Totaal andere game
Project Cars 3
Project Cars 3 is vooral een game die nooit Project Cars 3 had moeten heten. De serie stond bekend als een game die relatief dicht bij de gekende simulatieracers zat, maar een wat toegankelijker niveau had. Project Cars 3 gaat een totaal andere richting op, namelijk die van een veel meer arcade-aanpak, terwijl er her en der toch nog wat features aanwezig zijn die goed bij een simulatieracegame zouden passen. Het levert de game een gespleten persoonlijkheid op. Chaotisch duw- en trekwerk, maar wel met strenge handhaving op de regels als je even buiten de baan komt. Toegankelijk en veel vrijheid in met wat voor klassen je rijdt, maar af en toe ook een flink hoge moeilijkheidsgraad. Deze game zal voor vrijwel iedereen wel wat elementen bevatten die hem of haar zullen aanspreken, maar tegelijk zullen weinig mensen alles in de game leuk vinden. De eindafrekening wordt nog wat minder mooi door de fluctuerende moeilijkheidsgraad en de wisselvallige graphics. Het is te hopen dat Slighlty Mad Studios voor een eventueel vierde deel terugkeert naar waar Project Cars begonnen is, want op deze manier is dit voor niemand de ideale racegame.
Eindoordeel
Onze mooiste momenten in Project Cars 2 beleefden we zittend in een playseat met een vr-headset op ons hoofd. In de virtuele wereld, gewapend met een racestuur en pedalen, leverde het spel een autosportbeleving zoals we die niet vaak zien in gaming. Project Cars 2 benaderde niet het realisme van gekende racesims, maar wekte wel dat idee. Als je in het spectrum van racegames links arcade en rechts simulatie zou zetten, zat Project Cars aan de rechterkant. Voorbij alle andere op mainstream gerichte games en nog net niet bij de iRacings en RFactors van deze wereld. Dat Project Cars 2 een opvolger krijgt, moet veel fans goed in de oren hebben geklonken. Er is echter een probleem. Project Cars 3 lijkt in weinig meer op zijn voorganger. Sterker nog, dit is een compleet andere game, gemaakt met een ander idee. Dat maakt de game niet meteen slecht, maar het zorgt wel voor een flinke stijlbreuk binnen de serie. Dat is mogelijk een onprettige verrassing voor fans die het derde deel in de serie blind hebben besteld, zonder de reviews af te wachten.
Beelden van de Windows-versie van Project Cars 3
Een andere keuze, een ander idee. En toch ook weer niet helemaal. Wat deze game meer ‘arcade’ maakt dan zijn voorgangers, daar komen we zo op. Wat het allemaal namelijk zo opvallend maakt, is dat er ook een reeks features is te vinden die lijken te horen bij de oude stijl. Zo zijn er twee nieuwe features die ogenschijnlijk klein lijken, maar enorm veel betekenen voor de beleving. Ten eerste kun je instellen dat je vanuit de cockpitview automatisch richting de apex van een bocht kijkt in plaats van recht naar voren. Daarnaast is ook de mate waarin de camera trilt en schokt tijdens het racen instelbaar. Beide features werken uitstekend als het gaat om hoezeer ze het gevoel van echt racen ten goede komen. Een raceauto is namelijk helemaal niet rustig of stabiel. Hij schokt en trilt vrij agressief als je je gas- of rempedaal beroert, laat staan wanneer je kerbstones of andere oneffenheden raakt. In die zin weet Project Cars 3 het autoracen dus visueel heel netjes neer te zetten.
Kijk je verder dan het visuele aspect, dan wordt alles anders. In de opbouw van de game, in hoe het spelen tegen anderen werkt, en in het rijden zelf is Project Cars 3 een meer casual game. De sfeer is losser. Het autosportsfeertje is ingeruild voor een kleurrijker, meer flashy geheel dat bij vlagen doet denken aan een game als Forza Horizon. Daar horen features bij als een beter uitgewerkte fotomodus en de mogelijkheid om je auto’s van allerlei aankleding te voorzien. Het leuke is dat Project Cars 3 dit dan wel weer prima doet. Het is eenvoudig om je auto een gave uitstraling te geven, waarbij een groot aantal beschikbare logo’s van sponsors je wagen kunnen voorzien van een herkenbare ‘autosportlook’. Je kunt je design daarbij ook nog opslaan en linea recta overzetten op je andere auto’s. Natuurlijk is dat allemaal niet baanbrekend, maar je kunt het maar beter op orde hebben.
