Hoewel er dus extra content lijkt te ontbreken die je wel in de pc-versie zou kunnen toevoegen, is de game verder gewoon hetzelfde. Dat houdt in dat je jezelf stapsgewijs, middels het vrij uitgebreide lessenpakket dat in de game is verwerkt, kunt aanleren om vliegtuigen te besturen. Heb je daar geen zin in, dan kun je dat ook volledig negeren. Vrijwel alle onderdelen van het vliegen zijn te automatiseren en/of te vereenvoudigen. De game start op in zijn meest toegankelijke setting. Dat werkt zo eenvoudig dat als je ooit eerder in een game een vliegtuig hebt bestuurd, dit ook wel gaat lukken. Het is even uitvogelen hoe versnellen, vertragen en sturen werkt, maar zeker als je niet meteen voor een al te zwaar toestel kiest, lukt het binnen de kortste keren.
Je kunt op meerdere manieren een leuke locatie uitkiezen om naartoe te vliegen. De game heeft een aardig aantal voorgekauwde routes langs mooie plaatsen op aarde klaarstaan. Daarbij hoef je alleen maar de lijn te volgen voor een leuk stukje vliegen. Zelf bepalen waar je naartoe gaat is uiteraard spannender. Zeker op plaatsen die je goed kent is het leuk om rondjes te vliegen en naar beneden te turen. Daarbij helpt het trouwens wel als je speelt met internetverbinding, want dan worden gedetailleerde versies van de kaarten naar je Xbox gestreamd, net zoals dat bij de Windowsversie gebeurt.
Het resultaat dat je dan krijgt is prima, en soms zelfs verbluffend. Wie de game een beetje in de gaten heeft gehouden, heeft al gezien dat er op een pc prachtige plaatjes mee kunnen worden gemaakt en dat is op een console niet anders. Zeker wanneer je speelt op een tv met hdr zijn de momenten dat je door de wolken vliegt en de zon plotseling achter de wolken vandaan komt echt fantastisch. Je kunt op je Xbox, net als op een pc, spelen met het weer. Je kunt meerdere lagen wolken op verschillende hoogtes plaatsen, bepalen of het wel of niet regent, de windsnelheid instellen en ga zo maar door. Dat levert niet alleen mooie beelden op, het maakt de game ook uitdagend. Zelfs met alle ‘zijwieltjes’ ingeschakeld is het lastig genoeg om een simpel vliegtuigje recht te houden.
Als het gaat om uitdaging, heeft Flight Simulator ook voor de beginners genoeg te bieden. Dat begint misschien met eens te kijken of je met alle hulpmiddelen aan een Boeing 737 fatsoenlijk aan de grond kunt zetten en de instructies van de luchthaven kunt volgen om naar de juiste plek te taxiën. Eventueel geholpen door de lessen kun je er vervolgens voor kiezen om steeds meer zelf te doen. Irritant daarbij is wel dat je spelend met een controller eigenlijk te weinig knoppen hebt. De oplossing daarvoor is om een snelmenu te openen waarin je allerlei zaken kunt regelen terwijl je de directe controle aan de AI-piloot geeft. We maakten echter meermaals mee dat juist op die momenten onverwachte dingen gebeuren. Zo gebeurde het bijvoorbeeld dat de AI-piloot vond dat we te laag vlogen en snel naar een normale hoogte ging klimmen, maar dat laatste is lang niet altijd de bedoeling. Mede hierdoor werkte het schakelen tussen de menu’s en het vliegen niet altijd even lekker. Ook niet handig is dat je de game weliswaar stil kunt zetten, maar ook dat doet via het genoemde menu, wat net iets omslachtiger werkt dan gewoon met een knop. Toch is dat allemaal geen ramp, behalve als je de game op volledig realisme wil spelen. In dat geval is het slim om een toetsenbord en muis aan je Xbox te hangen. De game ondersteunt dat gewoon, en het zou moeten helpen.
Door het vliegen lastiger te maken, maak je van Flight Simulator iets meer dan simpelweg een game waarin je vanuit de lucht allerlei plaatsen op aarde kunt bekijken. Zeker wanneer je de wat moeilijkere landingsbanen van de wereld te lijf gaat, wordt het spel echt uitdagend, zelfs als je veel vlieghulpen aan laat staan. Toch is het de vraag of er veel Xbox-gamers zijn die het spel op de langere termijn blijven spelen. Wanneer je de leukste plekken hebt gezien, de uitdagingen hebt doorgespeeld en je eigen huis een paar keer hebt opgezocht, ontbreekt een reden om nog al te vaak te spelen. Dat komt mede doordat op een pc alles wat makkelijker werkt. Een vluchtje plannen en vliegen zonder hulpen: het werkt op de Xbox allemaal een tikkeltje te moeizaam, zowel in de menu’s als in de lucht.
Microsoft Flight Simulator Xbox
Op een bepaalde manier is Flight Simulator de ideale Game Pass-game: je bent er geen extra geld aan kwijt, kunt heerlijk de nodige uurtjes rondvliegen en voelt je er totaal niet lullig onder als je het na die uurtjes weer aan de kant schuift voor iets anders. Op console is Microsoft Flight Simulator, ondanks dat het dezelfde game is, een wat ander beestje dan onder Windows. Wie zoekt naar realisme heeft meer knoppen nodig dan een Xbox-controller kan bieden en de verdere interface is niet handig genoeg. Dat is op te lossen met randapparatuur, maar zouden juist de mensen die zo realistisch mogelijk willen vliegen niet vooral achter een pc zitten? Wij denken van wel. Op het pc-platform is meer extra content te vinden, zijn de hotas-setjes al lang en breed beschikbaar en ga zo maar door. Zo kan de ene versie een prima game voor aspirant-vliegeniers zijn en de andere perfect voor wie gewoon wat rondjes boven zijn huis wil vliegen. Zo hebben beide op een heel eigen manier bestaansrecht.
:strip_exif()/i/2004544140.jpeg?f=imagearticlefull)