- Dell UltraSharp U2725QE
- Dell UltraSharp U3225QE
In het kort
De Dell UltraSharp U2725QE heeft de tweede generatie IPS Black-panelen van LG aan boord. Dat moet op papier een constrast van 3000:1 geven, maar in de praktijk meten we een iets lagere waarde. Desalniettemin zit het contrast in de buurt van dat van VA-panelen, maar dan wel met de beeldkwaliteit en kijkhoeken van ips-schermen. Die kleurweergave is erg goed bij ons 27"-model, maar de uniformiteit is niet geweldig. Ook verlopen sommige overgangen niet erg snel. Nog een verschil met de eerste IPS Black-schermen uit 2023 is de verhoogde refreshrate: de U2725QE is een 120Hz-scherm, waar de voorganger het nog met 60Hz moest doen. Het scherm is voorzien van uitgebreide connectiviteit, met ingebouwde USB-hubs en TB4-poorten. Nieuw daarbij is het uitschuivende blok aan de onderkant, waardoor je makkelijk bij twee USB-C-poorten en een USB-A-poort kunt.
In het kort
De Dell UltraSharp U3225QE heeft de tweede generatie IPS Black-panelen van LG aan boord. Dat moet op papier een constrast van 3000:1 geven, maar in de praktijk meten we iets lager. Desalniettemin zit het contrast in de buurt van dat van VA-panelen, maar dan wel met de beeldkwaliteit en kijkhoeken van ips-schermen. Die kleurweergave is uitstekend bij ons 32"-model, maar het scherm reageert bij sommige overgangen vrij traag. Nog een verschil met de eerste IPS Black-schermen uit 2023 is de verhoogde refreshrate: de U2725QE is een 120Hz-scherm, waar de voorganger het nog met 60Hz moest doen. De schermen zijn voorzien van uitgebreide connectiviteit, met ingebouwde USB-hubs en TB4-poorten. Nieuw daarbij is het uitschuivende blok aan de onderkant, waardoor je makkelijk bij twee USB-C- en een USB-A-poort kunt.
Het is inmiddels alweer twee jaar geleden dat we de eerste UltraSharps met een IPS Black-paneel aan boord reviewden. Om het geheugen even op te frissen: IPS Black is een beeldschermtechniek die door LG is ontwikkeld en door dat bedrijf in een deel van zijn panelen gebruikt wordt. Destijds, in april 2023, was Dell de eerste die de IPS Black-panelen in een monitor op de markt bracht, eerder nog dan LG zelf. De claim to fame voor de IPS Black-techniek is de combinatie van een hoog contrast met een goede kleurweergave en dito kijkhoeken. Dat hoge contrast is vooral een eigenschap van VA-panelen, terwijl de kleuren en kijkhoek meer ips-territorium zijn. Met IPS Black worden die eigenschappen dus gecombineerd in één scherm.
Dat was de theorie achter IPS Black en in de UltraSharp U2723QE en U3223QE uit 2023 werd die belofte om de twee paneeleigenschappen te combineren goeddeels ingelost. De schermen hadden echter een vrij hoge responstijd en met een 60Hz-scherm hoef je tegenwoordig ook al niet meer aan te komen, zelfs niet voor een kantoorscherm.
:strip_exif()/i/2007586682.jpeg?f=imagenormal)
De nieuwe 2025-edities van de UltraSharps, de Dell U2725QE en Dell U3225QE, hebben dan ook een 120Hz-paneel, maar nog wel met die IPS Black-technologie aan boord. De IPS Black-techniek is wat verbeterd, want waar de 2023-modellen een contrastverhouding van 2000:1 beloofden, moet dat met de nieuwe IPS Black-panelen 3000:1 worden. Opvallend is dat het opnieuw Dell is die de primeur heeft met de nieuwe IPS Black-schermen: LG's implementatie is net als twee jaar geleden nog niet beschikbaar.