Auto's en klassen kopen
Centraal in de game staan drie belangrijke spelmodi. Voor velen zal de Career Mode het startpunt zijn. Hierin werk je je op van de traagste normale auto’s tot de snelste hypercars die je kunt bedenken. Elke klasse bestaat uit een reeks races of andere uitdagingen en in elk van die evenementen kun je drie opdrachten volbrengen. Met je totaal aantal volbrachte opdrachten speel je nieuwe klassen vrij. Daarbij biedt Project Cars 3 shortcuts: je verdiende credits kun je uitgeven aan nieuwe auto’s, maar ook aan het openen van stukken van de Career Mode waar je eigenlijk nog niet voldoende punten voor hebt verdiend. Zo kun je al vroeg in de game autoklassen vrijspelen die je normaal pas na tientallen uren zou bereiken. Wel kost het je een lieve duit aan credits. Project Cars 3 is niet zo’n game waar je na een paar uur al omkomt in credits die je nooit uitgeeft. Voor elke race moet je zelf een geschikte auto kopen, mocht je die nog niet hebben, en ook de upgrades voor die auto’s kosten geld. Een hoge klasse vrijspelen is dus financieel best een dingetje, en af en toe is het best lastig om te bepalen of je een nieuwe klasse vrijkoopt, of een auto koopt voor een van de klassen die je al hebt.
Beelden van de PS4-versie van Project Cars 3
Strenge regels
In de klassen vind je allerlei races met allerlei thema’s. Elke klasse kent vier thema’s en elk thema heeft vier evenementen. Dat kunnen races zijn, maar dus ook andere uitdagingen. Denk aan een evenement waarbij je bordjes met een bepaalde waarde erop stuk moet rijden en een totaal aantal punten moet scoren om de volle punten uit het event te halen. In andere events moet je een bepaalde rondetijd noteren (Hot Lap) of, en dat is nog net even wat moeilijker, een gemiddelde rondetijd over drie rondes halen (Pace Setter). Dat betekent dat je drie rondes geen fout mag maken, want dan kun je opnieuw beginnen. Dat is op zich niet erg, maar het helpt niet dat de tijden die je moet halen behoorlijk scherp zijn gesteld en dat de game onverbiddelijk is als het gaat om de regels. Kom je even buiten de baan of tik je een muurtje aan, dan geldt je rondetijd niet meer. In het geval van Pace Setter betekent één zo’n fout dat je hele sessie niet meer geldt. Deze mate van striktheid is op zich niet erg, maar hij past niet echt bij de meer arcade stijl van het spel. Een casual speler vindt het helemaal niet leuk dezelfde challenge tien of twintig keer te moeten doen omdat het gewoon een heel lastige uitdaging met strenge regels is. En een ‘Rewind’-functie, die tegenwoordig standaard aanwezig is in racegames die op een breder publiek zijn gericht, ontbreekt ook. Ook dat is weer een teken dat Project Cars 3 op twee gedachten hinkt.
De moeilijkheidsgraad is op zichzelf verder geen probleem. Project Cars 3 is op verschillende manieren goed instelbaar. Je kunt instellen hoe moeilijk de auto’s zijn te besturen en hoe goed je tegenstanders zijn. De gestelde tijden in Hot Lap en Pace Setter vormen wel een uitzondering, maar buiten dat gaat het goed. Erg goed, zelfs. Het spelen met de instellingen van het niveau van de ai en hoe agressief de ai-rijders zich gedragen, levert toffe resultaten op. Niet zelden zagen we flink pittige gevechten op de baan. Daarbij werd af en toe best wat gebeukt, maar dat is niet erg. Project Cars 3 is er best de game naar om lekker te duwen en te trekken op de baan. Zelfs met auto’s met open wielen kom je daar mee weg. Inderdaad volstrekt onrealistisch, maar zo werkt het wel in deze game, en het zorgt in elk geval voor lekkere gevechten op de baan.
:strip_exif()/i/2003837230.jpeg?f=imagearticlefull)
Pitradio
Het hinken op twee gedachten komt trouwens ook elders terug. In alle events praat namelijk een race-engineer tegen je. De teksten klinken prima en zouden zo van de pitradio’s van F1-teams kunnen zijn overgenomen. De engineers sporen je aan om goede resultaten te rijden in de korte kampioenschappen die je af en toe tegenkomt, en wijzen je op het belang van consistentie bij Pace Setter-events. Ook dit is weer een detail dat de autosport-sfeer versterkt. Zodra de bolides beginnen te rijden, wordt dat in de gameplay weer volledig losgelaten, om nog maar niet te beginnen over het feit dat er überhaupt geen pitcrew of pitstop is te zien.
