Inleiding
Stel, je wilt een smartphone en je bent niet zo van iPhones. Wat zijn je keuzes dan? Je kan modellen nemen van Samsung, Xiaomi, Huawei, LG, Sony, Nokia, OnePlus… maar die hebben allemaal één overeenkomst; ze draaien Android. Dat komt doordat de mobiele markt een duopolie is. In de winkels liggen smartphones met iOS en Android en dat is het. De strijd om het smartphone-OS is al even voorbij en namen als Symbian, Maemo, MeeGo, webOS, BlackBerry 10, Windows Phone, Firefox OS en Ubuntu Touch horen al een tijdje tot het verleden. Toch?
Niet helemaal. Aan de rafelranden van de telefoonmarkt gebeurt genoeg. Op simpele telefoons zonder touchscreen draait nu bijvoorbeeld in sommige gevallen KaiOS; onder meer het Finse HMD heeft dat gebruikt voor Nokia-telefoons. KaiOS bouwt voort op het werk van Firefox OS van Mozilla. En er is meer. Er zijn kleinere initiatieven, zoals de Purism Librem 5 met PureOS bijvoorbeeld. Veel enthousiastelingen zijn nog steeds bezig met mobiele uitgaves van Linux-distro's. En er is de telefoon die in deze review voorbijkomt: de PINE64 PinePhone.
Eerst maar even wat het is. Het is een variant op de singleboardcomputer van PINE64 in de vorm van een telefoon. Wat specificaties betreft is het ook niet meer dan een Raspberry Pi in een telefoonbehuizing, maar deze telefoon koop je niet voor de specs. Je koopt hem zelfs niet voor de privacy, ondanks de aanwezigheid van hardwarematige killswitches. Nee, deze telefoon koop je om een kijkje te nemen in de wondere wereld van mobiele Linux-distro's. En dat is precies wat we gaan doen.
Met dank aan en eeuwige roem voor Hax0r voor het uitlenen van de PinePhone. Zonder jou was dit verhaal niet mogelijk geweest!
:strip_exif()/i/2003895882.jpeg?f=imagenormal)
Hardware en design
Laat je simprikker maar thuis; die heb je niet nodig voor de PinePhone. Hij heeft een ontwerp dat we best wel klassiek mogen noemen. Weet je het nog? De plastic achterkant heeft een kleine inkeping in een van de hoeken om hem open te peuteren. Vervolgens komt de achterkant er in zijn geheel af. Daar heb je toegang tot van alles en nog wat. Natuurlijk: daar zitten de slots om een simkaart in te schuiven en om een microSD-kaart in te doen, maar ook zit daar de verwisselbare accu. Hoe snel snelladen ook wordt op gewone telefoons, zo snel als een lege accu verwisselen voor een volle op de PinePhone wordt het nooit. De accu is een Samsung EB-BJ700BBC, met een capaciteit van 3000mAh, zoals die ook zat in de Galaxy J7 uit 2015.
Daar zitten ook de killswitches. En alsof het je meterkast met groepen is, heeft PINE64 er labels bijgezet met wat welke switch precies killt. Voor de switches kun je beter wel je simprikker meenemen trouwens, want die zijn klein. Wellicht dat het je lukt als je je nagels laat groeien, maar met je vingertoppen is het overhalen van de switches niet mogelijk.
:strip_exif()/i/2003921138.jpeg?f=imagenormal)
Ook duidelijk zichtbaar is de modem: een Quectel EG-25G. Althans, dat staat op een groot metalen plaatje, maar zo groot kan de modem toch niet echt zijn? Om dat te onderzoeken, moeten we de telefoon uit elkaar halen. De veertien eenvoudige kruiskopschroefjes staarden ons aan: zouden we het doen?
Natuurlijk gaan we dat doen. De veertien schroefjes blijken prima te verwijderen en daarna komt het plastic middenframe, met daarin onder meer de antennes, gemakkelijk los. Daaronder blijkt dat het grote metalen plaatje het dikste punt is van het pcb; het lijkt erop dat de soc onder de modem zit. Die soc is een Allwinner A64 van Chinese makelij. Die heeft vier ARM Cortex A53-kernen op 1,2GHz met een ARM Mali 400MP2-gpu. De geteste versie heeft 3GB Lpddr3-geheugen en 32GB eMMC-opslag. Dat was in 2012 een courante telefoon geweest. Nu is het zelfs voor deze prijs, 150 dollar, aan de magere kant.
