vergoeden voor het opzetten van opslagsystemen. Die moeten voorzien in het opbouwen van profielen van hun abonnees, waarin data van derden die over het netwerk gaat, zoals bijvoorbeeld van Facebook of Windows Live Messenger, met hun eigen gegevens wordt gematcht, aldus het voorstel. De data zou twaalf maanden bewaard moeten worden.
De providerbranche heeft verklaard blij te zijn dat de regering het idee voor centrale opslag heeft geschrapt, aldus The Register. De plannen worden wel complex genoemd, en velen in de sector zouden stiekem hopen dat een volgende kabinet ze in de prullenmand gooit. Securityonderzoeker Richard Clayton van de universiteit van Cambridge denkt dat de regering met het voorstel is gekomen omdat het voor het publiek te gemakkelijk te begrijpen is dat opslag in een centrale database een 'buitenproportionele' aanslag op de privacy is. Hij benadrukt echter dat de surveillancemogelijkheden van de overheid er niettemin fors door toenemen. Toch zullen opsporings- en inlichtingendiensten met minder genoegen moeten nemen dan waarvoor ze hebben gepleit: in plaats van snelle toegang via een databank moeten ze het doen met aanvragen bij wellicht verschillende providers over individuele gevallen.