Maar dat ‘volledig loslaten’ van realistische autosport, waar merk je dat dan aan? Om te beginnen aan hoe je de game speelt. In Project Cars 2 hebben we momenten ervaren waarop we de game echt niet konden spelen met een controller. Althans, niet zonder een flink aantal rijhulpen aan te zetten. Dat was mede afhankelijk van welke auto we kozen, maar soms was een stuur echt een must. Los daarvan was spelen met een stuur ook gewoon leuker. Je had meer controle, meer het gevoel dat je echt aan het racen was. Bij Project Cars 3 ligt dat anders. De game is minstens zo goed, misschien zelfs wel beter speelbaar met een controller. Natuurlijk blijft spelen met een stuur en pedalen wel leuk, maar de ervaring daarvan is op zijn best als je het gevoel hebt dat het daadwerkelijk wat toevoegt. Dat is hier niet het geval. Je hebt eerder het gevoel dat je onnodig hard werkt, omdat de game met een controller net zo prima is te spelen. Toeval of niet: het instellen van ons Thrustmaster T300RS-stuurtje, wat zelden een probleem is in games, gaf in Project Cars 3 juist ontzettend veel problemen. Hier geldt uiteraard ‘n=1’, dus het zou kunnen dat dit aspect in Project Cars 3 normaliter geen hoofdpijn geeft. Bij ons was dat dus wel het geval.
Beloningen en Rivals
We gaan weer even verder met de Career Mode. We noemden al dat je doelstellingen behaalt voor punten waarmee je nieuwe klassen vrijspeelt en dat je credits verdient waarmee je nieuwe auto’s kunt kopen of extra klassen eerder kunt vrijspelen. Dat zijn de hoofdzaken, maar er is meer. In elke race - of dat nu in de Career Mode is of elders in het spel - vergaar je ervaringspunten. Natuurlijk scoor je die door een race te winnen, maar ook door goed te rijden. Het afwerken van zogeheten ‘perfect corners’, maar ook in iemands slipstream rijden of een ‘clean overtake’ leveren XP-bonussen op. Het totaal aan ervaringspunten kan verder worden geboost als je de moeilijkheidsgraad opkrikt en/of rijhulpen uitschakelt.
:strip_exif()/i/2003837258.jpeg?f=imagearticlefull)
Een ander beloningssysteem zorgt ervoor dat dat meer nut heeft dan het lijkt. De game houdt namelijk allerlei mijlpalen bij. Dat kan iets simpels zijn als ‘Win races op Hockenheim’, waarbij je per zoveel gewonnen races een XP-bonus krijgt. Maar er is ook een ‘No help needed’-mijlpaal die je overwinningen telt die zijn behaald zonder enige rijhulp, en ook die levert je extra ervaringspunten op. Handig, want dat telt weer door in de XP-punten die je hebt verzameld met de auto waar je zojuist mee hebt gewonnen. Gevolg is dat de upgrades die je wellicht voor die auto koopt goedkoper worden. Dat kan handig zijn, want je hebt niet altijd credits voor nieuwe auto’s, maar je huidige auto upgraden naar een hogere klasse is goedkoper. Bijkomend voordeel is dat je de auto al kent en weet hoe hij zich gedraagt. Of het voor elke auto realistisch is, valt natuurlijk niet helemaal te claimen, maar we hebben ons goed vermaakt met de verschillende auto’s die we in Project Cars 3 bestuurden.
Indirecte competitie
De Career Mode biedt uitdaging, zo veel is zeker. Naarmate je verder komt en het tempo omhoog gaat, worden foutjes harder afgestraft en wordt het spel dus gewoon moeilijker. Toch zal dat voor veel racegamers niet voldoende zijn. Voor hen zijn er dan de multiplayer en de nieuwe Rivals-modus. Die laatste is wel interessant, want hij staat je toe om indirect tegen anderen te rijden. Per dag, week en maand plaatst Slightly Mad Studios nieuwe uitdagingen. Je prestaties hierin, waarvoor je een maximaal aantal pogingen krijgt, worden in een ranglijst vergeleken met andere gamers. Steeds koppelt het spel drie rivalen aan je die ongeveer in jouw ‘range’ vallen. Ben je sneller, dan krijg je bij je volgende poging weer nieuwe rivalen. Aan het eind van de dag, week of maand bepaalt de eindranglijst wat voor beloning je krijgt. Een leuk systeem dus, dat je op natuurlijke wijze aanspoort steeds betere tijden neer te zetten. Hier komen de Pace Setter-events ook uitstekend tot hun recht. In alle eerlijkheid: in de Career Mode zijn ze vaak gewoon frustrerend. Je hebt dan helemaal geen zin om twintig pogingen nodig te hebben om eindelijk die drie objectives binnen te halen. In Rivals is dat een heel ander verhaal. Hier race je dus indirect tegen anderen en gaat het erom wie het best is. Dan is Pace Setter, door de relatief hoge moeilijkheidsgraad van het rijden van drie hoogwaardige en foutloze rondes, een stuk leuker en spannender.
