Een probleem waar SyRI last van heeft is dat het nauwelijks effect heeft. Het systeem is bedoeld om fraudeurs op te sporen, maar dat is ondanks meerdere programma's nog geen één keer gelukt. Althans, als het gaat om SyRI zoals dat sinds 2014 bestaat. Dat specifieke programma, zoals beschreven in de aangepaste Wet SUWI, is nog niet vaak ingezet. Dat gebeurde slechts vijf keer bij gemeenten, specifiek in Eindhoven, Haarlem, Capelle aan den IJssel, en twee keer Rotterdam. Althans, dat was de bedoeling. In alle gevallen werd het programma vroegtijdig afgebroken of ging het helemaal niet door.
Het eerste SyRI-project zou plaatsvinden in de Afrikaanderwijk in Rotterdam, maar er was te weinig capaciteit bij de Inspectie SZW om het door te zetten.
Een programma in Capelle aan den IJssel ging fout omdat de data verkeerd werd aangeleverd. Er waren velden verkeerd ingevuld, en daardoor kon de data niet op de juiste manier worden gekoppeld.
In Eindhoven werd SyRI tussen 2015 en 2017 ingezet in Gestel, waar verschillende wijken onder vielen. Dat project liep vertraging op door technische problemen waardoor de data niet meer actueel genoeg was voor het onderzoek, maar desondanks kwamen er 41 mogelijke fraudegevallen uit rollen. Die leidden echter niet tot nader onderzoek. Eindhoven zegt in de toekomst geen gebruik meer te maken van SyRI.
Een project in de Haarlemse Schalkwijk ging in zijn geheel niet door. De voorbereiding van het project duurde zolang dat de gemeente in tijdnood kwam om het af te ronden.
De meest recente inzet van SyRI vond plaats in Rotterdam, specifiek in de wijken Bloemhof en Hillesluis. Daarbij werden 1263 risicomeldingen aangedragen, maar ook daarbij werden geen gevallen nader onderzocht. De gemeente werd het niet eens over de wettelijke grondslag van het project. Daarop besloot burgemeester Aboutaleb het project stop te zetten.
Hoewel SyRI pas in 2014, met een aanpassing van de Wet SUWI, officieel in het leven werd geroepen, bestaat het concept al veel langer. Sinds 2008 zijn er tientallen gemeenten geweest die op hun eigen manier verschillende algoritmes bij elkaar gooiden in de hoop fraudeurs te pakken. Wat precies het doel was van deze SyRI's avant la lettre is niet bekend. Het Platform Bescherming Burgerrechten deed verschillende verzoeken onder de Wet openbaarheid van bestuur, maar kreeg bij de meeste informatieverzoeken nul op het rekest.

Zorgen om de persoonlijke levenssfeer
Weinig succes, veel impact, brede definities: het was reden voor een aantal privacyvoorvechters om SyRI via de rechter te stoppen. De coalitie bestaat behalve uit het Platform Bescherming Burgerrechten, ook uit het Nederlands Juristen Comité voor Mensenrechten, de Stichting KDVP, de Landelijke Cliëntenraad en de stichting Privacy First. Ook zijn er twee individuele klagers bij aangesloten. Schrijvers Tommy Wieringa en Maxim Februari schreven allebei columns over de impact van SyRI. Omdat het ministerie van Sociale Zaken SyRI in de wet heeft verankerd, is dat ook de verdedigende partij in de zaak.
De aandacht en kritiek komen niet alleen van bezorgde burgers en een consortium van privacyvoorvechters. Zo schreef de Raad van State in 2014 een vernietigend rapport over het programma. De kritiek was ongeveer dezelfde als die van het Platform Bescherming Burgerrechten en de andere partijen: te breed en te ingrijpend. "Deze categorieën zijn zo veelomvattend dat de gegevens die eronder vallen, diep ingrijpen in iemands persoonlijke levenssfeer", schreef de Raad. Een belangrijke toevoeging is het feit dat de lijst met gegevens volgens de Raad van State 'in feite zo ruim is dat er nauwelijks een persoonsgegeven te bedenken is dat niet voor verwerking in aanmerking komt'. De Raad onderschrijft daarmee waar Wisman ook bang voor is: dat er weliswaar een lijst is met gegevens die mogen worden opgevraagd, maar dat een gemeente of instantie die lijst gemakkelijk kan oprekken om veel méér gegevens op te vragen.
Kritiek van de Autoriteit Persoonsgegevens
De Autoriteit Persoonsgegevens, de Raad van State én een VN-rapporteur zijn kritisch over SyRI
Ook de Autoriteit Persoonsgegevens gaf twee keer negatief advies over het programma. Dat gebeurde in 2012 en in 2014, toen de privacywaakhond officieel nog het College Bescherming Persoonsgegevens was. Dat noemde SyRI buitenproportioneel. "Bij geen van de afzonderlijke maatregelen wordt de noodzaak onderbouwd met een concrete, inhoudelijke belangenafweging", schreef de waakhond. In 2011 legde het College zelfs een last onder dwangsom op aan de Inspectie SZW, omdat die instantie burgers die werden doorgelicht, niet informeerde over de gegevensverzameling. Vorige week kwam er ook internationale kritiek op het plan toen de VN-rapporteur voor extreme armoede in een rapport, naar aanleiding van deze rechtszaak, stelde dat SyRI leidde tot 'digitale stigmatisering van arme burgers'.
Als je alle kritiek opstapelt, is het bijna onvoorstelbaar dat de wetswijziging zomaar door de Tweede Kamer is aangenomen. Gek genoeg vonden ook veel politici dat. Omdat SyRI een aanpassing was van een uitgebreide, grotere socialezekerheidswet, ging het stuk vrijwel routineus door de Kamer. Uit een reconstructie van NRC blijkt dat politici destijds amper bezig waren met de wet. Sommige partijen, zoals de VVD en SP, waren juist blij met de 'extra slagkracht', terwijl andere privacywoordvoerders, zoals D66-Kamerlid Kees Verhoeven en PvdA'er Astrid Oosenbrug, Sociale Zaken niet in hun portefeuille hadden.
Al die kritiek was voor de huidige generatie privacyvoorvechters reden genoeg om bij de Haagse rechtbank af te dwingen dat SyRI wordt stopgezet. De tegenstanders willen geen concessies of waarborgen, maar een algeheel stopzetten van het systeem. Of dat gaat gebeuren, horen we pas volgend jaar. Op 29 januari 2020 doet de rechtbank uitspraak.