Er klinken steeds meer geluiden dat 3d-televisie niet lang meer op zich laat wachten. Eerder dit jaar kondigde Philips al aan dat het binnen twee jaar 3d-schermen op de markt zou brengen en nu laat ook een Europees onderzoeksconsortium weten dat de rood-groene-brillen binnenkort wel eens overbodig zouden kunnen worden. Het consortium, waar tweehonderd onderzoekers uit zeven verschillende landen werken, is opgezet en wordt gefinancierd door de Europese Commissie. Coördinator Levant Onural denkt dat driedimensionale televisie de huiskamers binnen drie jaar zal opsieren, maar dat holografische beelden voorlopig nog wel even op zich laten wachten. De hoogleraar schat in dat het tenminste tien jaar duurt eer die technologie ook beschikbaar is voor thuisgebruik. Hij voegt daaraan toe dat zijn schatting optimistisch is vergeleken met die van anderen, die verwachten dat het nog veertien tot twintig jaar duurt voor deze 'ultieme kijkervaring' gereed is.
Een voetbalwedstrijd die in holografische beelden wordt uitgezonden, zal volgens Onural te vergelijken zijn met kleine mannetjes die op de keukentafel lijken rond te rennen. Vooralsnog is dit toekomstmuziek en zal men zich over drie jaar in eerste instantie tevreden moeten stellen met stereoscopische beelden. De technologie die al even beschikbaar is, heeft een aantal flinke verbeteringen ondergaan; zo zullen de kijkers geen last meer hebben van misselijkheid bij het zien van bewegende beelden. Het befaamde 3d-brilletje is aan het einde van zijn levenscyclus gekomen en mag de prullenbak in. Of de technologie ook een commercieel succes wordt, is nog de vraag. Onural denkt dat er zeker voor stereoscopische bioscopen publiek zal zijn, maar erkent dat hij niet weet of de vraag van consumenten naar 3d-televisies groot zal zijn.