Xenoblade Chronicles 2
Alle grote uitgevers willen hun belangrijkste games in de aanloop naar Black Friday in de winkel hebben, wat wil zeggen dat verreweg de meeste games in oktober en november op de markt verschijnen. Het zijn er zoveel dat we die niet allemaal voor Black Friday konden bespreken, terwijl een deel van die games toch zeer de moeite waard is. Daarom maken we een korte inhaalactie en nemen we hier alsnog een aantal games onder de loep.
Xenoblade Chronicles 2
Met Xenoblade Chronicles 2 heeft het Japanse Monolith Soft een waardig vervolg gemaakt op het eerste deel uit de serie, dat in 2010 verscheen voor de Wii. Net als in het eerste deel krijg je waar voor je geld, want je bent gemakkelijk 80 uur bezig als je de campagne uit wilt spelen. Dan heb je alle uithoeken van de enorme spelwereld gezien en ben je uitgegroeid tot een volleerd Driver.
 |
Titel |
Xenoblade Chronicles 2 |
 |
Platform |
Nintendo Switch |
Prijs |
€ 54,- |
Het verhaal in dit vervolg staat volledig los van de voorganger. In Xenoblade Chronicles 2 ben je Rex, een jonge Salvager die probeert waardevolle spullen van de bodem van de zee te vissen. Het lot stuurt je echter in een andere richting. Salvager zijn is stoer, maar al direct aan het begin krijgt Rex de kans om Driver te worden, en dat is nog veel stoerder. Drivers zijn de krijgers van Alrest, de wereld waarin de game zich afspeelt. Xenoblade is typisch Japans, dus vriendschap en samenwerken staan centraal. Dat vertaalt zich hier in de band die je op kunt bouwen met verschillende Blades. Een Blade is een soort afspiegeling van jezelf, maar dan in een heel andere gedaante. Blades zijn er in allerlei soorten en maten; van tijgers en lopende vogels tot robots en krijgers in een harnas. Als hoofdrolspeler heeft Rex een speciale Blade, een Japanse manga-chick die Pyra heet. Ze is vernoemd naar haar mogelijkheid om uit het niets een vlam tevoorschijn te toveren. Je bestuurt Rex - en af en toe ook iemand anders - maar krijgt de opties van Pyra er gratis bij.
Daarmee heb je nog niet alle vriendschap in de game gehad, want gedurende de game ontmoet Rex de nodige figuren die zich om verschillende redenen bij hem aansluiten. Zo heb je al snel een groep van twee en soms zelfs drie vrienden bij je, bij wie allemaal een Blade achter ze aan hobbelt. Met dat gezelschap raak je in gevechten verzeild met groepjes die in omvang variëren van een tot vier tegenstanders. Ook aan een enkele tegenstander van hetzelfde level heb je soms echter je handen vol.
Helaas!
De video die je probeert te bekijken is niet langer beschikbaar op Tweakers.net.
Xenoblade Chronicles 2.
Plotwendingen genoeg
Van een rpg die ruim 80 uur beslaat en enkel een campagne bevat, mag je een verhaal verwachten. Ontwikkelingen zijn er genoeg in XC2. Het duurt aardig lang voordat het geheel een beetje op gang komt, maar tegen het einde zijn er genoeg verrassingen en plotwendingen. De dialogen zijn niet altijd even sterk, en dat geldt ook voor de voice acting. De game heeft wat last van de typisch Japanse gewoonte om dialogen te lang door te laten lopen, ook als het punt allang is gemaakt. Zelfs de meest onbeduidende personen kunnen je flink aan de praat houden. De voice acting bestaat uit een wat vreemde mix van Schotse en Amerikaanse accenten. Het doet allemaal wat kinderlijk aan, wat misschien niet vreemd is met een tiener in de hoofdrol. De enige echte dissonanten in het geheel zijn de Nopon, vreemde kogelronde wezentjes die met een wel heel infantiel accent spreken. Ook de hoofdpersonen van de game zijn niet al te sterk. Zo missen Rex en Pyra naar westerse maatstaven wat diepgang. Gelukkig steekt een personage zoals de wat nukkige Nia wat spannender in elkaar.
De gevechten die je met je team voert zijn real-time. Je bestuurt dus Rex, maar kunt tegelijk ook gebruikmaken van de eigenschappen van de andere teamleden, en van de Blades in het gezelschap. Dat is net zo complex als het klinkt, al is het nog redelijk overzichtelijk doordat Rex en alle anderen beschikken over auto-attack. Als je de aanval eenmaal ingezet hebt, doen Rex en zijn medestanders hun werk vanzelf. Uiteraard vallen ze alleen met hun meest basale opties aan, maar het maakt toch dat je niet constant op knoppen hoeft te drukken. Sterker nog, eigenlijk verloopt het knokken in XC2 redelijk rustig. Je hoeft opvallend weinig te doen. Opletten en vooral goed timen is daarbij overigens wel van levensbelang.
Rex beschikt zelf over drie aanvallende skills die hier Arts zijn gedoopt. Door zijn auto-attacks vult de meter van de drie skills zich, en als de meter vol is kan hij de betreffende skill inzetten. Met het gebruik van je Arts vul je weer een andere meter voor je speciale aanvallen, en die speciale aanvallen kun je linken aan die van een ander teamlid om een Blade Combo te maken. Dan is er nog een teammeter die zich langzaam vult, en die heeft een tweeledig doel. Je kunt er gevallen teamleden mee laten herrijzen, maar als de meter helemaal is gevuld kun je er ook een Team Attack mee uitvoeren. Daarbij voeren je teamleden een voor een een zeer krachtige aanval uit terwijl de tijd even stilstaat. Die Team Attacks zorgen vaak voor het verschil. Je moet dus maar hopen dat je tijdens een gevecht niet te vaak een teamlid te hulp hoeft te schieten, want daarmee loopt de meter leeg die je gevuld wilt hebben voor een volgende Team Attack.
