Laat je simprikker maar thuis; die heb je niet nodig voor de PinePhone. Hij heeft een ontwerp dat we best wel klassiek mogen noemen. Weet je het nog? De plastic achterkant heeft een kleine inkeping in een van de hoeken om hem open te peuteren. Vervolgens komt de achterkant er in zijn geheel af. Daar heb je toegang tot van alles en nog wat. Natuurlijk: daar zitten de slots om een simkaart in te schuiven en om een microSD-kaart in te doen, maar ook zit daar de verwisselbare accu. Hoe snel snelladen ook wordt op gewone telefoons, zo snel als een lege accu verwisselen voor een volle op de PinePhone wordt het nooit. De accu is een Samsung EB-BJ700BBC, met een capaciteit van 3000mAh, zoals die ook zat in de Galaxy J7 uit 2015.
Daar zitten ook de killswitches. En alsof het je meterkast met groepen is, heeft PINE64 er labels bijgezet met wat welke switch precies killt. Voor de switches kun je beter wel je simprikker meenemen trouwens, want die zijn klein. Wellicht dat het je lukt als je je nagels laat groeien, maar met je vingertoppen is het overhalen van de switches niet mogelijk.
Ook duidelijk zichtbaar is de modem: een Quectel EG-25G. Althans, dat staat op een groot metalen plaatje, maar zo groot kan de modem toch niet echt zijn? Om dat te onderzoeken, moeten we de telefoon uit elkaar halen. De veertien eenvoudige kruiskopschroefjes staarden ons aan: zouden we het doen?
Natuurlijk gaan we dat doen. De veertien schroefjes blijken prima te verwijderen en daarna komt het plastic middenframe, met daarin onder meer de antennes, gemakkelijk los. Daaronder blijkt dat het grote metalen plaatje het dikste punt is van het pcb; het lijkt erop dat de soc onder de modem zit. Die soc is een Allwinner A64 van Chinese makelij. Die heeft vier ARM Cortex A53-kernen op 1,2GHz met een ARM Mali 400MP2-gpu. De geteste versie heeft 3GB Lpddr3-geheugen en 32GB eMMC-opslag. Dat was in 2012 een courante telefoon geweest. Nu is het zelfs voor deze prijs, 150 dollar, aan de magere kant.
Er zijn twee bordjes, geestig genoeg met verschillende kleuren. Het moederbord is blauw, het dochterbord is groen. De USB-C-poort is er helaas op gesoldeerd, wat vervanging lastig maakt. Hij heeft wel video-out, voor gebruik als Convergence-apparaat, met een externe monitor dus.
De camera's vervangen moet wel goed te doen zijn. De primaire camera is een Omnivision OV5640, een 5-megapixelcamera met een 9,7 vierkante millimeter grote sensor. De frontcamera is een GC2035 van GalaxyCore met een sensor van rond 7 vierkante millimeter en een f/2.8-lens.
De 3,5mm-jack zit wel weer vast. De luidspreker en de trilmotor moeten goed vervangbaar zijn. Daarachter zit het scherm. Dat is een 5,95"-lcd van 13,5x6,7cm met een oppervlakte van rond 91 vierkante centimeter en een resolutie van 1440x720 pixels, goed voor een beeldverhouding van 2:1, of 18:9. Dat is een beetje een ouderwetse beeldverhouding aan het worden. Het scherm heeft ook relatief brede randen boven en onder, een duidelijk teken dat PINE64 niet de nieuwste componenten te pakken heeft kunnen krijgen. Het is een scherm met rechte hoeken, iets wat we niet vaak meer zien.
Het scherm is relatief klein voor 2020, maar de telefoon is dat door de grote bezels niet. Hij meet 160,5x 76,6x9,2mm en dat is dan weer bij benadering gemiddeld voor een telefoon anno nu. Hij heeft ook relatief veel ruimte van binnen, zowel op het pcb als in de rest van de behuizing hadden meer en grotere componenten gepast.