Wat ook is gebleven bij de QE-modellen die wij testten, is het ingebouwde dockingstation. Zo kun je dus je laptop met een enkel USB-C-kabeltje verbinden en de monitor gebruiken als hub. Daarbij levert het scherm tot 140W aan je laptop, ruimschoots voldoende voor de meeste non-gaminglaptops dus.
De naamgeving toegelicht
Als je Dell-schermen wilt vergelijken, dan is het handig om de nomenclatuur een beetje te snappen. De U voor de cijfers staat uiteraard voor UltraSharp; er is ook een UP-serie, dat zijn UltraSharps met PremierColor, met een extra grote kleurruimte dus. Er zijn ook Dell Pro-schermen, voor Professional, waarbij sinds kort de P-schermen onder de noemer Dell Pro Plus vallen en de E-schermen onder de Dell Pro-aanduiding. S voor Small Office (kantoorgebruik dus) ten slotte valt onder de Dell Plus-naam.
Na de diagonaalaanduiding met twee cijfers volgen twee cijfers voor het jaar van uitgave en daarachter komen weer letters. De Q staat voor 4k-schermen, D is voor 1440p-schermen en de zeldzame H is voor 1080p-schermen. De optionele letter daar weer achter is voor extra's: de E betekent 'Ethernet', wat aangeeft dat het scherm als dockingstation gebruikt kan worden, en een T houdt in dat het een touchscreen betreft. Onze geteste U2725QE is dus een 27"-scherm uit de UltraSharp-serie uit 2025 met een 4k-resolutie en een ethernetpoort dan wel dockingstation ingebouwd.
We hebben het 27"-model en het 32"-model van de 2025-UltraSharps getest, net zoals we in 2023 de modellen met die diagonalen naast elkaar zetten. In onderstaande tabel hebben we de belangrijkste eigenschappen van de twee 2025-schermen naast die van eerdere uitvoeringen gezet.
Voor wie zijn de UltraSharps?
Een 4k-ips-scherm met 120Hz-verversingsfrequentie, dat klinkt bijna als een gamingmonitor, nietwaar? Niet echt, want hoewel je natuurlijk prima een spelletje kunt spelen op je UltraSharp, is het scherm met zijn 700 euro veel te duur als pure gamingmonitor. Bovendien is het scherm niet geoptimaliseerd voor gaming: het heeft relatief trage responstijden en geen (formele) ondersteuning voor G-SYNC en FreeSync. Er is nauwelijks local dimming als je hdr-games speelt en die hdr is beperkt tot DisplayHDR 600. Kortom: zoek je een 27"-gamingscherm, dan kun je voor minder geld een sneller scherm kopen.
De UltraSharps zijn gemaakt voor werk: naast het ingebouwde dockingstation voor je laptop hebben ze ook Thunderbolt 4-poorten om meerdere schermen aan elkaar te knopen. Dankzij die TB4-poorten ondersteunen de schermen ook het doorlussen van twee schermen gekoppeld aan Apple-apparaten. De ingebouwde kvm-switch laat je schakelen tussen laptop en desktop. De 120Hz-verversingsfrequentie is niet voor gaming, maar voor rust aan je ogen. De schermen zijn mat uitgevoerd en hebben een sensor die ze in staat stelt om de helderheid (en desgewenst de kleuren) aan te passen aan het omgevingslicht van je kantoor. Ons kantoor is vrij uniform verlicht, waardoor de effecten van veranderend zonlicht wat minder merkbaar zijn. Om die sensor toch aan het werk te zetten, hield ik mijn hand af en toe erboven: het scherm wordt dan vlot donkerder en ook roder. Dat laatste vond ik (zo midden op de dag) niet bepaald fijn, dus dat heb ik uitgeschakeld. Dat selectief kunnen aangeven welke weergaveaspecten de sensor beïnvloedt, is wel een prettige eigenschap.
Design
Het uiterlijk van de UltraSharps is dan ook zakelijk, zoals we van de serie gewend zijn. Aangezien de twee schermen, afgezien van het formaat, identiek zijn, maken we geen onderscheid tussen de U2725QE en U3225QE bij het beschrijven van de UltraSharps.