Regen maakt indruk, vr niet
Wat Rivals, maar uiteraard ook de Career Mode en multiplayer, enorm helpt is de aanwezigheid van een fiks aantal auto’s en tracks. Een racegame blijft langer leuk als je in veel verschillende auto’s en op veel verschillende banen kunt rijden. Dat zit in Project Cars 3 wel goed. Met 211 auto’s bij introductie van de game zet Project Cars 3 zeker geen record neer - niet eens de helft van een record - maar het zijn er absoluut genoeg om af en toe keuzestress te veroorzaken. Die auto’s kun je meenemen naar 49 verschillende fictieve en bestaande locaties, variërend van lange stukken doorgaande weg langs de Californische kust tot een groot aantal bekende circuits, met daarbij de Nordschleife van de Nürburgring als terugkerend favorietje. Natuurlijk zal er altijd gezeurd worden over ontbrekende circuits, en banen als Zandvoort en Le Mans hadden wij ook best leuk gevonden, maar goed: met 49 locaties die goed zijn voor 122 verschillende track-lay-outs mogen we niet klagen.
Van nat naar droog of omgekeerd
Die lay-outs verschillen dus, maar eenzelfde track kan op verschillende momenten heel anders aanvoelen. Ook hier laat Project Cars 3 weer wat simulatie-elementen zien. De manier waarop het asfalt verandert op basis van het weer is iets dat we kennen van goede simulaties. Daarbij durven we niet met zekerheid te zeggen of temperatuur een rol speelt - we hadden het idee van wel - maar de regen doet dat onomstotelijk wel. Het is leuk om daarmee te spelen in Project Cars 3. Je kunt bij Custom Events instellen met wat voor weer je een race begint en hoe die moet eindigen. Zo kun je dus van droog naar nat, of omgekeerd. Je merkt dat de baan dan per ronde verandert. Daarbij moeten we wel zeggen dat die veranderingen erg snel optreden als je een korte race rijdt, maar als je een wat langere race rijdt, zie je op geloofwaardige wijze plassen ontstaan. Ook andersom, dus van nat naar droog, is leuk. Aanvankelijk zul je langzaam een droge lijn zien ontstaan, waarbij elk uitstapje buiten die lijn nadelige gevolgen heeft voor je grip en dus je rondetijd.
:strip_exif()/i/2003837216.jpeg?f=imagearticlefull)
Daarbij valt trouwens ook op hoe mooi de regeneffecten zijn. De druppels op de auto, maar ook de regen zelf en het water op het asfalt, zien er prima uit. Daarmee is dat een sterk punt van een game die het grafisch verder wat wisselvallig doet. Zo zijn de lichteffecten over het algemeen mooi, maar komen sommige ervan toch niet lekker uit de verf. Denk daarbij aan het in- en uitrijden van een tunnel, waarbij de belichting op een bepaalde plek verspringt in plaats van dat een effect optreedt dat simuleert hoe je ogen wennen aan licht en donker. Ook kent de game wat grafische glitches. Die zijn niet heel erg en zelfs amper storend, maar uiteraard wel slordig. In algemene zin geldt ook dat de auto’s zelf beter scoren dan de omgevingen. Sommige gebouwen ogen bijvoorbeeld vrij gedateerd. De auto’s ogen en bewegen wel weer goed. Let bijvoorbeeld in replays eens op hoe het gewicht van de auto’s naar voren verplaatst bij het aanremmen of hoe ze reageren op kerbstones en andere hobbels. Dat ziet er allemaal prima uit.
