Apple Mac Studio (2025) met M3 Ultra
Apple Mac Studio (M3 Ultra)
De Mac Studio met M3 Ultra is verkrijgbaar met een gedeeld geheugen tot 512GB. En ja: dat is 512GB ram, geen opslag. Daardoor kan hij bijvoorbeeld volledige llm's lokaal draaien, wat anders alleen lukt met versimpelde modellen of in de cloud. De snelle aansluitingen, het lage energiegebruik en de stille werking blijven daarnaast indrukwekkend. Wel is het jammer dat je bij deze snelste cpu-optie veel van de voordelen van de M4-generatie mist en blijft zelf upgraden of makkelijk repareren een onmogelijkheid. Daar maakt Apple grif gebruik van door de configuratieopties erg duur te maken.
Onder de review van de Mac Studio met M2 Ultra kwam regelmatig de kritiek voorbij dat de geteste configuratie van ruim tienduizend euro wel erg extreem was. Daarom vroeg ik Apple om van de recent geïntroduceerde Mac Studio (2025) een wat realistischere variant op te sturen. Het resultaat? Er plofte een exemplaar met M3 Ultra van bijna 15.000 euro op de deurmat ...
Mix van M3 en M4
Voordat ik het verder over die configuratie ga hebben: M3, is dat geen oud nieuws? Je zou het denken, want de eerste MacBooks met een chip uit de M3-generatie kwamen al anderhalf jaar geleden uit. De nieuwe Mac Studio is er opvallend genoeg met twee chips uit verschillende generaties: de M4 Max en de M3 Ultra. De M4 Max was al een tijdje verkrijgbaar in de MacBook Pro; de M3 Ultra is helemaal nieuw.
Zoals je inmiddels gewend bent, bestaat de M3 Ultra uit twee M3 Max-chips die via meer dan tienduizend verbindingen in een interposer aan elkaar gekoppeld zijn. De M3 Ultra heeft in totaal 184 miljard transistors. Ter vergelijking: bij de M2 Ultra waren dat er nog 'maar' 134 miljard.
Maar waarom heeft Apple diezelfde truc niet uitgehaald bij de M4 Max? Het officiële antwoord is dat 'er niet elke generatie een Ultra-chip verschijnt'; het technische antwoord is dat het helemaal niet kan. De M4 Max beschikt namelijk niet over de hardware om hem met de UltraFusion-interposer te verbinden. De reden waarom dat is weggelaten is onbekend, maar het maakt het ontwerp van de M4 Max voor laptops ongetwijfeld kleiner, minder foutgevoelig en daarmee goedkoper. Of Apple van plan is om de M5 Max wél weer geschikt te maken voor het creëren van een Ultra-versie, is nog niet bekend.
Wat je mist doordat de snelste Mac Studio gebruikmaakt van een oudere generatie processor, zal ik verderop in deze review uiteraard onderzoeken.
Prijs en configuratie
De Mac Studio is geen goedkope pc. De versie met M4 Max start bij een dikke 2500 euro en de versie met M3 Ultra kost het dubbele. Door te kiezen voor de versies met een volledig ingeschakelde processor, meer ram en meer opslag kun je de Mac Studio echter nog veel duurder maken. Onze configuratie met volledige M3 Ultra, 512GB ram en een 8TB-ssd kost via Apple zelf 14.674 euro. Dat is nog niet eens de maximale configuratie: als je kiest voor een 16TB-ssd, komt daar nog eens 3000 euro bij.
Nu snap ik wel dat Apple deze versie opstuurt, want het toont een van de nieuwe mogelijkheden van de Mac Studio (2025): hij is nu verkrijgbaar met 96, 256 of 512GB werkgeheugen, waar de vorige Studio uit te rusten viel met maximaal 192GB. Omdat het werk- en videogeheugen bij Macs gedeeld zijn, biedt dat unieke mogelijkheden om enorme taalmodellen lokaal te draaien, die ik verderop in deze review laat zien.