Het spel der elementen
Dit is precies waarom de samenstelling van je team van groot belang is. Er zijn verschillende Blades waar je uit kunt kiezen, en het worden er gedurende de campagne steeds meer. Ze zijn er in de smaken HLR, TNK en ATK, oftewel healer, tank en attack. Een healer in je team is van levensbelang. Verder is het een beetje zoeken naar je favoriete samenstelling. De elementen spelen daarin ook nog een rol, want net als Pyra is elke Blade, maar ook elke tegenstander, gekoppeld aan een element. Wapens en eigenschappen van zowel Rex, je teamgenoten en alle Blades kun je bovendien opwaarderen met eigenschappen naar jouw keuze. Je kans op succes in een gevecht wordt dus voor een groot gedeelte vooraf bepaald. Welke Blades neem je mee, hoe waardeer je hun eigenschappen en wapens op? Gevechten zelf zijn vervolgens relatief passief. Het is wachten tot de meters vollopen na de eerste auto-attacks, en vervolgens goed opletten wanneer je de eigenschappen van je teamgenoten kunt benutten. Die opties worden steeds netjes in beeld weergegeven, al is de info over alle hoeken van je scherm verspreid. Dat is nog het lastigste van het knokken: de queues die je krijgt, duiken overal in je scherm op.
Het leukste van het vechten is dat je je tegenstanders kunt ontregelen. Dat doe je door in te spelen op de elementen - water inzetten tegen vuur - maar vooral ook door ze kwetsbaar te maken. De leukste eigenschap is dat je met Rex een tegenstander omver kunt kegelen, in de lucht kunt gooien en daarna op de grond kunt laten kwakken. Het geheel duurt vrij lang, en al die tijd is het slachtoffer kwetsbaar voor aanvallen van je teamgenoten. Het is een van de vele eigenschappen waarvoor je op tijd moet handelen. Voor veel van dergelijke opties geldt dat er een korte timer loopt waarbinnen je de skill in moet zetten. Het geldt ook voor de special van je Blade. Het gaat om een soort quicktime events tijdens een gevecht, al zijn ze juist daardoor minder saai. Vechten in XC2 is dus vooral een kwestie van allerlei timers in de gaten houden.
Zeker in het begin valt het niet mee om het geheel te bevatten, hoewel niet alle opties tegelijk worden geïntroduceerd. Het is ook precies waar de game het enigszins laat afweten. Er is uitleg over elk individueel systeem. Die uitleg is echter beknopt, en bovendien niet terug te lezen. De moeilijkheid van de game loopt netjes op, maar dat kan betekenen dat je de diepgang van het systeem laat in de game pas echt ten volle zult moeten gaan benutten, en dan is dus nergens meer terug te vinden hoe systemen werken. Het is daarom verstandig om screenshots te maken van de uitleg.
Ongepolijst
Xenoblade Chronicles 2 is daarin wat ongepolijst, en dat geldt op meer vlakken. Zo zou een goede kaart erg handig zijn. Alrest is een enorme spelwereld, verdeeld in flinke stukken. De quests die Rex krijgt, sturen hem naar alle uithoeken. Er zijn ook redelijk wat sidequests, zodat je zaken niet in een vaste volgorde hoeft af te werken. Dat maakt dat je flink door de spelwereld kunt zwerven, waarbij je gemakkelijk de weg kwijtraakt. Er is een kaart, maar die is waardeloos doordat je niet kunt zoomen en er geen locaties op staan aangegeven. Het beste werkt nog om in de locaties te zoeken waar je middels fast travel naar kunt teleporteren. Die optie is overigens erg handig, al heb je het teleporteren lang niet altijd nodig, want zowel rennend als zwemmend verplaats je jezelf lekker snel.
De spelwereld is overigens niet alleen groot, maar ook erg mooi. Hij is fantasierijk, kleurrijk en vol leven. Het duurt even voor je het open deel van de spelwereld bereikt, maar dan is het ook direct mooi en spannend tegelijk. Als eenvoudig Drivertje van level 7 kun je tegen tegenstanders aanlopen die level 18 zijn, maar ook tegen monsters van level 81. Aan die eerste categorie kun je nog ontkomen door hard weg te rennen. De tweede categorie - die bestaat uit enorme gorilla's - is daar veel te sterk voor. Het geeft de game een prettige spanning; je kunt zelf de gevaren opzoeken als je daar zin in hebt.
Conclusie
Het is overigens goed om te merken dat het levellen goed werkt. Een tegenstander van gelijk niveau kan lastig zijn doordat je misschien net niet de goede upgrades voor je wapens hebt en daardoor net niet genoeg bestand bent tegen de elementen die de betreffende tegenstander benut. Met een leveltje hoger voor Rex of zijn vrienden, of net die ene upgrade voor een wapen, lukt het wellicht wel. Dat is precies de aantrekkingskracht van Xenoblade Chronicles 2. Het succes in gevechten wordt grotendeels vooraf bepaald, en het helpt daarbij zeer om aan de uitrusting en eigenschappen van je teamgenoten te sleutelen. Lukt die ene quest niet? Doe wat sidequests, verken de wereld, verzamel wat spullen, verkoop ze, koop wat nieuwe spullen, en probeer het opnieuw. Xenoblade Chronicles 2 is daarmee vooral een tactisch steekspel waar je wat geduld voor moet hebben. Wie door de te lange dialogen heen kan kijken, goed oplet bij de uitleg van de verschillende skills die je tot je beschikking hebt, en kan leven met een gebrekkige kaart, heeft aan Xenoblade Chronicles 2 een mooie en vooral lekker uitgebreide rpg.