Er zijn twee bordjes, geestig genoeg met verschillende kleuren. Het moederbord is blauw, het dochterbord is groen. De USB-C-poort is er helaas op gesoldeerd, wat vervanging lastig maakt. Hij heeft wel video-out, voor gebruik als Convergence-apparaat, met een externe monitor dus.
De camera's vervangen moet wel goed te doen zijn. De primaire camera is een Omnivision OV5640, een 5-megapixelcamera met een 9,7 vierkante millimeter grote sensor. De frontcamera is een GC2035 van GalaxyCore met een sensor van rond 7 vierkante millimeter en een f/2.8-lens.
De 3,5mm-jack zit wel weer vast. De luidspreker en de trilmotor moeten goed vervangbaar zijn. Daarachter zit het scherm. Dat is een 5,95"-lcd van 13,5x6,7cm met een oppervlakte van rond 91 vierkante centimeter en een resolutie van 1440x720 pixels, goed voor een beeldverhouding van 2:1, of 18:9. Dat is een beetje een ouderwetse beeldverhouding aan het worden. Het scherm heeft ook relatief brede randen boven en onder, een duidelijk teken dat PINE64 niet de nieuwste componenten te pakken heeft kunnen krijgen. Het is een scherm met rechte hoeken, iets wat we niet vaak meer zien.
Het scherm is relatief klein voor 2020, maar de telefoon is dat door de grote bezels niet. Hij meet 160,5x 76,6x9,2mm en dat is dan weer bij benadering gemiddeld voor een telefoon anno nu. Hij heeft ook relatief veel ruimte van binnen, zowel op het pcb als in de rest van de behuizing hadden meer en grotere componenten gepast.
Software en mogelijkheden
Je zou denken dat het heel veel gedoe is om dertien besturingssystemen te beheren op je telefoon. Moet je de hele tijd firmware flashen en booten om die te proberen? Dat blijkt nergens voor nodig, want een ontwikkelaar heeft een multibootomgeving gemaakt. Die heet P-Boot en vind je hier. Er zijn nog meer distro's en die vind je hier. De ontwikkelaar heeft een bestand gemaakt met de naam multi.img, dat als image-bestand te installeren is op een microSD-kaartje. Dat kaartje stop je vervolgens in de telefoon, die een functie heeft om te booten vanaf de geheugenkaart. Vervolgens zijn alle besturingssystemen te proberen. Hieronder staan de besturingssystemen die op het moment van schrijven beschikbaar zijn.
Als je, net als ik, een telefoonliefhebber bent en veel hebt gespeeld met alternatieve besturingssystemen, dan is het een trip down memory lane. Sailfish? Yep, staat erbij. Palms webOS? Kun je vinden in de vorm van Lune OS. Maemo, zoals op de Nokia N900? Staat er ook op. Ubuntu Touch, zoals op telefoons van Geeksphone en Aquaris? Probeer het gerust uit.
De hoofdmoot is postmarketOS, een Linux-distro voor oudere telefoons. De versie die wij kregen, is de uitvoering met postmarketOS voorgeïnstalleerd op de opslag en met een logo op de achterkant. Dat is niet de enige versie die er is; in de webwinkel staat nog een versie met Manjaro voor levering in november.
Manjaro heb ik niet geprobeerd, maar wel een hoop andere. Installatie en booten waren een makkie, dus de drempel is laag. De hobbel om het als dagelijkse telefoon te gebruiken, is wel hoog. Uiteraard zijn veel apps er niet en werken veel zaken niet. Daarnaast is het vanaf SD-kaart, maar ook met postmarketOS op de opslag zelf, ronduit stroperig. Soms registreert de telefoon je input niet, de camera werkt vaak niet en er zijn veel bugs. Kortom: maak hier niet je primaire telefoon van.
ARCH Linux
ARCH Linux boot naar een scherm met Alarm Login, zonder mogelijkheid om tekst in te voeren. Daar stopt het. Na het aansluiten van een extern toetsenbord werkt de tekstinvoer wel, maar de logingegevens lijken niet te kloppen. Een jammerlijk begin, want ik maak deze reis in de volgorde zoals P-Boot die aanbiedt.