Virtual reality
Wie kan leven met minder mooi, maar op zoek is naar de meest intense ervaring, kan in Project Cars 3 weer aan de slag met virtual reality. Zoals gezegd was dat voor ons het hoogtepunt van Project Cars 2. Dat vr in de game zit, is uiteraard goed. We komen het bij te weinig racegames tegen. Toch maakt de virtualreality-modus van Project Cars 3 weinig indruk. Dat heeft natuurlijk meerdere redenen. De hardware is al jaren niet veranderd, dus al te indrukwekkende stappen hoeven we op dat vlak niet te verwachten. Daarnaast sluit Project Cars 3 als game wat minder aan bij wat vr op tafel legt. Het meeslepende, maar ook de meerwaarde van het beter kunnen inschatten van bochten in vr, komt in een iets meer simgerichte game beter uit de verf. Project Cars 3 brengt meer chaos. Niet erg, ook niet slecht voor het spelplezier, maar van de uitstekende match die vr met Project Cars 2 had, is hier geen sprake.
Rest ons nog een kritiekpuntje op de interface, want die werkt af en toe behoorlijk onhandig. Of het nu gaat om een goed overzicht van je auto's of simpelweg om hoe snel je vanuit het hoofdmenu in een race kunt zitten, Project Cars 3 laat te wensen over. En weliswaar niet onoverkomelijk, maar wel onhandig is dat als je een race wilt herstarten, de game je niet meteen terug naar de startgrid brengt, maar naar het menu dat daarvoor zit.
Meten is weten: hoe draait de pc-versie?
Om meer inzicht te krijgen in de prestaties van de pc-versie van Project Cars 3 hebben wij een reeks benchmarks uitgevoerd. We hebben het wegens gebrek aan tijd voor nu bij alleen 1080p gehouden en hogere resoluties alleen met de RX 5700 XT en RTX 2070 Super gedraaid. Zou je in het vervolg ook de testresultaten met andere kaarten op meer resoluties willen zien, laat dat dan vooral weten in de reacties.
Allereerst hebben we een aantal gpu's vergeleken op twee systemen, een met een Intel Core i9 10900K als processor en een met een AMD Ryzen 9 3900XT, de snelste gaming-cpu's uit beide kampen. Daarnaast hebben we vergeleken hoe de game presteert met een RTX 2070 Super en RX 5700 XT, op drie resoluties. Ook benchmarken we de wat oudere mid-range GTX 1060 en RX 580 op 1080p-resolutie, met drie verschillende kwaliteitsinstellingen. Ten slotte hebben we de game met een reeks processors getest in combinatie met de RTX 2080 Ti op 1080p, om de invloed van de processor nader te bekijken.
De benchmark bestaat uit een 90 seconden durende replay op de Nordschleife die realtime wordt gerenderd. In de benchmark meten we met PresentMon de frametimes, waaruit we zowel de gemiddelde framerate (fps) als het 99e en 99,9e percentiel berekenen en die laatste twee in milliseconden rapporteren. Belangrijk is om in het achterhoofd te houden dat die allerhoogste percentielen wat foutgevoeliger zijn. De gebruikte driverversies zijn voor Nvidia 452.06 en voor AMD 20.8.3.
- 'Low' settings
- 'Medium' settings
- 'Ultra' settings
Gpu's vergeleken
In totaal hebben we met elf gpu's getest op 1080p-resolutie en ultra-instellingen, zowel op een systeem met de 10900K als een systeem met de 3900XT. Deze twee high-end processors zetten allebei goede prestaties neer als we naar de verschillende videokaarten kijken. Zelfs de GTX 1650 komt comfortabel boven de 60 fps uit en haalt daarbij voldoende strakke frametimes.
Over de gehele linie valt op dat videokaarten van zowel AMD als Nvidia beter presteren in combinatie met de 10900K dan met de 3900XT, maar dat de RX 5700 XT in verhouding beter presteert met de Intel-cpu tegenover de RTX 2070 Super, dan met de 3900XT het geval is.
- 10900K - FPS
- 3900XT - FPS
- 10900K - 99p
- 3900XT - 99p
- 10900K - 99,9p
- 3900XT - 99,9p
RTX 2070 Super versus RX 5700 XT
Twee populaire luxere gpu's die we met elkaar hebben vergeleken zijn de RTX 2070 Super en de RX 5700 XT, die we op ons systeem met een Ryzen 9 3900XT hebben getest. Voor deze twee geldt dat ze qua prestaties in veel games gemiddeld genomen aardig dicht bij elkaar in de buurt zitten. Vanwege dit prestatieniveau hebben we gekozen voor ultra- en medium-instellingen op meerdere resoluties: 1080p, 1440p en 4K (2160p).