Het scherm heeft een smalle rand zonder logo's of bedieningselementen erin en de voet is een vierkante buis met een rechthoekige voet. Die standaard laat het scherm naar voor en achter kantelen, in portretmodus draaien en natuurlijk kun je het scherm in hoogte verstellen. In de buis zit een gat, waardoorheen je je kabels kunt voeren voor een eenvoudige vorm van kabelmanagement. Als je de standaard niet wilt gebruiken, kun je die losklikken en met een 100x100-VESA-mount op een andere drager bevestigen.
De schermen zelf zijn solide en stevig uitgevoerd, zoals je in dit segment mag verwachten. Het plastic aan de achterkant van het scherm is weliswaar iets flexibel, maar het is niet van waaibomenplastic gemaakt en geeft niet de indruk te scheuren als je te hard drukt. De voet is makkelijk verstelbaar en stevig, al kan met name het grotere scherm wel redelijk meebewegen met je bureau als je gaat schudden.
Poorten en bediening
De powerbutton zit rechts aan de achterkant en ernaast zit een kleine joystick om door de menu's te navigeren. Er is een sloot aan poorten, te beginnen bij de stroomingang voor een standaard C14-stekker: de stroomvoorziening zit dus ingebouwd. Daarnaast vind je een HDMI 2.1-ingang en twee DP 1.4-poorten: een in- en een uitgang. Daarna begint het USB-feest, met een TB4-uitgang, de TB4-ingang voor je laptop (met 140W-powerdelivery) en een USB-C-ingang voor 10Gbit/s-snelheden. Dan volgen drie USB-A-uitgangen van ieder 10Gbit/s, een audio-uitgang en nog een USB-A-poort. Met de netwerkaansluiting van 2,5Gbit/s zijn de poorten aan de onderkant op.
Overzicht poorten Dell UltraSharp U27/3225QE |
Beeldingangen |
1x DisplayPort 1.4 1x HDMI 2.1 1x TB4/USB-C (DP 1.4 Alt Mode, 140W-PD) |
Beelduitgangen |
1x DisplayPort 1.4 1x TB4/USB-C |
USB |
5x USB 3.2 Type-A 2x USB 3.2 Type-C 1x USB 3.2 Type-C (upstream) |
Overig |
2,5Gbit/s-ethernet 3,5mm-hoofdtelefoonuitgang Stroomaansluiting (interne voeding) |
Wel resten er nog drie poorten aan de onderkant die niet direct zichtbaar zijn. Na een druk op het paneeltje komen ze naar buiten, als verborgen poorten dus. De poorten wijzen dan naar de voorkant, zodat je kunt zien wat je doet. Hetzelfde concept vind je terug op andere nieuwe UltraSharps en zorgt dat je de poorten veel makkelijker kunt gebruiken dan wanneer ze aan de onderkant en uit het zicht zitten, zoals bij oudere schermen. Dat uitschuifpaneel bestaat uit twee USB-C-poorten (wederom 10Gbit/s) en nog een A-poort. Ik zou wel de achterkant van het poortenblokje vasthouden tijdens het aansluiten van apparatuur, want hoewel niet het niet superbreekbaar lijkt, is het wel een mogelijk slijtagepunt. Zijn we er dan? Bijna, want het enige dat we nog moeten melden is de lichtsensor die achter een venster aan de bovenkant van het scherm zit.
Vergeleken met de vorige generatie 4k-UltraSharps hebben de 2025-modellen dus die Thunderbolt 4-ondersteuning in plaats van reguliere USB-C-poorten: dat zorgt ervoor dat je een tweede scherm kunt doorlussen als je een MacBook koppelt (macOS ondersteunt geen daisychaining via DP). Via het ene TB4-kabeltje heb je bovendien genoeg bandbreedte om twee 4k-schermen met 120Hz aan te sturen, mits je laptop dat ondersteunt. Daarnaast is de powerdelivery gestegen van 90W naar 140W, waarmee je krachtigere laptops van prik kunt voorzien.
