Inleiding
Wie op fora als die van consumentenprogramma's als Kassa of Radar kijkt, of op ons eigen GoT, krijgt de indruk dat er iets grondig mis is met de Nederlandse telco's. Als je alleen die fora zou lezen, zou je denken dat het geldwolven zijn, die niet willen weten wat klantenservice is en die netwerken exploiteren waarmee je geen bereik hebt en waarmee je amper kan internetten.
Wie de positie van Nederland in de wereld in ogenschouw neemt, ziet echter een heel ander beeld van onze telecommarkt: het gsm-netwerk reikt tot in alle hoeken en gaten van het land en ook 3g is op veel plekken te ontvangen. Naast drie telecomproviders met een eigen netwerk hebben we bovendien rond de vijftig virtuele providers, van banken tot en met voetbalclubs, die elk een eigen niche bedienen. Omdat al deze bedrijven hun abonnees flink subsidiëren, kunnen veel mensen relatief dure telefoons aanschaffen.
Het jaar 2010 is een memorabel jaar geworden in de Nederlandse telecomwereld. Een hoofdrol was eens te meer weggelegd voor T-Mobile, dat zijn datanetwerk door de grote toestroom van smartphones wekenlang in het ongerede wist - en in het najaar hing Youp van 't Hek een actie tegen slechte klantenservice op aan de helpdesk van hetzelfde bedrijf.
In dit jaaroverzicht kijkt Tweakers.net terug het reilen en zeilen van de providers in 2010 - een jaar waarin in sommige opzichten de tijd werd teruggedraaid.
/i/1290524008.jpeg?f=imagenormal)
Datalimieten
Voor wie het vergeten was: een datalimiet is een vaste hoeveelheid data die je in een maand mag gebruiken. Wie meer nodig heeft, betaalt naast zijn abonnementskosten ook nog een bedrag dat afhankelijk is van de hoeveelheid extra dataverkeer.
Datalimieten waren ook op mobiel gebied bijna vergeten. Al enkele jaren leverden de providers onbeperkte of bijna onbeperkte data-abonnementen. In juni publiceerden we een keuzehulp voor internetten op smartphones, waarin duidelijk werd dat T-Mobile de enige telco was met daadwerkelijk onbeperkt internet; de overige aanbieders boden een fair use policy. Die werd echter niet erg strikt gehandhaafd: alleen bij extreme overschrijdingen werd actie ondernomen.
Marktleider KPN brak in dezelfde maand echter de ban met de introductie van verschillende abonnementen voor verschillend verbruik, in plaats van een voordelig abonnement van een tientje en een duurdere, snellere variant voor vijftien euro. Vodafone volgde niet veel later met de introductie van harde limieten voor smartphone-abonnementen: 250MB bij het goedkoopste abonnement en 1GB bij de duurdere. Tegenwoordig kost een extra gigabyte bij deze provider een tientje.
T-Mobile is vooralsnog de enige zonder limiet, maar marktvorsers menen dat een dergelijk businessmodel op lange termijn niet houdbaar is: door de grote groei van het aantal mobiele internetters slibt het netwerk langzaam dicht. Klanten van T-Mobile verstoken daarbij veel meer dataverkeer dan die van andere providers.
Providers claimen de limieten nodig te hebben omdat een klein percentage van de klanten verantwoordelijk is voor meer dan driekwart van het dataverkeer. Door de limieten zouden ze excessief gedrag kunnen indammen, zodat er meer capaciteit overblijft voor de klanten die wat matiger in hun gebruik zijn.
Het is maar de vraag in hoeverre de limieten bruikbaar zijn. Veel tweakers meldden op GoT dat ze op geen stukken na genoeg hadden aan hun maandelijkse limiet. Het is echter onduidelijk of er nog een weg terug is: er is geen grote onrust ontstaan over de limieten, zoals dat wel gebeurde met het afrekenen per minuut.
Afrekenen per minuut?