Over de prestaties van deze twee videokaarten in Project Cars 3 kunnen we kort zijn: die zijn uitstekend. Zowel AMD als Nvidia behalen hier prima framerates en dito frametimes. De verschillen zijn bovendien klein, enkel op 1440p met ultra-instellingen loopt de RTX 2070 Super iets uit op de RX 5700 XT. Het feit dat beide kaarten op 4k in ultra nog zulke hoge prestaties neerzetten, maakt duidelijk dat er geen grafisch monster nodig is voor Project Cars 3. Ten slotte valt op dat het prestatieverlies door het verhogen van de resolutie lang niet zo hoog is als we in veel andere games zien.
- 4K ultra
- 4K medium
- 1440p ultra
- 1440p medium
- 1080p ultra
- 1080p medium
GTX 1060 versus RX 580
Naast de twee snellere videokaarten hierboven hebben we ook twee oudere maar populaire mainstream gpu's vergeleken: de GTX 1060 6GB en de RX 580 8GB, eveneens getest met een Ryzen 9 3900XT. Dit duo behoort weliswaar niet meer tot de nieuwste generatie, maar de kaarten zijn desondanks nog in veel gaming-pc's terug te vinden. Bovendien zijn deze twee qua prestaties doorgaans eveneens erg aan elkaar gewaagd, wat ons voor Project Cars 3 meer inzicht geeft in hoe AMD en Nvidia zich qua gpu-prestaties tot elkaar verhouden.
Ook de RX 580 en GTX 1060 weten zich in Project Cars 3 op 1080p uitstekend staande te houden, met hoge framerates en strakke frametimes. Opnieuw zien we tussen beide kampen weinig verschil. Het spel prefereert geen van de twee boven de ander, bij eerdere games in de serie was dat wel anders. Het verlagen van de kwaliteitsinstellingen resulteert uiteraard in een hogere framerate, maar gezien de goede prestaties op ultra zouden we dat alleen aanraden als je niet tevreden bent over de framerates.
Processortests
De processortest geeft duidelijk weer dat Project Cars 3 een voorkeur heeft voor Intel-processors, als het op gemiddelde framerates aankomt. Kijken we naar de frametimes, dan wordt dat beeld iets genuanceerd. In de hoogste percentielen doen de Ryzen-processors het naar verhouding wat beter, maar zoals gezegd zijn resultaten van deze percentielen wel foutgevoeliger. Geen enkele processor scoort echter problematisch in onze test, en ook de minder luxe processors zijn in staat het spel vloeiend te draaien.
- 1080p Ultra - gem. FPS
- 1080p Ultra - 99p
- 1080p Ultra - 99,9p
Conclusie
Waar ging het mis? Dat is de vraag die we nu misschien het best kunnen stellen. Project Cars 3 is helemaal geen slechte game, maar hinkt vooral veel te veel op twee gedachten. Het lijkt alsof de ene helft van het ontwikkelteam een vervolg op Project Cars 2 heeft willen maken terwijl de andere helft met een arcadegame bezig was. Nou is dat min of meer ook wel zo, want Slightly Mad Studios heeft al eens aangegeven dat deze game gezien kan worden als een onofficiële opvolger van Need for Speed: Shift. Dat is mooi, maar waarom hang je de game dan in een serie die op een heel ander fundament is gebouwd dan de Shift-games? Slightly Mad Studios en Codemasters zetten gamers op deze manier ongelooflijk op het verkeerde been. Eenmaal aan het spelen blijkt dan ook nog dat een reeks features de arcadekant sterker maakt, terwijl andere features beter bij een meer op simulatie gerichte racegame zouden passen. Dit is niet de game waar fans van Project Cars 2 op zaten te wachten, en tegelijkertijd is het maar de vraag of liefhebbers van arcaderacers door hebben dat deze game er nu is. Dat is wel te hopen, want Project Cars 3 doet veel goed. Een aanrader kunnen we het echter niet noemen. Daarvoor hinkt de game te veel op twee gedachten en weet hij uiteindelijk niet genoeg te overtuigen.
Eindoordeel
Door effecten als motion blur kwamen de door onszelf gemaakte screenshots niet goed uit de verf. Om die reden hebben we ervoor gekozen officiële screenshots te gebruiken in deze review. Bekijk voor een duidelijker beeld van de game de gameplayvideo's die je elders in deze review kunt vinden.