In het menu kun je vrijwel alle eigenschappen van het scherm aanpassen en personaliseren. Sommige opties kunnen wat summier overkomen, maar de menu's zijn overzichtelijk en vrij volledig. De USB-poorten zijn des te beter instelbaar: je kunt aangeven of de poorten stroom leveren om je apparaten op te laden en je kunt je kvm-set-up middels een wizard instellen.
Testmethode en testveld
Verpakking
De U2725QE en U3225QE zitten in kartonnen dozen met kleurbedrukking verpakt. Voor de binnenverpakking is karton gebruikt, al blijft het plastic beschermingszakje om het scherm gehandhaafd. Dell levert boekjes en vier kabels (USB-C, USB-C-naar-A, DP en voeding) mee.
We meten helderheid, contrast en kleurweergave met behulp van een SpectraCal C6-colorimeter, die we profileren met behulp van een JETI Spectraval 1501 Hires-spectroradiometer. De metingen worden uitgevoerd met behulp van Portrait Displays' Calman Color Calibration-software. Over de testprocedure lees je meer in dit .plan. We meten het scherm eerst door zoals het uit de doos komt, waarbij we de helderheid voor kleurmetingen afstellen op een waarde die de 150cd/m² zo dicht mogelijk benadert. We stellen het scherm vervolgens in voor kleurruimtes als sRGB en, indien relevant, Display P3 en AdobeRGB. Daarbij doen we zo nodig aanpassingen aan gamma en kleurtemperatuur. De instellingen die we hebben gebruikt, vind je in de tabel hieronder, en zijn precies hetzelfde voor de U2725QE en U3225QE. Overdrive staat standaard ingeschakeld op de stand Fast.
De hdr-meting voeren we uit met dezelfde software en meetapparatuur en een VideoForge Pro-patroongenerator. Voor de responstijdmeting gebruiken we een fotosensor en de LeCroy WaveRunner 6100-oscilloscoop. De inputlag meten we met een Leo Bodnar-tester. Om de kijkhoeken te bepalen, meten we onder een hoek van 45 graden de resterende helderheid en de kleurverandering ten opzichte van een loodrechte meting. Voor de uniformiteitsmeting kijken we naar de verhouding tussen de helderheid op vijftien meetpunten, gemeten op een volledig wit en een volledig zwart scherm. Ook bepalen we de relatieve kleurverschillen langs de randen ten opzichte van het midden. Tot slot meten we het energiegebruik van de monitor, zowel op de maximale helderheid als op een vaste helderheid van 150cd/m².
|
Standaardweergave |
sRGB |
Display P3 |
Beeldmodus |
Standard |
Color Space sRGB |
Color Space Display P3 |
Kleurtemperatuurinstelling |
Standard |
Color Space sRGB |
Color Space Display P3 |
Gamma-instelling |
Standard |
Color Space sRGB |
Color Space Display P3 |
Helderheid instelbaar? |
Ja |
Ja |
Ja |
Het testveld in deze review bestaat uiteraard uit de directe voorgangers van deze schermen: de in 2023 geteste U2723QE en U3223QE. Daarnaast hebben we onder meer de LG UltraGear 27G850A-B en UltraFine 32UQ850V-W.AEU in de vergelijking: dat zijn schermen met hetzelfde IPS Black-paneel als de Dells uit 2023 aan boord hebben, al heeft de 27G850A dan wel een refreshrate van 240Hz.
Helderheid en contrast (standaardweergave)
We beginnen onze metingen met de minimale en maximale helderheid bij de weergave van een wit vlak, in de standaardweergave. We geven in deze grafiek ook de contrastwaarde weer, die we berekenen op basis van de maximale helderheid versus de zwartwaarde.
