Crytek maakt vervolg
Wie Homefront heeft gespeeld, de shooter die door THQ in 2011 op de markt werd gebracht, zal de gruwelijke beelden uit de intro van de game niet snel vergeten. Noord-Koreaanse soldaten schieten zonder pardon de ouders van een kleuter dood en laten het huilende kind ontroostbaar achter. Het kwam Kaos Games, de makers van het origineel, op de nodige kritiek te staan. Maar de gewelddadige beelden waren niet de enige reden waarom Kaos kritiek kreeg en kort na het verschijnen van Homefront de deuren moest sluiten. De gameplay van Homefront werd best goed beoordeeld, maar de game was - daar was iedereen het wel over eens - veel te kort.
Videopreview Homefront: The Revolution.
Homefront verkocht daardoor slechter dan door THQ was voorzien, wat de toch al noodlijdende uitgever nog verder in de problemen bracht. THQ zou nog geen jaar later failliet gaan, waarna de assets van het bedrijf werden geveild. De rechten op Homefront werden opgepikt door Crytek, de Duitse studio achter de Crysis-serie en achter de eerste Far Cry. Vreemd was dat niet, want nog voor het faillissement had THQ al aan Crytek gevraagd om een vervolg op de shooter te maken. Crytek wist dus wat het in huis haalde, toen het de rechten kocht. De Duitse studio zag de potentie van het origineel, maar zag tegelijk duidelijke punten van verbetering. Vandaar dat Homefront: The Revolution behoorlijk afwijkt van de voorganger.
Vier jaar later
Dat geldt niet zozeer voor het verhaal. The Revolution speelt vier jaar na de gebeurtenissen uit het origineel. Daarin voert de KPA, de Korean People's Army, een aanval uit op de westkust van de VS, om van daaruit het land te veroveren. Inmiddels is het dus vier jaar verder en zucht de VS onder het strenge bewind van het Noord-Koreaanse leger. De militaire overmacht van de KPA rust volledig op hun geavanceerde technologie. Dat uit zich met name in de vele drones die door de Amerikaanse straten zweven en die iedere burger scannen die zich niet geheel volgens de regels gedraagt. Als een drone alarm slaat, zijn de gepantserde soldaten steeds binnen een minuut ter plaatse.
Toon je respect
Het levert dit keer minder schokkende beelden op. Crytek houdt de toon iets lichter. Zo zagen we een dronken vent die zich niet in kon houden en begon te schelden tegen de drone die hem wilde scannen. Om zijn woorden kracht bij de te zetten, trakteerde de man de drone op een verse straal urine. Dat had hij beter niet kunnen doen, want toesnellende soldaten zouden hem niet veel later hardhandig tegen de grond werken. Ze schoten hem niet dood zoals in de eerste game zou zijn gebeurd, maar toch maakte het duidelijk hoezeer de KPA de Amerikaanse bevolking onder de duim heeft.
/i/1402558964.png?f=imagenormal)
Dat betekent niet dat er geen verzet is. Net als in de eerste game maak je daar onderdeel van uit, met dit keer als doel om de revolutie te ontketenen. Makkelijk gaat dat niet; de overmacht van de KPA is groot en het verzet heeft alleen eenvoudige middelen. Dat maakt dat het verzet gebruik moet maken van guerrillatactieken. Crytek heeft dat gegeven wat beter uitgewerkt dan Kaos. Waar het in de eerste game steeds uitdraaide op gevechten met de KPA, heb je in The Revolution wat vaker de optie om gevechten te vermijden.
Je hebt meer vrijheid
Om daar ruimte aan te bieden, heeft Crytek de spelwereld veel meer open gemaakt dan in de voorganger; een beetje zoals je gewend bent van Far Cry. Het is niet zo dat de hele wereld open is. Het is geen GTA, maar binnen de delen van de stad die toegankelijk zijn, heb je alle vrijheid om te gaan en staan waar je wilt. Als je tenminste de troepen van de KPA weet te ontlopen. Dat valt door de vele drones en bewakingscamera's niet mee. Maar gelukkig ben je niet alleen. Hoe klein het verzet aan het begin van de game ook is: met de beperkte middelen die het heeft, probeert het een geoliede organisatie op poten te zetten.
Je hebt telefoon
Belangrijk wapen daarbij is het gebruik van mobiele telefoons. Homefront: The Revolution lijkt daarin een heel klein beetje op Watch Dogs. Je kunt de camera van je telefoon gebruiken om de omgeving te scannen. Gevaarlijke personen of objecten worden daarbij door de camera automatisch herkend. Je ziet aan een oranje gloed wie een soldaat is en waar een camera hangt. Die informatie wordt automatisch doorgespeeld aan je vrienden van het verzet, die op basis van je info een soort kaart van de omgeving maken waarop gevaarlijke punten zijn aangegeven.