De kans dat je zelf een configuratie van vijftienduizend euro aanschaft, is natuurlijk vrij klein. Gelukkig zeggen de benchmarks alsnog veel over wat je mag verwachten van goedkopere Studio's met M3 Ultra, want meer geheugen en opslag maken voor veel benchmarks niet uit. Alleen over de prestaties van de M4 Max-versie kunnen we aan de hand van dit testsample niet zo veel zeggen.
Model |
Mac mini M4 Pro (2024) |
Mac Studio M4 Max (2025) |
Mac Studio M3 Ultra (2025) |
Cpu |
M4 Pro 12-core |
M4 Max 14-core |
M3 Ultra 28-core |
Gpu |
16-core |
32-core |
60-core |
Npu |
38Tops |
38Tops |
36Tops |
Geheugen |
24GB |
36GB |
96GB |
Opslag |
512GB |
512GB |
1TB |
Thunderbolt 5-poorten |
3 |
4 |
6 |
USB-poorten |
2x USB-C |
2x USB-A, 2x USB-C |
2x USB-A |
Adviesprijs basismodel |
€ 1669 Actueel: € 1.473,99 |
€ 2529 Actueel: € 2.266,99 |
€ 5049 Actueel: € 4.472,99 |
Adviesprijs topmodel |
€ 5464 |
€ 7404 |
€ 17.674 |
Upgrades |
14-core cpu, 20-core gpu: + € 230 48GB geheugen: + € 460 64GB geheugen: + € 690 1TB-ssd: + € 230 2TB-ssd: + € 690 4TB-ssd: + € 1380 8TB-ssd: + € 2760 10GbE: + € 115 |
16-core cpu, 40-core gpu: + € 374 48GB geheugen: + € 250 64GB geheugen: + € 500 128GB geheugen: + € 1250 1TB-ssd: + € 250 2TB-ssd: + € 750 4TB-ssd: + € 1500 8TB-ssd: + € 3000
|
32-core cpu, 80-core gpu: + € 1875 256GB geheugen: + € 2000 512GB geheugen: + € 5000 2TB-ssd: + € 500 4TB-ssd: + € 1250 8TB-ssd: + € 2750 16TB-ssd: + € 5750 |
Een razendsnelle verrassing
Als je me zou vragen om de vorige en deze Mac Studio uit elkaar te houden, zou ik dat niet kunnen. De behuizing is nog altijd een feilloos afgewerkte klomp aluminium, die met bijna vier kilogram behoorlijk zwaar is en mede daardoor kwaliteit ademt. Op de voorkant zijn ongewijzigd twee USB-C-poorten en een SD-kaartlezer aangebracht.
In de doos
De verpakking is volledig gemaakt van papier en karton. Naast de Mac Studio zelf vind je alleen een stroomkabel in de doos. Net als bij de vorige generatie is de behuizing volledig van gerecycled aluminium gemaakt. Van het complete apparaat is meer dan 30 procent gerecycled, zegt Apple. De 'carbon footprint' van een Mac Studio met M4 Max is 276kg CO2e; voor de M3 Ultra is dat 382kg.
Apple heeft over de Mac Studio een klimaatrapport (.pdf) gepubliceerd.
Aan de achterkant vind je voor Apple-begrippen een zeer ruime selectie aan poorten: viermaal USB-C, 10Gbit/s-ethernet, twee keer USB-A, een HDMI 2.1-uitgang en een headphonejack. Ook de powerknop is aangebracht in het verlengde van deze aansluitingen en niet op de onderkant zoals bij de recent herontworpen Mac mini. Op de voedingsaansluiting hoef je alleen de meegeleverde kabel aan te sluiten; de voeding zelf is intern verwerkt.
Dat lijkt identiek aan de vorige Mac Studio, maar nu komt het: álle USB-C-poorten die ik zonet noemde ondersteunen Thunderbolt 5. Dat is met afstand de snelst mogelijke externe aansluiting op consumentenapparatuur, met symmetrische snelheden van 80Gbit/s en eventueel 120/40Gbit/s asymmetrisch. De poorten zijn tevens compatibel met USB4, USB3 en DisplayPort 2.1. In totaal kun je maximaal acht schermen (4k/144Hz of 6k/60Hz) aansluiten. Ga je met resoluties en refreshrates daaroverheen, dan geldt een maximum van vier schermen bij 8k/60Hz of 4k/240Hz.