:strip_exif()/i/2001739309.jpeg?f=imagearticlefull)
Cuphead
Ja, games worden steeds makkelijker. De meeste grote studio's zorgen ervoor dat het weinig moeite kost om het einde van een campagne te bereiken als je minder goede reflexen of weinig inzicht en geduld hebt. Die ontwikkeling is al even gaande en zorgde zelfs al voor een tegenbeweging, via games als Dark Souls en Nioh, games die juist notoir moeilijk zijn. Cuphead past in dat rijtje, hoewel de stijl radicaal afwijkt van z'n pittige tijdgenoten. Waar zowel Nioh als Dark Souls zich afspelen in een duistere wereld vol draken en demonen, is de wereld in Cuphead eerder vrolijk. Schijn bedriegt echter, want de stijl en het kleurgebruik mogen vrolijk ogen, het verhaal is dat geenszins.
 |
Titel |
Cuphead |
 |
Platform |
Xbox One, Windows 10 |
Prijs |
€ 19,99 |
Cuphead draait om het gelijknamige mannetje. Samen met zijn broer Mugman - die door een tweede speler 'lokaal coöp' bestuurd kan worden - laat hij zich verleiden tot een spelletje dobbel met de duivel. Uiteraard wint de duivel, waarna de twee veroordeeld zijn tot een serie rotklusjes voor de duivel, die steeds leiden tot een confrontatie met een onwillig personage. Dat vormt het grootste deel van de campagne: vechten tegen een hele serie bosses. Die kom je tegen in een bovenwereld, en behalve de afslagen naar de kerkers waar de bosses zich bevinden, vind je daar ook de Run 'n Gun-missies. Daarnaast zijn er winkels waar je wapens en andere hulpmiddelen kunt kopen.
De bossfights vormen de hoofdmoot van de game. Het zijn er zo'n twee dozijn, en elk gevecht plaatst je tegenover een andere boss die ook weer andere bewegingen en aanvallen heeft. Bossfights bestaan steeds uit een aantal fases, al zie je dat pas als je dood bent. Dat gebeurt vaker dan je lief is. Mocht je elk van je drie levens hebben verspeeld, dan zie je opeens uit hoeveel stadia het gevecht bestaat, al heb je weinig aan die kennis. Er zijn geen savepoints en als je de drie levens hebt verspeeld, begint het gevecht gewoon weer opnieuw. Net als bij Dark Souls dien je ervan te leren, zodat je bij een volgende poging nog beter weet hoe de boss in de verschillende stadia reageert en wat je er tegenin kunt brengen. Niet dat Cuphead veel opties heeft. Je kunt bukken, springen en schieten, dat is het zo'n beetje. Schieten kan oneindig vaak, zonder zorgen over munitie. Wapens en opties kun je een heel klein beetje opwaarderen. Zo kun je een vierde leven kopen met de gouden munten die je kunt verzamelen in de Run 'n Gun-missies, maar dat extra leven heeft als nadeel dat je er iets minder schade in aanricht. De vraag is dus of je er zo heel veel mee opschiet.

Finetuning
De enige tegemoetkoming in de game is dat elke bossfight op Simple of Regular kan worden uitgevoerd. Bij Simple is het doorgaans zo dat er een stadium ontbreekt in de bossfight. Ook dan is zo'n fight echter nog steeds behoorlijk pittig; Simple betekent hier zeker niet zoiets als Easy. Zowel de bossfights als de Run 'n Gun-missies duren zo'n twee minuten, al voelt het doorgaans langer. Het zijn hectische minuten waarin elke onhandige beweging fataal kan zijn. Gevechten en runs spelen zich doorgaans op grotendeels dezelfde wijze af, zodat je leert wat er van je verwacht wordt. Daar schuilt ook meteen het minpunt van de game; in veel bossfights zit een toevalsfactor. Op zich geen probleem, maar in een aantal gevallen kun je daar behoorlijk veel hinder van ondervinden. Bijvoorbeeld bij de bommen die geheel toevallig wel heel ongunstig vallen, zodat je er ook met de grootste vaardigheid niet aan ontkomt, of dat platform dat random opduikt maar in die ene bossfight steeds net op plekken komt die je met geen mogelijkheid op tijd kunt bereiken. Op dat vlak hadden de verschillende confrontaties wel wat meer finetuning kunnen gebruiken. Het is frustrerend als je op de top van je kunnen met een prima run bezig bent, maar door de game met onoverkomelijke hindernissen wordt geconfronteerd.
Dat speelt minder in de Run 'n Gun-missies, die voor welkome afwisseling zorgen. Waar je in de bossfights in een zeer kleine arena wordt geplaatst, zijn de Run 'n Gun-missies pure sidescrolling waarbij je van links naar rechts rent, onderweg schietend en springend langs de vijanden en hindernissen. Veel makkelijker zijn ze niet, maar de missies vergen andere reflexen, en die afwisseling is prettig.
Wat Cuphead echter vooral onderscheidt, is de stijl van de game. Die is vrolijk en vooral ouderwets. De makers hebben goed gekeken naar klassieke tekenfilms uit de jaren '30. Betty Boop, Popeye en de oorspronkelijke Mickey Mouse: wie zijn klassiekers kent, zal veel herkennen. Vooral het geweld is herkenbaar, ook van recentere series als Tom & Jerry en The Flinstones. De muziek is al even ouderwets: veel swing en barbershop, met keurig gezongen koortjes en vileine teksten. Het geheel heeft een mooi ouderwets sausje gekregen, met wat kraak in het geluid en krassen in het beeld. De vrolijke kleuren en al even vrolijke klanken vormen een mooi contrast met de pittige gameplay. Alles lijkt lief en niets lijkt dodelijk, tot er uit het niets opeens enorme vuisten, geweren of kanonnen opduiken.