Lune OS
Lune OS is een opensourcevoortzetting van Palms webOS, zoals dat op de Palm Pre-serie en Pixi-telefoons uit 2009, 2010 en 2011 stond. Alle ideeën uit dat OS, zoals 'just type' om van alles te doen vanuit een zoekvenster, multitasken via kaarten en integratie met verschillende soorten accounts, zitten er nog steeds in, al zijn ze niet zo vernieuwend meer als negen jaar geleden.
Het is wel een van de minst trage interfaces in dit rijtje. Het heeft leuke animaties en werkt over het algemeen matig tot redelijk. Ook zijn er om te beginnen redelijk wat apps standaard aanwezig.
Maemo Leste
Maemo Leste is speciaal voor mensen met heimwee naar de Nokia N900 uit 2009. De software doet weinig om dat te verbergen. Zelfs de wallpaper is precies die van de N900 toen die vers uit de doos kwam. Daarnaast boot hij alleen in landscape, iets wat de N900 ook deed.
Het aantal apps in Maemo Leste is schaars, maar er is wel een App Manager. De interface is bovendien traag, zelfs in de animaties. Die gaan met een paar frames per seconde over je scherm. Dit is leuk als je vroeger een N900 hebt gehad.
Mobian
Mobian is een variant van Debian voor smartphones. Het maakt gebruik van dezelfde interface als postmarketOS, dat standaard op het toestel stond, en die op Wayland is gebaseerd. Bij postmarketOS heet die Weston. Voor wie niet in Linux thuis is: de interface-engine is hetzelfde als een launcher, maar dan een die dieper ingrijpt. Hij bepaalt niet de functies, maar wel hoe de interface en menu's zijn opgebouwd en waar elke functie in de interface zit.
Mobian is redelijk klaar voor dagelijks gebruik. Er staat standaard een browser op, Firefox ESR, een Telegram-client om te chatten en zaken als een To Do-app en een Sound Recorder. Ook is er een downloadwinkel.
KDE Neon
KDE Neon is gebaseerd op Ubuntu met Plasma Mobile. Het is dus niet echt een distro, maar meer een variant op Ubuntu met eigen software. De browser is bijvoorbeeld Angelfish, de gallery heet Koko en de bestandsbeheerder is Okular. Chatten doe je via Spacebar.
Het is een duidelijk andere interface en hij werkt aardig. Ook de snelheid is relatief goed, maar hij heeft wel moeite met accubeheer. Met tien seconden aan de lader sprong de accu van 27 naar 51 procent. Ongekend snel! Of een bug natuurlijk.
PostmarketOS
Er zijn diverse uitvoeringen van postmarketOS in de image. Die met fbkeyboard gaf alleen een commandline-interface, die van Gnome kwam met een muisaanwijzer aanzetten en heeft moeite met scaling. Zelfs door de set-up heenkomen is lastig.
Phosh doet het daarentegen een stuk beter en heeft zelfs hier en daar vloeiende animaties, al duurt het starten van apps letterlijk tientallen seconden. De Plasma Mobile-versie lijkt uiteraard op de interface van KDE Neon en werkt relatief goed.
PureOS
PureOS is van Purism, de maker van de Librem 5-smartphone. Het is een distro met dezelfde interface als enkele van de vorige, maar er ging iets mis. Ik klikte bij de set-up op Arabisch en daarna wilde hij daar niet meer vanaf. Dus alle menu's bleven in het Arabisch; een reset was de enige oplossing. Whoops!
Buiten dat werkt het best aardig en als je de Librem 5 overweegt, is het de moeite waard om hierin rond te klikken.
Sailfish
Sailfish is het meest onderscheidende van alle besturingssystemen in dit rijtje. Het heeft een eigen interface met aparte gebaren, een eigen opbouw en veel eigen apps en diensten. Wie nog eens wil terugzien hoe dat werkt, kan de review van de Jolla uit 2014 erbij pakken. Het werkt ook relatief goed op de PinePhone, met vloeiende animaties en redelijk korte laadtijden voor apps.
SXMO
SXMO is voor de liefhebbers van minimalisme. Bediening van de interface gebeurt via de knoppen op de zijkant en zo kun je apps openen en andere zaken doen. In een tijd van grafisch mooie interfaces die met 60, 90 of 120 frames per seconde over je scherm vliegen, is dit wel een stevig afwijkend concept en dat is uiteraard leuk om mee te spelen.
Ubuntu Touch
Ubuntu Touch is de mobiele uitvoering van de welbekende distro. Die is als communityproject verdergegaan nadat Canonical ermee stopte. Het OS werkt goed en er zit duidelijk veel werk in deze uitvoering, die daardoor ook relatief lekker werkt. Wie op de desktop met Ubuntu werkt, zal dit ook bekend voorkomen.