De ondersteuning voor Thunderbolt 5 is opvallend, want bij eerdere Macs met een M3-chip werd nog maximaal Thunderbolt 4 ondersteund. TB5-ondersteuning is dus achteraf nog toegevoegd aan de M3 Ultra of was misschien stiekem al aanwezig maar niet geactiveerd in de M3 Max-chips.
De goedkopere Mac Studio met M4 Max heeft op het gebied van de aansluitingen maar één verschil met de M3 Ultra-variant: de USB-C-poorten op de voorkant doen geen Thunderbolt maar alleen 10Gbit/s-USB3.
De Mac Studio is onveranderd niet upgradebaar of gemakkelijk repareerbaar. Voor de Mac Studio (2025) is nog geen reparatiehandleiding te vinden, maar voor het repareren van de vorige editie was in elk geval een tweede Mac nodig om reserveonderdelen te registreren.
Benchmarks: cpu en gpu
In de grafieken vergelijken we de nieuwe Mac Studio met M3 Ultra met zijn voorgangers met M2 Ultra en M1 Ultra. Daarnaast hebben we de iMac met M4 en de Mac mini met M4 Pro toegevoegd aan de grafieken. Waar die testdata beschikbaar is, vergelijken we ook met enkele high-end desktopprocessors uit de Windows-wereld.
Cpu-tests
- Cinebench 23 - Single
- Cinebench 23 - Multi
- Cinebench 24 Single
- Cinebench 24 Multi
In de singlethreaded Cinebench-tests maakt de M3 Ultra geen verpletterende indruk. Hij is weliswaar een stuk sneller dan de oudere Ultra's, maar Macs met een chip uit de M4-generatie aan boord zijn soms meer dan 15 procent sneller. In Cinebench 24, dat we ook op losse cpu's draaien, is de M3 Ultra nipt sneller dan de Intel Core Ultra 9 285K.
Multithreaded is dat een heel ander verhaal. De Cinebench 23 Multi-score, die we ook al hadden van de oudere Mac Studio's, is bij de M3 Ultra maar liefst 62 procent hoger dan die van de Mac Studio met M2 Ultra. In het nieuwere Cinebench 24 worden de Core Ultra 9 en Ryzen 9 met een kwart verschil verslagen. Alleen de Ryzen Threadripper blijft een stuk sneller, maar die heeft daarvoor wel dubbel zoveel cores nodig - per core is die 64-core-cpu aanzienlijk langzamer dan de M3 Ultra.
- Geekbench 6.2 - Single
- Geekbench 6.2 - Multi
In Geekbench 6 liggen de Single-scores zelfs iets onder die van de AMD- en Intel-processors. Multithreaded gaat de M3 Ultra er echter met de winst vandoor.
De Corona-benchmark test het renderen van een afbeelding. Deze renderer kan gebruikt worden in bijvoorbeeld 3ds Max en Cinema 4D. De M3 Ultra heeft 38 seconden nodig en is daarmee 24 tellen eerder klaar dan de M2 Ultra.
Gpu-tests
De gpu in de M3 Ultra is goed voor ruim twintigduizend punten in de Graphics-test van Cinebench 24, waarin de testplaat met behulp van hardwareversnelling wordt gerenderd
- 3DMark Wild Life Extreme Unlimited
- 3DMark Steel Nomad Light Unlimited
In 3DMark Wild Life Extreme hebben we wat meer ouder vergelijkingsmateriaal. De gpu van de M3 Ultra scoort hier 23 procent hoger dan die in de M2 Ultra.
We hebben ook nog een game gedraaid om de gpu-prestaties te testen. Total War: Pharaoh is native beschikbaar voor macOS met 'Apple Silicon'.