- Minimale helderheid wit
- Maximale helderheid wit
- Contrast 150 cd/m²
Dat laatste levert voor het 27"-model een redelijk hoog contrast op van bijna 2500:1. Dit is nog altijd minder dan de beloofde 3000:1, maar duidelijk hoger dan bij de eerste versie van IPS Black, die 2000:1 zou moeten halen. Het 32"-scherm haalt een iets lager contrast, al middelt dat uit als we op een checkerboard testen, zoals later zal blijken. De minimale helderheid is 31 of 35cd/m² en voor beide schermformaten schommelt de maximale helderheid rond de 430cd/m², iets lager dan de opgegeven 450cd/m².
Weergave sRGB, Display P3, AdobeRGB
In de voor desktopwerk voornaamste sRGB-stand is de dekking van het kleurbereik volledig en dat geldt op een miniem verschil na ook voor het veel uitgebreidere P3-bereik. Dell geeft in de specificaties van de schermen ook keurig aan dat sRGB volledig gedekt is en P3 tot 99 procent gehaald moet worden. Een AdobeRGB-stand ontbreekt overigens, net als op de meeste Dell-schermen: alleen het UP-scherm ondersteunt dat bereik.
SRGB
- Kleurdekking
- Kleurtemp. wit
- Gem. kleurtemp.
- Helderheid wit 150cd/m²
- Kleurafw.
- Grijsafw.
- Colorchecker-afw.
- Gamma
De kleurtemperatuur van het grotere scherm is iets beter afgesteld en zit bijna op de ideale waarde van 6504K; de 27"-variant is iets koeler. Ook de afstelling van de kleurweergave is bij het 32"-model beter: de gemiddelde kleurafwijking is extreem laag en ook de grijswaardeafwijking en gedetailleerde-kleurafwijking zijn uitstekend. Bij het 27"-scherm zijn de afwijkingen nog steeds erg laag, maar bij het grotere scherm is de afstelling nog beter. Je kunt de schermen daardoor prima gebruiken voor beeldbewerking, al is het natuurlijk raadzaam om voor bedrijfskritische beeldbewerking een scherm te gebruiken dat je naderhand in hardware kunt kalibreren. Zoals onze testexemplaren out of the box laten zien is kalibratie niet nodig en kunnen de schermen zich meten met kalibreerbare dan wel gekalibreerde schermen gezien de uitstekende kleurweergave, maar na verloop van tijd kan het nodig zijn de kleuren bij te stellen. Daar is in dit geval geen optie voor.
- Dell U2732QE
- Dell U3232QE
Display P3
- Kleurdekking
- Kleurtemp. wit
- Gem. kleurtemp.
- Helderheid wit 150cd/m²
- Kleurafw.
- Grijsafw.
- Colorchecker-afw.
- Gamma
De dekkingsgraad van DCI-P3 is volgens specificatie 99 procent, maar de schermen blijven daar net onder. Dat doet wederom vooral ons 32"-exemplaar echter uitstekend, met een vrijwel spot on kleurtemperatuur en lage afwijkingen in de kleur- en grijsweergave. Zo netjes als het in de kleinere sRGB-ruimte is haalt de U3225QE niet, maar met afwijkingen tussen 2 en 3 ΔE ITP zul je in de praktijk niet of nauwelijks kleurafwijkingen kunnen zien. De enige afwijking die je mogelijk zult zien, is dat rood enigszins oververzadigd is, hoewel dat enkel geldt bij de primaire kleur en minder bij de mengkleuren met rood.
Bij ons 27"-scherm zijn de afwijkingen over de hele linie iets groter dan bij het 32"-model, maar zijn er geen opvallende uitschieters die het beeld richting een kleurzweem trekken.