Providers hebben het gedurende het jaar stapsgewijs ingevoerd, maar pas in de laatste maanden ontstond trammelant. Inmiddels heeft minister Verhagen van Economische Zaken naar alle waarschijnlijkheid gedreigd met een verbod op het afronden van gesprekken naar hele minuten, waarna providers op hun eerdere beleid terugkwamen.
Afrekenen per minuut betekent dat een gesprek van een minuut en een seconde evenveel kost als een gesprek van een minuut en 59 seconden, namelijk twee belminuten. Dit heeft een aantal nadelen ten opzichte van afrekenen per seconde: ten eerste is het duurder, omdat de belminuten sneller opgaan, en ten tweede is het aantal belminuten dat al verbruikt is lastiger bij te houden: zo werken veel verbruiksmeters in huidige telefoons niet.
Providers begonnen in februari met afrekenen per minuut en dat had gelijk invloed op het besteedbare inkomen van de gemiddelde Nederlander, becijferde het Centraal Bureau voor de Statistiek.
In september kondigde Vodafone aan dat het afrekenen per minuut voor alle abonnementen ging gelden - en toen werd consumentenprogramma Kassa wakker. Ook de Consumentenbond dook op het onderwerp.
/i/1290693640.jpeg?f=imagenormal)
De echte druk kwam echter na de vorming van het nieuwe kabinet. De nieuwbakken minister van Economische Zaken, CDA-leider Maxime Verhagen, zette de providers onder druk om de situatie in elk geval deels terug te draaien. Daarbij dreigde hij met een wettelijk verbod op het afrekenen per minuut.
Dat leidde er uiteindelijk toe dat providers schoorvoetend met oplossingen kwamen: alle telco's hebben nu abonnementen waarbij per seconde wordt afgerekend en abonnementen waarbij op hele minuten wordt afgerond. Klanten kunnen nu zelf beslissen welk abonnement ze willen afsluiten, al is de markt er niet overzichtelijker op geworden.
Het is onduidelijk of dit verhaal nog een staartje krijgt. T-Mobile biedt bijvoorbeeld alleen afrekenen per seconde bij de iPlan-abonnementen. Daar zit standaard mobiel internet bij en zo'n abonnement kost minstens dertig euro per maand.
Eindelijk: de 'wimax'-veiling
Veel mensen - waaronder ook de nodige tweakers - mogen graag klagen over de vertragingen bij de NS, maar ons ministerie van Economische Zaken kan er ook wat van. De veiling van de 2,6GHz-frequenties stond gepland voor het najaar van 2007, maar vond pas plaats in april 2010.
Het uitstel van 2,5 jaar was te wijten aan veel factoren. Zo eiste de Tweede Kamer in december 2008 dat er ruimte zou worden vrijgehouden voor nieuwkomers op de markt. Het aanpassen van het eisenpakket voor de etherfrequenties zorgde voor een vol jaar uitstel.
Inmiddels was de naam ook al achterhaald: in 2006 en 2007 heette het nog de 'wimax-veiling', naar de techniek die providers vermoedelijk zouden gaan gebruiken op de frequenties. Inmiddels is dat achterhaald: wimax heeft het verloren van lte, zo bleek begin dit jaar.
De veiling leek in eerste instantie spannend te worden. Negen bedrijven hadden zich aangemeld bij het ministerie om mee te doen. Vier van die bedrijven trokken zich echter terug of voldeden niet aan de criteria van de overheid. Gevolg was dat vijf bedrijven mochten bieden op zes kavels en de veiling was dan ook allesbehalve spannend. Wel kwamen er door de veiling twee telecomproviders bij: Ziggo/UPC en Tele2. De twee kabelaars richtten een joint venture op om een netwerk op te tuigen.
Waar de umts-veiling KPN in 2000 financieel nog aan de rand van de afgrond bracht, ging het met de 2,6GHz-veiling totaal anders. Zo betaalden de providers weliswaar extra voor de beste frequenties, maar de veiling bracht uiteindelijk maar 2,6 miljoen euro op - minder dan een promille van de 2,8 miljard euro die de umts-veiling in de schatkist bracht.