Conclusie
Niet alleen het uiterlijk en de muziek zijn klassiek: hetzelfde geldt ook voor de uitdaging die het spel biedt. Cuphead is een game waarin je bij elke confrontatie opnieuw moet leren wat het mechanisme is, om dat vervolgens met een nagenoeg perfecte timing te counteren met de beperkte middelen die je hebt. Het is zo'n game die je net zo lang moet spelen tot de bewegingen automatisch gaan, waarbij je het nadenken los moet laten en in een flow moet komen. Frustratie hoort daarbij. Helaas strooien de makers iets te gul met random gebeurtenissen, waardoor gevechten bij sommige pogingen niet kunnen worden gewonnen. Verder hebben we niets dan lof voor deze even grimmige als vrolijke vingerbreker.
Doom voor de Switch
Het zal de liefhebbers niet zijn ontgaan: Doom, de game die id Software weer helemaal terug op de kaart zette, is speelbaar op de Switch. Doom, dat anderhalf jaar geleden verscheen voor Windows, PlayStation 4 en Xbox One, is een ode aan de shooters uit de jaren '90. Ouderwets snel, lekker lomp en heerlijk bloederig. Met goede en mooie levels, en een prima engine om het geheel in beeld te brengen. Zelfs op console wist de game 60 fps en 1080p te halen.
 |
Titel |
Doom |
 |
Platform |
Nintendo Switch |
Prijs |
€ 52,99 |
Doom is een prima game. De actie is ongeëvenaard snel, maar door een uitgekiende set wapens kun je zelfs de grootste demonen de baas. Doom is daarmee een game die erin slaagt om je even een heel erg bad ass gevoel te geven. Dat geheel van mooie graphics, stevige systeemeisen, vloeiende actie vol zware wapens en bloedvergieten is nou niet iets dat je direct associeert met Nintendo en de Switch. Van alle games die voor de Switch zijn aangekondigd, is Doom daarmee misschien wel de meest opvallende.
Het goede nieuws is dat het werkt. Ontwikkelaars id Software en Panic Button zijn erin geslaagd om Doom ook op de Switch soepel te laten lopen. Dat lukt niet met 60 frames per seconde, maar wel met 30. Tijdens heftige actiescènes is er af en toe een dipje, maar over het algemeen speelt het redelijk stabiel. Bij een game als Doom maakt een framerate van 60 of 30 fps echter een heel verschil, dus de halvering is zeker voelbaar. Maar het is erg prettig dat de game 30 fps redelijk makkelijk weet te halen.
Helaas!
De video die je probeert te bekijken is niet langer beschikbaar op Tweakers.net.
Doom op de Switch.
Dynamische resolutie
Meer dan 720p hoef je daarbij niet te verwachten, ook niet als je de Switch in zijn dock plaatst. De game heeft een dynamische resolutie, ook op de Switch. De game past de resolutie dus automatisch aan, afhankelijk van de hoeveelheid actie in beeld. Knap, maar het betekent dat 720p de bovengrens is en dat de game daar ook af en toe onder duikt. Dat is mager, voor een game die geroemd wordt om zijn grafische rijkdom, maar in handheld mode valt de schade mee. Een beetje geholpen door de snelle actie van de game. In Doom heb je nu eenmaal weinig tijd om van de omgeving te genieten. Maar ook op rustige momenten valt de schade mee. Op het kleine scherm van de Switch ziet Doom er zeer acceptabel uit. Duidelijk minder goed dan op een pc, maar met 22 GB is de install ook beduidend kleiner, en daarmee dus ook het detail dat je in beeld ziet.
Dat beeld verandert als de Switch op een tv wordt aangesloten. Dan wordt opeens overduidelijk hoe veel detail er is ingeleverd. De makers proberen de schade enigszins te beperken door een blur over het beeld te leggen, maar dat kan niet verhullen dat het allemaal weinig flatteus wordt. Daarbij helpt het ook niet dat id Software voor een overdaad aan bruine en rode tinten heeft gekozen. Op andere platformen zit er zo veel detail in het beeld dat de makers er moeiteloos mee wegkomen. Hier wordt het iets dat een beetje op een bruine soep lijkt. Jammer, want Doom is juist een game die je gedocked wilt spelen.
Doom is ook een game waar je goed voor wilt gaan zitten en waar je een goede controller als de Pro Controller bij wilt gebruiken. Juist bij een game als Doom komen de tekortkomingen van de Joy-Cons aan het licht. De knoppen zijn echt te klein om een hectische shooter als Doom serieus mee te spelen. Het is een beetje tegenstrijdig; wat gameplay betreft komt Doom veel beter tot zijn recht als de Switch in zijn dock wordt geplaatst. Dan valt het beeld echter behoorlijk tegen. Het beeld is goed te pruimen in handheld modus, maar dan laat de bediening weer te wensen over.
Op zich is het te prijzen dat de makers voor gameplay zijn gegaan, en niet voor uiterlijk. De 30 fps helpen daarbij meer dan wat extra detail in beeld. Je moet echter wel even wennen aan het beeld op een tv. Bovendien is het beeld zo slecht dat er ook wel wat details verloren gaan die je eigenlijk wilt zien. Vooral vijanden in de achtergrond zijn slecht zichtbaar, zodat je minder goed voorbereid bent op wat er komt.
