Begin 2010 begon voortvarend met de komst van de Arrandales van Intel: de Core i3-, Core i5- en Core i7-dualcores die gebouwd zijn op basis van de Westmere-architectuur. Het chipbedrijf bracht hiermee de Nehalem-architectuur naar mainstream-laptops en schakelde met de cpu's over van het 45nm- naar het 32nm-procedé. De gpu's en de chipsets worden nog wel op 45nm geproduceerd. Wel is de gpu bij Arrandale onderdeel van dezelfde package als de cpu. Door van een tri-package, cpu, gpu en chipset, naar een dual-package, cpu/gpu en chipset, te gaan, wordt 30 procent ruimte bespaard, wat fabrikanten meer mogelijkheden wat betreft het ontwerpen van laptops biedt.
Arrandale bezorgde laptops eigenschappen als de Turbo Boost, waarmee cores automatisch op hogere snelheid kunnen lopen dan ze standaard draaien, als verbruik en warmteontwikkeling daar ruimte voor laten. Ten opzichte van de desktop-varianten kunnen de gpu's ook op hogere kloksnelheid draaien als de cpu weinig te rekenen heeft. Desondanks zijn de geïntegreerde videochips van Intel nog altijd geen hoogvliegers. Intel belooft dat Sandy Bridge hier verandering in gaat aanbrengen: de igp van die processors wordt op 32nm gebakken, maakt onderdeel uit van dezelfde die als de cpu en zou met mainstreamkaarten kunnen wedijveren.
Nvidia liet zich ook niet onbetuigd dit jaar en baarde vooral opzien met Optimus, waarmee laptops automatisch en realtime kunnen wisselen tussen de igp en een discrete gpu. Nvidia gebruikt standaard api-calls voor Optimus en schakelt de gpu in veel gevallen automatisch in als er applicaties draaien die dxva, DirectX, OpenGL of Nvidia's Cuda gebruiken. De herkenning van overige programma's wordt door Nvidia bijgehouden door middel van profielen. Dit laatste zorgde er nog wel eens voor dat gebruikers klaagden over de techniek, omdat hun games en andere applicaties niet met de dedicated gpu aan de slag kregen.
Nvidia bracht ook nog de snelste mobiele gpu tot nu toe uit: de GeForce GTX 480M. Laptops met de chip zijn we in het wild nog niet tegengekomen, waarschijnlijk omdat de GTX 480M een voor notebookbegrippen onwaarschijnlijk hoog verbruik en warmteontwikkeling heeft. De beste keuze voor mobiele gamers was voor een groot deel van het jaar laptops met de Radeon Mobility HD 5870, zoals de Asus G73JH en de HD 5850, terwijl daar in het najaar modellen met de Nvidia GeForce GTX 460M bijkwamen, zoals de Asus G53JW.
Dell gooide het met zijn Alienware M11x over een andere boeg en probeerde portabiliteit met gaming te combineren. Heel draagbaar was het model niet en gamen op de hoogste settings was ook niet mogelijk, maar het resultaat oogde interessant. Op multimediagebied was het Asus die met een vreemde eend in de bijt kwam, in de vorm van de spiegellaptop met zijspeakers, de NX90.
Apple heeft naast Core i5- en Core i7-processors weinig vernieuwingen toegevoegd aan zijn MacBook Pro's. Zo zijn de overige hardware-onderdelen, behuizingen en interfaces nagenoeg onveranderd gebleven. Desondanks was de invloed van de Apple-laptops merkbaar en speelden enkele concurrenten leentjebuur bij het bedrijf uit Cupertino. Zo lijken de Envy's van HP, door onder andere de slotloading optische drive en het achter een glasplaat geplaatste scherm, sterk geïnspireerd te zijn op de MacBook Pro's. Elementen van het design van de Envy's, zoals de grote touchpads met geïntegreerde muisknoppen, hebben hun weg gevonden naar de dm- en dv-series van HP.
Ook Samsung heeft voor zijn SF- en QX-notebooks voor een groot touchpad met ingebouwde klik-mogelijkheid gekozen. Vooral bij de QX is de invloed van de MacBook Pro's zichtbaar, met zijn behuizing met aluminium delen, scherm achter glas en niet verwisselbare accu. Steeds meer fabrikanten verliezen na Apple hun schroom en bouwen de accu in de laptop, waarmee deze niet eenvoudig te verwisselen is. Het biedt wel mogelijkheden voor betere accutijden en voordeel bij het ontwerpen van de laptops.
:fill(white)/i/1284451081.jpeg?f=thumb)
:fill(white)/i/1275556125.jpeg?f=thumb)
:fill(white)/i/1293440152.jpeg?f=thumb)
Vernieuwing liet Apple wel zien bij zijn nieuwe MacBook Air-laptops. Hoewel de dunne en lichte laptops van twee jaar oude processors zijn voorzien, heeft Apple voor de modellen exclusief voor flash-opslag gekozen, met alle voordelen op het gebied van ruimtebesparing, verbruik en opstartsnelheid van dien. Ook heeft Apple zijn unibody-ontwerp voor de behuizing doorgetrokken naar het scherm-omhulsel.
De grootste verrassing was dat een van de Air-modellen een 11,6"-scherm had en daarmee onder de netbooks te scharen is. Apple heeft zich altijd uitgesproken tegen netbooks omdat ze gebrekkige hardware zouden huisvesten en te klein zouden zijn om goed mee te kunnen werken. De fabrikant denkt die nadelen ondervangen te hebben met de aanwezigheid van de ssd, 2GB ddr3-geheugen en een dedicated GeForce-gpu. Verder zijn het touchpad en het keyboard nagenoeg even groot als die van de MacBook Pro's. Waarschijnlijk kijken concurrenten goed naar deze door sommigen genaamde 'netbook done right' en mogelijk zien we dan een opleving van het genre. De volwassen geworden kleine notebooks kunnen dan volgend jaar aan een nieuw leven beginnen, met een jong fris besturingssysteem.
Als de voortekenen van dit jaar niet liegen belooft 2011 een interessant jaar te worden voor laptops waarin Intel zijn Sandy Bridge-kanonnen in stelling brengt en AMD misschien gaat verrassen met zijn Fusion-lijn van apu's. Bij beide fabrikanten krijgen de gpu's een boost waarmee het voor ontwikkelaars interessanter wordt gpgpu-toepassingen te maken. Daar kan Google met zijn Chrome OS weer van profiteren, als het om webbased applicaties gaat: het OS ondersteunt net als steeds meer browsers hardwarematige acceleratie van beeldverwerking.