- Total War: Pharaoh - 1080p - Medium
- 1080p - Ultra
- 1440p - Medium
- 1440p - Ultra
- 4k - Medium
- 4k - Ultra
De gpu in de M3 Ultra is wel veel sneller dan die in de M4 en M4 Pro, maar dat komt er pas uit bij hogere resoluties en settings. Op 4k Ultra is de M3 Ultra maar 8fps langzamer dan op 1080p Medium, wat lijkt te wijzen op een forse cpu-bottleneck. De AMD- en Intel-processors, in deze game getest met een RTX 5090 als losse videokaart, laten een totaal ander prestatieniveau zien. Het valt echter te betwisten in hoeverre de Windows- en macOS-versies van deze game in technische zin goed te vergelijken zijn.
Benchmarks: duurtest
Om te kijken hoe de prestaties van de computers al dan niet verminderen tijdens langdurige belasting is onze Blender-duurtest ideaal, want die maakt de werkelijke impact op de prestaties duidelijk.
Zoals we gewend zijn heeft het thermische systeem van de Mac Studio de processor uitstekend onder controle. De lijn in de grafiek is volledig strak en ook het absolute prestatieniveau, van nog geen vijf seconden per run, is fenomenaal. De Mac Studio met M2 Ultra had er ruim dubbel zo lang voor nodig. Bij Macs met minder goede koeling, zoals de iMac, zie je de prestaties iets afkalven na verloop van tijd, maar daarvan heeft de Mac Studio dus geen last.
Energiegebruik en geluidsproductie
We meten de opgenomen vermogens en de geluidsproductie van de mini-pc's uiteraard ook. Het vermogen testen we uitgeschakeld, idle en onder zware belasting van Cinebench. De geluidsproductie meten we tijdens licht gebruik met benchmark WebXPRT en tijdens zwaar gebruik: een Blender-render.
- Opgenomen vermogen - Uit
- Opgenomen vermogen - Idle
- Opgenomen vermogen - Load
Als het systeem uit staat, slaat onze energiemeter niet verder uit dan 0,3W. Dat is een keurig resultaat. In idle meten we nog geen 11W: dat is een forse verbetering ten opzichte van de voorgaande generaties van de Mac Studio en eerder vergelijkbaar met wat de Mac mini in idle doet.
Onder belasting kan het energiegebruik van de Mac Studio wel oplopen. Het maximum dat we gemeten hebben was 257W tijdens een gecombineerde cpu- en gpu-belasting. Bij belasting van alleen de cpu-cores bleef het energiegebruik beperkt tot rond de 160W. Dat is meer dan voorheen, maar in vergelijking met het energiegebruik van veel zelfbouw-pc's natuurlijk nog altijd een schijntje.
Geluidstest
- Geluidsproductie WebXPRT 3
- Blender
Zelfs tijdens volle belasting met Blender lukt het ons niet om een significante geluidsmeting te doen in onze geluidsdichte testbox met een noisefloor van 12dB. Daarmee is de nieuwe Mac Studio nog aanzienlijk stiller dan de vorige generaties en in de praktijk simpelweg onhoorbaar.
Het kan echt: een 671-miljardparametertaalmodel
Toen Apple het besluit had genomen om zelf een processor te gaan ontwikkelen, alleen voor gebruik in zijn eigen producten, kon het afrekenen met enkele traditionele ontwerpbeslissingen uit de pc-wereld. Een voorbeeld daarvan is het feit dat het werkgeheugen en videogeheugen gescheiden zijn. In een traditionele pc met losse processor en videokaart spreekt dat voor zich en in het geval van een processor met geïntegreerde gpu wordt een vast deel van het werkgeheugen gereserveerd als vram.
Bij de Apple-socs werkt dat anders: er is één grote berg geheugen waar zowel de cpu als de gpu en zelfs de neural engine bij kunnen. Tot nu toe was de maximale grootte daarvan 192GB, in de meest luxe uitvoering van de Mac Studio of Mac Pro met M2 Ultra. De nieuwe Mac Studio is leverbaar met 256 of zelfs 512GB, waarmee ons testsample is uitgerust. Daarvan kan standaard maximaal 384GB gebruikt worden door de gpu; dat percentage van 75 procent geldt overigens voor iedere Apple Silicon-Mac. Met een commando kun je dat overigens handmatig verder opschroeven.