Conclusie
Het is uiteraard te prijzen dat de makers de game op het beeld na intact hebben weten te houden. Alle levels van de pc-versie zijn overgenomen en alle confrontaties zijn precies hetzelfde. Op dat vlak zijn er geen concessies gedaan. Je krijgt dezelfde monsters tegenover je, en hebt dezelfde wapens om je te verweren. Doom op de Switch is daarmee een prestatie van formaat. Het is knap dat de game behoorlijk soepel loopt, dat de pc-game in zijn geheel is overgenomen en dat het er in de handheld-modus nog redelijk uitziet ook. Helaas is Doom een game waarbij je de Switch eigenlijk liever in het dock plaatst, en dan schiet het uiterlijk van het spel flink tekort. Doom op de Switch overzetten is dus een knappe prestatie, die bewijst dat het mogelijk is om een pc-shooter tot zijn recht te laten komen op dit platform. Helaas is het ook niet meer dan dat. Het huwelijk tussen beide is niet gelukkig. De game verdient een beter platform, de Switch verdient andere games.
Football Manager 2018
November is voorbij, en dus spelen SEGA en ontwikkelaar Sports Interactive weer 'enabler' voor een verslaving die duizenden gamers al jaren in zijn greep houdt, met de release van Football Manager 2018. We prijzen de voetbalserie de laatste jaren steeds om dezelfde reden: telkens slaagt Sports Interactive er weer in een game neer te zetten die van meerwaarde is ten opzichte van zijn voorganger. Uitdagingen en de meer gestroomlijnde Classic-modus zorgden daar bijvoorbeeld voor, maar ook de kleine stapjes die de serie steeds zet om de voetbalwereld beter na te bootsen, zorgden voor complimenten. Eigenlijk is dat ook meteen de samenvatting van 'FM2018'.
 |
Titel |
Football Manager 2018 |
 |
Platform |
Pc/Mac |
Prijs |
€ 49,99 |
Je zou kunnen zeggen dat de 2018-versie van 's werelds populairste en beste voetbalmanagersim een grote 'killer feature' mist. Een grote toevoeging als bijvoorbeeld de Classic-mode zit er dit keer niet in. De game leunt daardoor wat zwaarder op de eerder gelegde basis. Dat is een risico, want de kans is dan erg groot dat er onvoldoende vernieuwing wordt geboden. Toch valt Football Manager 2018 niet in deze valkuil. De game weet zichzelf op diverse vlakken voldoende te veranderen en te verbeteren, waardoor het spel toch weer verfrissing biedt ten opzichte van Football Manager 2017.
Groepsdynamiek
Die verfrissing vindt de game bijvoorbeeld in een stap richting de menselijke kant van de voetbalwereld. Dat je als manager te maken krijgt met de klachten en zorgen van je spelers, is niet nieuw. Football Manager 2018 voegt daar echter een flinke nieuwe dimensie aan toe. De dynamiek in je team wordt nu veel uitgebreider getoond. De game identificeert wie de leiders van je spelersgroep zijn en welke spelers behoren tot de 'core' groep. Dat maakt het makkelijker om bij nieuwe aankopen in te schatten welke spelers wel en welke niet goed in die groep zullen passen, en het geeft ook inhoud aan de rol van de speler die 'belangrijk is in de kleedkamer'. In dit nieuwe systeem heeft elke speler bovendien een bepaalde status, en die status is van belang. Een speler die geen deel uit maakt van de 'hoofdgroep' kun je wat makkelijker voor zijn tenen stoten dan een jongen die goed in de groep ligt. Zoek je ruzie met een invloedrijke speler, dan is de kans groot dat je de halve selectie tegen je in het harnas jaagt. De positieve kant is dat je eventuele problemen ook door je spelersgroep op kunt laten lossen. Door invloedrijke spelers te vragen met ontevreden spelers in gesprek te gaan, worden problemen vaak voor je opgelost. Het bewaken van een goed groepsgevoel is dus belangrijk.
De toegenomen focus op de dynamiek in de groep houdt verband met elk ander aspect van de game. Hoe je je trainingen regelt, welke spelers je haalt, de resultaten: alles heeft invloed op je spelersgroep en dat heeft weer invloed op hoe het met je club gaat. Al die aspecten van het spel zijn grotendeels bekend, maar voor een deel behoorlijk op de schop gegooid voor Football Manager 2018. Zo worden scoutingrapporten op een nieuwe manier met je gedeeld, waardoor het in kaart brengen en houden van te volgen talenten makkelijker wordt. Ook de nieuwe weergave van het tactiekenscherm bevalt goed. Het biedt digitale managers meer feedback over de sterke en zwakke punten van hun tactiek.
Meer oog voor statistiek en analyse
In het verlengde daarvan ligt analyse. Vorig jaar zagen we al dat Football Manager meer en meer mee gaat in de huidige trends in de voetballerij. We lezen nog net geen 'Expected Goals'-statistieken in de game, maar analyse speelt in FM2018 opnieuw een grotere rol dan voorheen. Als manager van je club word je nu ook geacht om bijvoorbeeld data-analisten in dienst te hebben. Dat is maar een detail, maar het is wel illustratief voor hoe de nadruk jaar op jaar steeds meer op analyse is komen te liggen in Football Manager. Begrijpen wat er met je team gebeurt is immers de eerste stap richting verbetering. Waar je vroeger simpelweg spelers had die niet geheel wedstrijdfit waren of geblesseerd raakten, heb je nu een 'Hoofd Sportwetenschap' op je club rondlopen die doorlopend een analyse geeft van hoe groot de risico's op blessures zijn bij elk van je spelers. Dat helpt je weer om hun belasting bij wedstrijden en trainingen beter te managen. Hier valt trouwens wel op dat spelers in dit spel nogal weinig aankunnen. Een 'medium' trainingsbelasting leidde zelfs bij één wedstrijd per week al tot verhoogd blessurerisico bij veel spelers, en dat vonden we best apart.