De frequenties zijn ook veel minder waardevol: het bouwen van een landelijk dekkend netwerk met de 2,6GHz-frequenties is zo goed als onmogelijk, zegt Tele2. Over vijf jaar lopen de licenties voor de gsm- en umts-frequenties echter af, en dan krijgen overheid en telco's een nieuwe kans.
En waar blijft 4g?
In 2010 kregen we eindelijk antwoord op die ene veelgestelde vraag: wat is 4g? De ITU, de koepelorganisatie van de telecomindustrie, besliste dit najaar welke technieken voldeden aan de eisen om 4g genoemd te worden. Het predikaat 4g is voor de opvolgers van de huidige derde-generatietechnologie, zoals umts en hspa.
Ter verduidelijking: de aanduiding 1g is voor de analoge technieken zoals nmp. Deze netwerken zijn niet meer in gebruik. De eerste digitale systemen worden 2g genoemd; netwerken met de 2g-techniek gsm verschenen rond 1994 in Nederland en zijn nog steeds volop in gebruik. Voor data kwam de uitbreiding gprs, die hogere datasnelheden biedt. Ook gprs werkt via het 2g-netwerk.
Rond 2003 en 2004 werden in Nederland de eerste stappen gezet naar de volgende generatie netwerken: 3g, in de vorm van umts. Later werd umts, dat een maximale downloadsnelheid heeft van 384Kbps, omgezet naar hsdpa, dat snelheden tot 7,2Mbps mogelijk maakt. Ook hsdpa werkt met het huidige umts-netwerk; dit 3g-systeem kan nog worden opgevoerd tot 56,6Mbps en wellicht nóg sneller.
Een maximale downloadsnelheid van 100Mbps, zoals wimax en lte in eerste instantie bieden, is dan ook geen enorme verbetering ten opzichte van hspa+, zoals het snellere hsdpa heet. Mede daarom mochten lte en wimax officieel geen 4g heten, maar de snellere varianten erop - wman en lte-advanced - wel. Die bieden snelheden tot 1Gbps. Lte-advanced werkt op lte-netwerken en vandaar dat providers nu dus aan de slag gaan met het uitrollen van geschikte netwerken.
Half december kroop de ITU echter terug: wimax en lte mogen in de toekomst wél 4g-technieken genoemd worden. Dat gebeurde vermoedelijk onder druk van enkele grote providers, die lte en wimax het afgelopen jaar verkochten of komend jaar willen verkopen als 4g. Ook als hspa een hogere snelheid bereikt, mag het 4g gaan heten. Hspa kan in theorie opgevoerd gaan worden tot boven 500Mbps.
In Nederland wordt niet wimax, maar lte de 4g-netwerktechniek van dienst. Dat bleek eigenlijk al in 2009 en is in 2010 bevestigd: alle drie de huidige netwerkbezitters stappen over naar lte. Ook fabrikanten als Nokia en Apple kiezen voor lte. Het grote verschil met wimax is dat lte-hardware op umts en gsm kan overschakelen als het lte-bereik uitvalt. Dankzij deze backwards compatibility hoeven providers niet in een klap een dekkend netwerk op te leveren. Wimax zal vermoedelijk blijven bestaan als nichemarkt, als een soort uitgebreide versie van wifi.
KPN begint in februari 2011 met de eerste proef met lte; later in het jaar volgt een gebruikerstest. Vodafone en T-Mobile hebben voor de Nederlandse markt nog niets aangekondigd, maar zijn wel bezig met lte. T-Mobile doet in Duitsland al enkele jaren tests; Vodafones zusterbedrijf Verizon Wireless begon deze maand met een commercieel lte-netwerk in de Verenigde Staten. Tele2 startte dit jaar een lokale lte-test in Diemen.
Wat is lte eigenlijk?