- Dell U2732QE
- Dell U3232QE
Hdr-weergave
De twee Dell-schermen zijn DisplayHDR 600-gecertificeerd: dat vereist dat er een helderheid van ten minste 600cd/m² gehaald wordt. Vanaf een windowsize van 5 procent, dus als een twintigste van het scherm wit is en de rest zwart, halen de schermen die helderheid. Het 27"-scherm zit er een fractie onder en dat heeft ook een iets lager maximum dan het 32"-scherm. De 32"-UltraSharp haalt maximaal ongeveer 650cd/m² helderheid, de kleinere 630cd/m². Het UltraGear-scherm, met de vorige generatie IPS Black, haalt een stuk hogere helderheid met ruim 730cd/m². De UltraSharps hebben een rudimentaire vorm van local dimming die bij hdr-weergave automatisch wordt ingeschakeld (en dan niet kan worden uitgeschakeld). Die werkt met acht zones: daardoor is hij nauwelijks effectief en werkt eerder contraproductief.
- Dell U2732QE
- Dell U2732QE
Voor de kleurweergave in hdr gebruiken we de ΔE ICtCp-berekeningen. Deze sluiten aan bij het grotere kleur- en helderheidsbereik van hdr-signalen en geven meer weging aan fouten bij lagere helderheden. We noteren bovendien twee verschillende resultaten: een waarin afwijkingen van de beoogde helderheid niet worden meegenomen in de score en een waarbij dat wél gebeurt.
- Gem. grijsafw zonder luminantie
- Gem. grijsafw met luminantie
- Gem. colorcheckerafw. zonder lum.
- Gem. colorcheckerafw. met lum
- Dekking DCI P3
- Max helderheid wit - (full screen)
Opnieuw is het 32"-UltraSharp-model uitstekend afgesteld en geeft het de kleuren iets zuiverder weer dan het 27"-model. Zonder luminantie meegerekend scoort de U2725QE steeds iets minder dan de UltraGear, maar met luminantie meegewogen zit het kleinere scherm vlak bij de U3225QE. Beide schermen hebben een flinke dip in de PQ EOTF-curve bij een helderheid van iets minder dan 70 procent: vanaf dat punt kan de helderheid van het scherm de gewenste helderheid van hdr-content niet meer bijhouden en wordt je scherm donkerder dan de bedoeling is. Daar grijpt tonemapping in om de hdr-content aan te passen naar het beperktere bereik van de schermen. Los van die dip gaat dat verder goed: de hogere helderheidsniveaus worden weer correct − zij het met minder helderheid − weergegeven.
Responstijden en inputlag
We schreven al dat de UltraSharps, ondanks hun 120Hz-schermen die wellicht anders doen vermoeden of hopen, niet echt geschikt zijn voor gaming. Die 120Hz is meer bedoeld om je ogen wat rust te gunnen bij het langdurig staren naar je scherm. Het staat overigens niet in de specificaties van de schermen, maar ze ondersteunen wel degelijk FreeSync in het bereik van 48Hz tot 120Hz. De oudere generatie 60Hz-UltraSharps ondersteunde dit geheel niet, de 120Hz-UltraSharps wel. De UltraSharps uit 2023 waren niet al te rap en dat euvel heeft de nieuwe generatie 4k-UltraSharps geërfd.
- Gemiddelde responstijd (20 transities)
- Gemiddelde responstijd (zwart-wit)
- Hoogst gemeten responstijd
- Laagst gemeten responstijd
- Standaardafwijking responstijd
- Percentage binnen één refresh
- Gemiddelde overshoot
- Gemiddelde undershoot
Van de UltraSharps hebben we uitgebreide reactietijdenmetingen: die zie je hierboven. De uitgebreide metingen worden lang niet altijd uitgevoerd en daarom kunnen we de UltraSharps alleen vergelijken met de UltraGear (nogmaals: die heeft de eerste generatie IPS Black). De gemiddelde responstijd gemeten over twintig overgangen van licht naar donker en vice versa is ruim twee keer zo lang als bij het LG-scherm. Dat scherm moet ook veel sneller zijn, omdat het 240Hz doet in plaats van de 120Hz van de Dell-schermen. Hoewel die laatste een stuk trager zijn, valt een groter percentage overgangen binnen een enkel frame. De Dells hebben immers 8,3ms per frame om mee te spelen, terwijl de LG UltraGear zijn frametransities wegens de hogere refreshrate van 240Hz moet voltooien binnen slechts 4,2ms (1000ms / 240Hz). Daardoor is het voor een snel scherm lastiger om een redelijk percentage overgangen binnen een enkel frame te voltooien dan voor een trager 120Hz-scherm.