Een minpunt is dat overigens niet, en datzelfde geldt voor de merkwaardige simulaties die Football Manager er soms op nahoudt. Kijk niet gek op als Ajax ergens in de middenmoot eindigt en Vitesse in je eerste of tweede seizoen ineens strijdt om de titel. Dat hoort ergens wel een beetje bij Football Manager. Ja, het is de beste managersim die je kunt spelen, maar dat betekent niet dat de simulaties de realiteit ook perfect nabootsen. Maar goed: op het moment dat je de Eredivisie aanvoert met FC Groningen en kans maakt op de titel, was realisme toch al niet meer datgene waar je echt voor ging.
Conclusie
Het belangrijkste is dat Sports Interactive er eens te meer in geslaagd is Football Manager te verbeteren. De game oogt weer wat strakker en is op diverse punten voldoende verbeterd om al die fans weer lange tijd geboeid te houden. De keerzijde: ja, het is nog steeds een game die moeiteloos al je vrije tijd en een deel van je sociale leven opvreet. Je moet er wat voor over hebben.
LA Noire voor de Switch
We moeten iets bekennen. Bij Tweakers zijn we nooit een fan geweest van heruitgaves van oudere games. Liever zien we gewoon nieuwe spellen voor nieuwe consoles. We waren dus niet meteen enthousiast toen Rockstar bekendmaakte dat LA Noire voor de Nintendo Switch zou verschijnen. De detectivegame stamt alweer uit mei 2011. Moet je echt blij worden van zes jaar oude games voor je gloednieuwe Nintendo-console? We konden het ons niet voorstellen. We zaten er echter naast. LA Noire bewijst dat goede, oude games nog zeer de moeite waard kunnen zijn op een nieuwe console, zélfs als je ze al eens had gespeeld.
 |
Titel |
LA Noire |
 |
Platform |
Nintendo Switch
Eerder verschenen voor PS3, PS4, Xbox 360, Xbox One, pc
|
Prijs |
€ 39,99 |
LA Noire van Team Bondi draait om Cole Phelps, een soldaat die na zijn dienst tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de slag gaat als politieagent in Los Angeles. Al snel vallen zijn prestaties op en wordt hij gepromoveerd tot detective, waarna de game pas echt begint. Phelps werkt zich op van de afdeling verkeer naar moord, en uiteindelijk brandstichting. Dat doet hij - en daarmee dus de speler - door zaken op een zo goed mogelijke manier af te ronden. Meestal begint dat met een of enkele lijken ergens in Los Angeles, en uiteraard is het dan aan jou om uit te vinden wat er precies is gebeurd.
Good Cop, Bad Cop?
Het ware verhaal uitvinden, dat is waar de gameplay van LA Noire om draait. Je begint natuurlijk altijd met het onderzoeken van een plaats delict. Daar vind je de eerste aanwijzingen voor je zaak en vaak is er ook een getuige die je enkele vragen kunt stellen. De aanwijzingen leiden je dan weer naar andere plaatsen waar weer andere aanwijzingen te vinden zijn, tot je uiteindelijk een verdachte te pakken hebt die je kunt beschuldigen van een misdaad. Het ondervragen van getuigen en verdachten bepaalt of je een goede of slechte detective bent. Phelps kan als Good Cop of Bad Cop reageren, of een bewijsstuk aanvoeren om een uitspraak van de ondervraagde persoon te weerleggen. Aanvoelen welke uitspraak je op welke manier moet bespelen, is waar LA Noire om draait. Dat is een stuk lastiger dan je zou denken.
Dat is soms vervelend, maar tegelijk ook wel weer leuk. Wij hadden LA Noire immers al eens uitgespeeld, maar kennelijk is er van de verhaallijntjes en interviews zo weinig blijven hangen dat we de game nu als nieuw ervoeren en dus ook geen voorkennis hadden. Dat maakt de game zes jaar later dus opnieuw uitdagend. De moeilijkheid zit hem erin dat je moet weten wanneer je simpelweg streng moet zijn of wanneer je bewijsstukken kunt aanvoeren. Het kan zelfs zo zijn dat je het benodigde bewijsstuk (nog) niet gevonden had. Er is altijd maar één juist antwoord dat Phelps moet geven en de game laat je, door middel van audiofeedback, weten of je het goed of niet goed hebt gedaan. Je prestaties vertalen zich uiteindelijk naar een beoordeling in sterren per zaak die je afrondt, en natuurlijk haal je alleen de beste scores als je alle bewijsstukken weet te vinden en alle vragen op de juiste manier hebt gespeeld.
Het belangrijkste punt voor LA Noire is dat het concept na zes jaar nog net zo goed werkt. Het blijft leuk om als detective aan de slag te gaan in Los Angeles, om getuigen te ondervragen en om de verschillende mysteries op te lossen. Ook audiovisueel doet de game het nog prima. Het grafische niveau is verbeterd ten opzichte van de 2011-versie van de game. Dat is, zeker voor een handheld console, een prima prestatie. De meerwaarde van onderweg LA Noire spelen is iets dat ook zeker telt. Het enige nadeel van deze Switch-versie is te vinden in de besturing, en dan met name bij het mikken tijdens het schieten. Dat voelt vrij onhandig aan en werkt niet echt lekker. Je leert er wel mee werken en het staat een positieve spelervaring niet overdreven in de weg, maar toch.
Conclusie
Zelfs met dat kleine smetje in de besturing is LA Noire een absolute aanrader. Mocht je de game destijds gemist hebben, dan is dit een prima mogelijkheid om dat foutje te herstellen. Kies je ervoor om dat op de Nintendo Switch te doen, dan heb je bovendien de extra dat je er altijd en overal mee verder kunt, iets dat wij afgelopen tijd in onze dagelijkse treinreizen veelvuldig hebben gedaan. LA Noire weerstaat de tand des tijds. Het maakt dat zelfs wij tóch enthousiast worden van de heruitgave van een oude game op een nieuwe console.