Lte, een afkorting van Long Term Evolution, is een techniek voor draadloze netwerken. Het systeem is gebaseerd op tcp/ip en is daardoor beter geschikt voor mobiel internet dan de huidige umts- en gsm-netwerken. Zo is de latency veel lager, wat het onder andere beter geschikt maakt voor realtime online gamen.
Aanvankelijk zal de downloadsnelheid van lte niet schokkend veel hoger liggen dan bij hsdpa, maar de potentie is veel groter. Met lte-advanced komen snelheden van 1Gbps binnen bereik, en wellicht wordt dat op termijn nog sneller. Die downloadsnelheden kunnen worden gebruikt voor het streamen van hd-video, online gamen en andere toepassingen die veel bandbreedte gebruiken.
Er zijn nog twee grote hobbels: er is nog geen protocol afgesproken voor de afhandeling van spraak. Er zijn diverse mogelijkheden, maar providers moeten nog een keuze maken, zodat fabrikanten hun toestellen daarmee kunnen uitrusten.
Het tweede grote obstakel is dat van de gebruikte frequenties - bij umts is dat ook fout gegaan. In Europa worden weliswaar veelal dezelfde frequenties gebruikt, maar die wijken af van wat elders in de wereld wordt gebruikt. Daardoor zijn Europese telefoons in de VS niet op 3g-netwerken te gebruiken en omgekeerd. De oplossing daarvoor is pentaband-3g, maar het ontwerpen van een antenne die alle 3g-banden kan opvangen is razend ingewikkeld. Het is tot nu toe alleen Nokia gelukt, met de N8.
Inmiddels zijn er veel mogelijke frequenties voor lte gekandideerd. 700Mhz, 800MHz, 850MHz, 900MHz, 1700Mhz, 1800Mhz, 1900MHz, 2100MHz, 2600MHz en 3500MHz zijn allemaal frequenties die ergens in de wereld geveild zijn of gaan worden ten behoeve van lte-netwerken. Een wereldwijde afspraak over de te gebruiken frequenties zal voorkomen dat toekomstige smartphones en tablets in slechts een beperkt deel van de wereld werken. Voorlopig lijkt het er echter niet op dat die beslissing snel wordt genomen.
Slotwoord
Nederland verkeerde als telecomland in 2010 op het snijvlak van verleden en toekomst. Aan de ene kant zagen we de comeback van datalimieten en afrekenen per minuut, en traden er steeds meer storingen op bij mobiele (data-)netwerken, aan de andere kant bracht 2010 de eerste veiling en de eerste tests van lte, de netwerktechniek van de toekomst.
Het meest zorgelijke is dat Nederland - en Europa in het algemeen - de afgelopen jaren op achterstand is gezet in de telecomwereld. Waren voorheen de snelste netwerken, de laagste prijzen en de meest aansprekende toestellen het eerst in Europa te vinden, nu gaat Noord-Amerika er met die eer vandoor. Vanwege het subsidiemodel, waardoor veel toestellen in Nederland bij abonnementen 'gratis' zijn, zijn de laagste prijzen nog wel in Nederland te vinden.
Enkele van de meest aansprekende toestellen, zoals de HTC Evo 4G en Samsung Epic 4G, kwamen echter alleen uit in de Verenigde Staten. Ook waren Amerikaanse providers de eerste met de combinatie van wimax- en lte-netwerken en toestellen die dat ondersteunen. Enkel een Russische provider leverde al in 2008 de Max 4G, een door HTC gemaakt wimax-toestel.
Het is de vraag wat 2011 gaat brengen. Door de toegenomen populariteit van mobiel internet staan providers voor de uitdaging om de capaciteit van de netwerken veel verder op te schroeven. Maatregelen als datalimieten helpen maar tijdelijk; om te voldoen aan de grote vraag naar mobiele data - in de nabije toekomst ook via tablets - zijn de lte-netwerken op termijn een onmisbare schakel. Vermoedelijk is 2011 het jaar van de voorbereiding op de eerste kleinschalige lte-netwerken in Nederland, maar de verwachting is dat die pas in 2012 en 2013 op grote schaal in gebruik worden genomen.