- Reactietijd OD optimaal 100-0%
- Reactietijd OD optimaal 0-100%
- Reactietijd OD optimaal 80-20%
- Reactietijd OD optimaal 20-80%
- Overshoot OD optimaal
- Undershoot OD optimaal
De ergste boosdoener wat betreft responstijden is de overgang van 0 naar 20 procent helderheid. Bij de U3225QE noteren we daar een overgangstijd van bijna 20ms, terwijl die bij de U2725QE 'slechts' een kleine 12ms is. We hebben die responstijden meerdere keren en met de overdrivestand uitgeschakeld en ingeschakeld (Fast) gemeten, maar beter werd het niet. Over overdrive gesproken: die was bij de transitie van volledige helderheid naar 80 procent bij beide schermen behoorlijk hoog; bij de U3225QE noteerden we een overshoot van maar liefst 76 procent. Dat houdt in dat het scherm korte tijd voorbij de doelhelderheid schiet en in dit geval te donker wordt, voordat het op de gewenste helderheid van de pixels komt. Bij scrollen door websites kan dat storend zijn.
Inputlag
In de inputlagtest die we met behulp van de Leo Bodnar-tester uitvoeren terwijl het scherm op 1080p/60Hz draait, hebben de UltraSharps een vertraging van ongeveer 9ms. Als we op de native refreshrate van 120Hz testen, meten we 4,3 en 4,6 milliseconde, ongeveer één frame dus.
Uniformiteit en kijkhoeken
Een ips-scherm heeft in de regel keurige kijkhoeken en een van de redenen om een IPS Black-paneel te gebruiken, is de combinatie van die goede kijkhoeken met het hoge contrast van een VA-paneel. Het zal niemand verbazen dat de kijkhoeken van de UltraSharps dan ook prima zijn, net als de zijdelingse kleurafwijking. De verticale kleurafwijking is iets minder geweldig en bij de uniformiteit gaan de schermen echt punten verliezen. Want waar de wituniformiteit van het 27"-scherm redelijk is, is dat bij de 32"-variant niet al te best. Kijken we naar de zwartuniformiteit, dan is die bij de 27"-variant gewoonweg beroerd en bij de 32"-UltraSharp op z'n best gemiddeld. Een factor die het leed nog een beetje verzacht, is dat de IPS Black-schermen beduidend betere (lagere) zwartwaarden dan andere schermen halen: dat vermindert de zichtbaarheid van de variatie in zwartweergave nog aardig.
Het viel op dat de schermen aan de randen veel donkerder zijn dan in het midden. In het midden stellen we de schermen in op een helderheid van 150cd/m², maar aan de randen blijft daarvan bij beide schermen een stuk minder over. De 27"-variant deed het nog relatief beter, maar met een helderheid van 133cd/m² in plaats van de gewenste 150cd/m² aan de randen is het verschil gewoon zichtbaar. De U3225QE deed daar een schepje bovenop en liet de helderheid zelfs dalen tot 128cd/m². Bovendien was de kleurtemperatuur richting de randen bij allebei ook behoorlijk warmer, tot onder de 5900K bij het 27"-scherm.
Let wel dat het om onze reviewsamples gaat; we kunnen niet extrapoleren naar alle exemplaren. Al moet gezegd worden dat we dit fenomeen van matige uniformiteit wel bij meer Dell-schermen in ons testlab constateren. Het zijn flinke verschillen, maar niet ongekend voor een monitor: als we in onze testdata spitten, zien we ook dure schermen als de 27" Apple Studio Display, ASUS ProArt PA279CV en de BenQ MA320U met minimale helderheden rond de 130cd/m². Dat zijn ook geen goedkope schermpjes.