Gebruik als laptop
Je kunt de PinePhone gebruiken als telefoon, maar het model dat wij konden lenen, was een Convergence Package en heeft dus naast de telefoon in de doos ook een USB-C-dock met daarop een USB-C-poort, twee USB-A-aansluitingen voor muis en toetsenbord, een HDMI-uitgang en een ethernetpoort. Het is een merkloos, metalen dock en heeft dus weinig overeenkomsten met het design van de telefoon zelf.
Uiteraard kun je ook een eigen oplossing meebrengen om een groter scherm te gebruiken in combinatie met de telefoon. De NexDock 2, die werkt met een USB-C-naar-USB-C-kabel, kwam weer uit de kast om te kijken of hij ook werkt met de diverse distro's.
OS |
Dock (HDMI) |
NexDock 2 (USB-C) |
PostmarketOS (standaard op telefoon) |
Ja, tweede scherm |
Nee |
Lune OS |
Nee |
Nee |
Maemo Leste |
Nee |
Nee |
KDE Neon |
Ja, tweede scherm |
Ja, tweede scherm |
Mobian |
Nee |
Toont alleen wallpaper |
PostmarketOS - Gnome |
Ja, tweede scherm |
Ja, tweede scherm |
PostmarketOS - Phosh |
Nee |
Nee |
Sailfish |
Nee |
Nee |
Ubuntu Touch |
Nee |
Nee, ziet hem als opslag |
SXMO |
Nee |
Nee |
Opvallend genoeg kregen we veel distro's niet aan de gang met het dock of de Nexdock. Zeker van Ubuntu Touch hadden we dat wel gehoopt, want Canonical heeft altijd veel nadruk gelegd op Convergence. Wellicht ligt het eraan dat de besturingssystemen geboot zijn vanaf de microSD-kaart, maar het is wel jammer. Het is toch al een goed idee om als een van de besturingssystemen je goed bevalt, het na deze testronde op de telefoonopslag te installeren.
:strip_exif()/i/2003911138.jpeg?f=imagenormal)
Daarnaast verschillen de manieren waarop het werkt. Laten we de hiërarchie doornemen. Ideaal zou een desktopmodus zijn, zoals op Android met bijvoorbeeld Samsung DeX, LG Desktop Mode en Huawei EMUI Desktop gebeurt; de telefoon stuurt het grote beeldscherm aan en je kunt intussen ook aparte dingen doen op het kleine scherm. Twee aparte schermen dus, maar dat heb ik niet gezien. De tweede vorm is dat het grote scherm een tweede scherm vormt, zoals in Gnome gebeurt in KDE Neon en postmarketOS. Daarbij is het smartphonescherm het primaire kleine scherm en is de grote monitor het scherm rechts ernaast in de interface. De derde vorm is dat de telefoon het telefoonscherm spiegelt op de grote monitor; de output is dan precies gelijk en de twee schermen tonen dan hetzelfde, maar dat heb ik op geen van de distro's gezien.
Conclusie
De kans bestaat dat je voor het lezen van dit verhaal dacht dat Android en iOS de enige overgebleven besturingssystemen voor smartphones waren. Deze telefoon laat zien dat het ook anders kan en dat er gesleuteld wordt aan alternatieven met andere ideeën.
Dit is met enige afstand de tofste telefoon die ik dit jaar in handen heb gehad. Het vele klooien, het ontdekken van interfaces van afwijkende besturingssystemen en het verfrissende, ouderwetse ontwerp maken van deze telefoon een genot om mee te spelen.
Meer dan dat is het niet. Je kan niet verwachten dat dit een telefoon is om elke dag in je broekzak te hebben en je iOS- of Android-apparaat te vervangen. Daar is hij ook niet voor bedoeld en daarvoor komt hij tekort op het gebied van snelheid, apps en diensten en ecosysteem. Uiteindelijk is dat wel de bedoeling van veel van de ontwikkelaars.
Je kunt hem beter zien als een Raspberry Pi in telefoonvorm. Weinig mensen zullen hun desktop of laptop vervangen door zo'n klein computertje, maar een Pi geeft veel mogelijkheden om te klooien en te spelen. Als dat iets is wat je aanspreekt, dan is die 150 of 200 dollar niet eens veel gevraagd voor zoveel plezier.