/i/1402558958.png?f=imagenormal)
Op basis daarvan geven je collega's je tips over de te volgen strategie. Omdat je weet waar de vijand zich ophoudt en waar je in of uit zicht loopt, kun je bepalen wat de beste aanpak is van een situatie. Zo kun je proberen je doel te bereiken en tegelijkertijd zoveel mogelijk soldaten te ontlopen. Dat zal niet altijd lukken; in Homefront hoort gevochten te worden en je zult dus in de nodige vuurgevechten verzeild raken. Alleen heb je nu wat meer opties om die te ontlopen. Zo kregen we tijdens een gevecht opeens de ingang van een tunnel in zicht. Die hoef je niet te nemen en je zou hem bovendien makkelijk over het hoofd kunnen zien. Maar als je de tunnel induikt, heb je opeens de mogelijkheid om de troepen van de KPA te passeren zonder ze uit te hoeven schakelen, een optie die in de eerste game doorgaans niet voorhanden was.
Je hebt meer tijd
Het maakt The Revolution een game met een heel ander tempo dan zijn voorganger. Hier heb je veel meer tijd om te verkennen. Dat heeft ook zin. Niet alleen omdat je zo de weg van de minste weerstand kunt bepalen, maar omdat je zo de broodnodige hulpmiddelen kunt verzamelen. Hoe het precies komt, is nog niet geheel duidelijk, maar het verzet heeft in de stad op diverse plaatsen een kleine voorraad nuttige spullen achtergelaten. Wat kogels, misschien zelfs een wapen, of op zijn minst onderdelen daarvoor. Want het verzet moet roeien met de beperkte middelen die het heeft, wat wil zeggen dat het zelf de wapens in elkaar knutselt waarmee de strijd tegen de KPA wordt gevoerd. Dat maakt dat je in de game de optie hebt om je wapen naar eigen smaak aan te passen, met de middelen die je vindt in schuilplaatsen. Het is dus nuttig om dergelijke schuilplaatsen - vaak onderin de vele half kapotte gebouwen van de stad - te zoeken. Gelukkig markeert het verzet de plaatsen, door middel van speciale graffiti op de muren.
/i/1402558963.png?f=imagenormal)
Stad van hoop
De naam van de hoofdrolspeler wil Crytek nog niet loslaten, maar die van de stad waarin de game zich afspeelt wel. De strijd speelt zich af in Philadelphia, en dat is met reden. De Noord-Koreaanse bezetter kent de geschiedenis. Voor Amerikanen is Philadelphia de stad van de revolutie, van de opstand tegen de Engelsen die in 1776 tot onafhankelijkheid leidde. Phillie, zoals de stad door inwoners liefkozend genoemd wordt, is daarmee de stad van hoop en de bakermat van de onafhankelijke Verenigde Staten. Door in Philadelphia het hoofdkwartier op te slaan, maakt de KPA duidelijk dat er geen hoop meer is. Al denkt een deel van de bevolking daar dus anders over. Het verzet is er veel aan gelegen om de KPA juist uit Philadelphia te verdrijven door de Second War of Independence te ontketenen. Wat landmarks die met de onafhankelijkheidsstrijd te maken hebben, zullen in de game ook herkenbaar zijn.
Dat niet alleen, de stad ziet er ook veel beter uit dan in de voorgaande game. De game wordt gemaakt door Crytek Nottingham, de studio die vroeger als Free Radical door het leven ging en verantwoordelijk is voor de TimeSplitters-games. De studio heeft uiteraard de beschikking over de laatste versie van de CryEngine, wat maakt dat de wereld er prima uitziet. Wat donkerder dan het origineel, dat vooral zonnig en zelfs kleurrijk was, maar ook veel gedetailleerder dan het origineel. Omdat de engine het ondersteunt, heeft de studio in Nottingham de game bovendien een dag- en nachtcyclus meegegeven en zijn er veranderende weerseffecten. Nog leuker is dat de engine het mogelijk maakt dat de omgeving verandert. De acties van het verzet zorgen voor permanente veranderingen van het landschap.
/i/1402558960.png?f=imagenormal)
Voorlopige conclusie
Het maakt Homefront: The Revolution niet alleen een mooiere game, maar ook een completere dan de voorganger. Er zijn nog steeds de van Homefront bekende heftige gevechten met de Noord-Koreaanse bezetter, maar er is meer ruimte voor verkenning en je hebt bovendien meer vrijheid om te gaan en staan waar je wilt. Je opdracht is om het verzet tegen de bezetter op poten te zetten en het is mooi dat het resultaat van je acties duidelijk merkbaar is. Zo ontsluit je andere delen van de stad als je succes hebt met je ontregelende acties.
Verkennen is veel belangrijker in de game en daarom is je mobiele telefoon dit keer net zo belangrijk als de wapens die je verzamelt. Met je telefoon scan je de omgeving, wat maakt dat je beter kunt bepalen welke tactiek je kunt volgen. Veel meer dan Homefront is The Revolution daarmee een tactische game waarin je tegenstanders in een hinderlaag lokt, hun voorzieningen saboteert of een heuse hit and run-aanval uitvoert. Al leidt dat dus af en toe nog steeds tot heftige gevechten. Gebleven is dat je daarbij hulp krijgt van andere leden van het verzet. De CryEngine zorgt daarbij voor mooie plaatjes, en hij maakt het mogelijk dat de game niet alleen verschijnt voor Windows, Xbox One en PlayStation 4, maar ook voor OS X en Linux. Hij komt overigens pas in 2015 op de markt.