Gran Turismo Sport
We zijn het er helemaal mee eens: eigenlijk had Gran Turismo Sport meer aandacht verdiend dan een plekje in deze round-up. De game is onderdeel van een sterk jaar op het gebied van racegames en had, als voornaamste racegame op de PlayStation 4, een grotere spotlight verdiend. Helaas verscheen de game midden in de drukste periode van het jaar, waardoor de Tweakers-redactie de voorkeur moest geven aan andere, voor meer mensen relevante games. Daardoor belandde GT Sport in het lijstje met games die je in dit artikel terugvindt.
 |
Titel |
Gran Turismo Sport |
 |
Platform |
PlayStation 4 |
Prijs |
€ 59,99 |
Gran Turismo Sport deelt een aantal overeenkomsten met de traditionele Gran Turismo-games, maar heeft als belangrijk verschil dat de game primair gericht is op online competitie. Dat betekent dat de game, als je voornamelijk offline wilt spelen, wellicht minder geschikt is. Het offline aanbod bestaat uit een uitgebreide Driving School en verschillende challenges die je kunt volbrengen. Door de schooluitdagingen en de uitdagingen daarna te volbrengen, scoor je ervaringspunten en speel je nieuwe tracks vrij. Dat is al met al best genoeg om je een flink aantal uren bezig te houden, maar dan nog is duidelijk dat het bedoeld is als opmaat naar online competitie. Het helpt dat er deze maand een update verschijnt waarmee een nieuwe offline modus aan het spel wordt toegevoegd, genaamd GT League. Hierin kun je je, al racend tegen de computer, opwerken naar een steeds hoger niveau. We hebben dit deel zelf nog niet kunnen uitproberen, maar het belooft de game meer cachet te geven.
Uniek element
Hoewel het offline aanbod voor de decemberupdate dus nog niet al te uitgebreid was, komt GT Sport alsnog goed voor de dag. Want hoewel het soms wat saai is en niet de reden vormt waarom je de game koopt, is en blijft de Driving School een uniek element in Gran Turismo. De game slaagt er daadwerkelijk in je een en ander te leren over hoe je een auto moet besturen in de game. Gesneden koek voor ervaren racegamers wellicht, maar toch uitdagend genoeg, zelfs voor gamers die wel al begrijpen hoe een raceauto werkt. Daarnaast levert het doorwerken van de rijschool ook aardig wat bonussen en in-game credits op, waardoor je jezelf ook een vliegende start bezorgt voor de rest van de game.
Helaas!
De video die je probeert te bekijken is niet langer beschikbaar op Tweakers.net.
Die vliegende start kun je met de offline challenges verder uitbouwen. Daarbij valt met name op dat de AI-coureurs in de game iets meer 'smoel' hebben gekregen. Er wordt meer gevochten dan we ooit in een Gran Turismo-game hebben gezien, en dat is alleen maar goed. Of dit aspect al op het niveau van Forza of Project Cars zit, durven we niet te beweren, maar er is zeker sprake van verbetering. Jammer dat de offline races alleen nog niet echt iets betekenen, anders dan dat je al die challenges gewoon kunt volbrengen. Maar goed, de te verwachten (of inmiddels al verschenen) remedie daarvoor is dus onderweg.
Goed systeem
Duidelijk is allang dat het hoofdgerecht online te vinden is. Met GT Sport willen Sony en ontwikkelstudio Polyphony Digital een nadrukkelijk woordje meespreken in de wereld van e-sports, dus is het logisch dat online competitie de ruggengraat van deze game moet zijn. Dat doet de game natuurlijk door online races aan te bieden, maar de manier waarop dat gaat, verdient lof. We zijn met name te spreken over de manier waarop de game spelers op niveau en sportiviteit aan elkaar koppelt. Niet alleen je vaardigheid krijgt namelijk een beoordeling mee, maar ook je gedrag. Je kunt nog zo goed zijn, als je met de regelmaat van de klok andere spelers torpedeert, zul je nooit op de allerhoogste niveaus uitkomen. Tegelijkertijd worden sportieve rijders nooit aan onsportievelingen gekoppeld, wat het spelplezier ten goede komt. Het is trouwens extra gaaf dat het filteren op niveau ook binnen events gebeurt. Bij bepaalde races rij je eerst kwalificatierondjes, op basis waarvan je daarna wordt ingedeeld bij rijders die ongeveer hetzelfde niveau hebben. Een slimme zet, die GT Sport waarschijnlijk het best werkende matchmakingsysteem van alle racegames oplevert.
Dat systeem helpt Gran Turismo als franchise een flinke stap vooruit. Andere aspecten die goed zijn in GT Sport horen bij de traditioneel sterke punten van de serie. Zo ziet de game er prachtig uit. Mooier of minder mooi dan Project Cars 2 en Forza Motorsport 7? Lastig, zonder de games zij aan zij te hebben gezien, maar we neigen naar mooier. Vooral de auto's zien er haarscherp uit, en op het gebied van omgevingen lijkt de game zeker Forza eenvoudig de baas. Een ander sterk punt was, en is, het rijgedrag van de auto's. Gran Turismo noemt zichzelf al jaren de ultieme rij-simulator en deze Sportversie houdt die naam hoog. Wel maken we daarbij de kanttekening dat we het rallyrijden in de game niet echt lekker onder controle kregen, maar gelukkig speelde rest van de game als een zonnetje.