- 45° links - Helderheid
- 45° links - Kleurafwijking
- 45° onder - Helderheid
- 45° onder - Kleurafwijking
- Uniformiteit wit
- Uniformiteit zwart
- Uniformiteit U2725QE
- Uniformiteit U3225QE
Energiegebruik
Dan rest ons nog het energiegebruik. Met minder dan een watt per diagonaalinch zijn de schermen redelijk zuinig: het 32"-model is marginaal gezakt ten opzichte van het vorige model, terwijl het 27"-model juist 2W gestegen is in gebruik.
Conclusie
Dell heeft met de nieuwe 4k-UltraSharps wederom een primeur: ze hebben LG's nieuwe generatie IPS Black-panelen aan boord, terwijl de LG-schermen met die panelen nog op zich laten wachten. Het contrast − een van de beloftes van IPS Black − is inderdaad hoger dan bij de vorige generatie, maar we halen de opgegeven 3000:1 lang niet. Wel is het contrast, met 2506:1 voor het 27"-model, het hoogst dat we in een ips-scherm gemeten hebben. Het 32"-model heeft iets lager contrast, maar staat nog steeds op de derde plek na de U2725QE en LG's UltraFine 32UQ85R-W, beide IPS Black-schermen.
Naast dat contrast is ook de kleurweergave van de Dell U2725QE en Dell U3225QE uitstekend. Je kunt ze − mocht het na verloop van tijd nodig zijn − niet hardwarematig kalibreren, maar direct uit de doos valt er weinig af te dingen op of te klagen over de weergavekwaliteit. En hoewel de hdr-weergave met een vrij beperkte helderheid wat gemankeerd wordt, is ook de weergave in die modus zeer goed. We willen wél klagen over de responstijd van de schermen. Die is bij bepaalde overgangen erg traag, zo zeer dat het bij scrollen wat zichtbaar kan zijn: je hoeft niet eens te willen gamen om je daaraan − mogelijk − te storen. Ook is de uniformiteit van onze samples niet denderend. Er is een duidelijk helderheidsverloop richting de randen, waar Dell toch echt eens aan moet werken, aangezien we dat ook opmerkten bij andere Dell-schermen (waaronder de vorige UltraSharps met IPS Black-panelen).
In gebruiksgemak en -mogelijkheden blinken de UltraSharps wel weer uit. De ingebouwde hub (inclusief kvm-switch) is veel capabeler geworden dan de vorige generatie, met onder meer extra voeding via USB-PD, meer bandbreedte (en Apple-daisychaining) met TB4 en een snellere netwerkverbinding. De ergonomie van de standaard was al fijn, maar de beter bereikbare poorten via het pop-underblokje zijn een verbetering vergeleken met eerdere modellen. Met een prijs (op het moment van publicatie) van 650 euro voor het 27"-model en 930 euro voor het 32"-model levert Dell uitstekend afgestelde en prettig te gebruiken beeldschermen voor een veeleisend publiek. Wel zouden we ons voor kunnen stellen dat je de prijs van het 27"-model moet verdubbelen, want die maat werkt erg fijn met twee schermen naast elkaar; voor het 32"-model is dat iets minder gebruikelijk.
Je zou nog de U2723QE- en U3223QE-modellen uit 2023 kunnen overwegen, maar dan krijg je wel een wat minder goed afgesteld scherm met lager contrast en minder capabele poorten. Je bespaart wel 150 tot 200 euro, maar of dat genoeg is om voor de oudere varianten te kiezen? De twee nieuwe schermen doen nauwelijks onder voor schermen voor professionele beeldbewerkers, al missen ze daarvoor wel een kalibratiemogelijkheid. De ingebouwde hub en het brede aanbod aan poorten maakt dit een veelzijdige kantoormonitor, mits je kantoor flink wat bestedingsruimte heeft.
Redactie: Willem de Moor Testlab: Denny Verwoert, Lucas Visscher Eindredactie: Marger Verschuur
- Dell U2725QE
- Dell U3225QE