Conclusie
Een fijne racegame is GT Sport sowieso, en PlayStation-gamers die van racen houden kunnen zich nauwelijks een buil vallen aan deze game, zeker niet als de decemberupdate eenmaal is toegevoegd en er wat meer offline content is. Het enige echt jammere aan de game is dat het aanbod van tracks en auto's redelijk beperkt is. Nog geen twintig tracks 160 auto's, dat zijn aantallen die aanmerkelijk lager liggen dan normaal het geval is in Gran Turismo-games. Niet per se erg, want er zijn meer games met dergelijke aantallen, en zeker 160 auto's is nog steeds best oké, maar fans van de serie zullen hierdoor wellicht een tikje worden teleurgesteld. Dan nog is GT Sport de moeite zeker waard. We zijn nu alvast benieuwd waar de online competities uiteindelijk toe zullen leiden in e-sports.
TES V: Skyrim voor de Switch
LA Noire en TES V: Skyrim in één artikel? Jazeker, 2011 is anno 2017 weer helemaal terug, met dank aan de Nintendo Switch. Zoals al vermeld in het stukje over LA Noire: we waren aanvankelijk niet echt fan van de re-releases die verschillende uitgevers op stapel hadden voor Nintendo's handheld console. LA Noire deed ons al van gedachten veranderen en Skyrim bevestigt dat nog maar eens. Ook hier hebben we te maken met een oude topper die het nog prima doet, maar nu dan als handheldgame.
 |
Titel |
The Elder Scrolls V: Skyrim |
 |
Platform |
Nitendo Switch
Eerder verschenen voor PS3, PS4, Xbox 360, Xbox One, pc
|
Prijs |
€ 59,99 |
Eigenlijk hadden we dit moeten zien aankomen. Toen LucasArts Star Wars: Knights of the Old Republic naar iOS bracht, speelden we die game met veel plezier nog tweemaal uit, terwijl we KOTOR natuurlijk allang meerdere keren hadden uitgespeeld. Met de release van Skyrim op de Switch gebeurt eigenlijk hetzelfde: een oude top-RPG wordt opnieuw aangeboden, maar nu op zo'n manier dat je hem ook onderweg kunt spelen. We begonnen met Skyrim terwijl we nog met LA Noire bezig waren. Beide games begonnen hoe langer hoe meer te concurreren om onze aandacht tijdens treinreizen en op ongeziene momentjes. Opvallend, want Skyrim mist in ons geval een voordeel dat LA Noire wel had. Waar we in dat spel veel van de ondervragingen en op te lossen zaken al vergeten waren, weten we van Skyrim het meeste - en zeker de hoofdverhaallijn - nog wel. En tóch is het leuk om het nog eens te spelen.
Dat komt in de eerste plaats doordat Skyrim een game is die je toch al makkelijk voor een tweede keer kunt spelen. De game biedt de speler regelmatig keuzes en een deel van die keuzes betreft ook de vraag aan welke facties in de spelwereld je jezelf koppelt. Ook kun je de game op allerlei manieren spelen, afhankelijk van hoe je je personage vormgeeft. Was je de eerste keer dat je de game speelde een brute vechtjas, dan is het natuurlijk leuk om het nu als welbespraakte magiër te proberen. Het is per slot van rekening een rollenspel!
Toch kun je er niet omheen dat je het spelplezier van je eerste keer spelen nooit zult evenaren. Een aantal momenten van herkenning zorgden bij ons voor kippenvel, maar maakten daarna ook vrij snel plaats voor 'oh ja, ik weet alweer wat ik nu het best kan doen'. Toch blijft het leuk. We hadden ons voorgenomen de game even uit te proberen ten behoeve van dit artikel, maar binnen de kortste keren waren we weer lid van de Stormcloaks en op zoek naar de 'Fus Roh Dah'-woorden, om vervolgens Frost Trolls van bergen af te blazen. De game speelde daarbij niet noemenswaardig veel lekkerder of minder lekker op de Switch, al is de functie dat je pijlen kunt mikken door het apparaat zelf te bewegen een leuke extra die het mikken iets makkelijker maakt. Wil je dit nog een stap verder brengen, dan kun je de Joycon-controllers zelfs loshalen en met bewegingsbesturing spelen. Een leuke gimmick, maar het voegde voor ons niet voldoende aan de spelervaring toe om er vaker dan eens gebruik van te maken.
Grafisch achterhaald
De game weet op de Switch dezelfde graphics te tonen die we destijds op de oude consoles zagen, maar in tegenstelling tot LA Noire hebben we het dan over een prestatie die anno 2017 echt niet meer mee kan komen. Vooral de bomen en struiken in de omgeving zien er veel te grof uit om in de buurt te komen van een huidige, aanvaardbare standaard. Natuurlijk speelt mee dat we het hier over een game hebben die nu handheld gespeeld kan worden, maar dan nog: echt mooi kun je Skyrim niet meer noemen. Dat komt mede doordat er zelfs in 2011 al kritiek was op de engine van Bethesda, die zich toen al op veel vlakken niet kon meten met de concurrentie. Vooral de eentonige gezichtsuitdrukkingen waren toen al onderwerp van kritiek.
Conclusie
We zijn over de Switch-versie van The Elder Scrolls V: Skyrim niet net zo lyrisch als over LA Noire. Dat heeft met name te maken met het feit dat Skyrim als geheel minder 'als nieuw' ervaren werd dan LA Noire, en met het audiovisuele niveau, dat in het hedendaagse landschap aanzienlijk minder makkelijk meekomt dan het uiterlijk van de game van Rockstar. Toch is Skyrim, zéker voor gamers die hem nog niet eerder hebben gespeeld, een heerlijke titel om de nodige Switch-uurtjes mee door te brengen. Het is alleen wel een tikje jammer dat Bethesda niet voor eenzelfde, iets aantrekkelijkere prijs heeft gekozen als Rockstar met LA Noire (39,99). Zestig euro voor een zes jaar oude game is vrij veel.