Een workload die daarvan bij uitstek gebruik kan maken is het lokaal draaien van AI-modellen. Doorgaans worden voor lokale llm's versimpelde versies van grote modellen gebruikt, die minder parameters bevatten. Met de hoogste geheugenhoeveelheid van de Mac Studio kun je echter volledige versies van taalmodellen inladen, zoals het vrij beschikbare DeepSeek R1-taalmodel.
:strip_exif()/i/2007331822.jpeg?f=imagearticlefull)
Ik ging aan de slag met drie taalmodellen via LM Studio, een gebruiksvriendelijk programma om llm's te draaien dat zowel op macOS als op Windows werkt. Om te beginnen heb ik het volledige, 671 miljard parameters tellende DeepSeek R1-model gedownload. Wel koos ik de zogenaamde 'Q2_K_L'-variant, een 227GB groot model dat dankzij quantisation met gemak in het geheugen past. Het originele DeepSeek R1-model, dat wordt gebruikt voor de cloudversie van DeepSeek, is meer dan 700GB groot en kan dus ook op de maximaal uitgeruste Mac Studio niet draaien.
De populairste modellen om zelf te draaien waren op het moment van testen de zogenaamde Gemma 3-modellen, opensourcemodellen gebaseerd op Googles Gemini 2.0. Daarvan heb ik zowel de 12B- als 27B-versies getest. De versie met 27 miljard parameters bevat het volledige model en is 17GB groot; de 12B-versie is een kleinere versie van bijna 8GB met als gevolg een lagere precisie.
Ter vergelijking hebben we de modellen ook gedraaid op een state-of-the-art-pc met een AMD Ryzen 7 9800X3D en Nvidia GeForce RTX 5090. Het DeepSeek R1-model draait daar niet op, want de 32GB aan vram van die videokaart is veel te weinig. Een directe prestatievergelijking kunnen we dus alleen maken op basis van de Gemma 3-modellen.
Over DeepSeek R1 kunnen we daardoor niet veel meer constateren dan 'het werkt'. De door mij gekozen versie van het taalmodel draaide onze testprompt met 14,99 tokens per seconde en een time to first token (ttft) van 1,36 seconde. Dat is te langzaam om fijn mee te kunnen werken. De redeneerfase van het model had vaak al ongeveer een minuut nodig, waarna het genereren van een volledig antwoord soms ook nog wel een halve minuut duurde. Er zijn snellere, beter geoptimaliseerde versies van het taalmodel beschikbaar, maar die zijn doorgaans ook kleiner en dan heb je dus niet per se de enorme hoeveelheid vram van de Mac Studio nodig.
- Tokens per seconde
- Time to first token
Voor de Gemma 3-modellen kunnen we de prestaties dus vergelijken met een RTX 5090. Die blijkt in zowel de 12b- als 27b-versies flink sneller te zijn. Het kleinere model van die twee draait de RTX 5090 bijna 43 procent vlotter dan de Mac Studio; bij het grote model is dat verschil met 48 procent nog iets groter. De ttft is bij het 12b-model ongeveer even lang op beide systemen, maar bij het 27b-model doet de RTX 5090 het duidelijk rapper.
Nu zijn de prestaties alleen niet het volledige verhaal, want de Mac Studio excelleert vooral in de energie-efficiëntie bij het uitvoeren van een taalmodel. Hoewel de prestaties tijdens het draaien van Gemma 3-27b lager liggen, gebruikt de pc met RTX 5090 veel meer energie: 457W om 178W. Kijk je naar de verhouding tussen prestaties en energiegebruik, dan heeft de Mac Studio 43 procent minder vermogen nodig per token.
Conclusie
Het is normaal al lastig om een Mac Studio te beoordelen, want hij biedt bepaalde zaken die geen enkele andere pc hem nadoet en draait natuurlijk op een ander OS dan elk ander systeem in deze prijsklasse. Apple maakt het me niet bepaald makkelijker door van de Mac Studio (2025) een configuratie uit te lenen die alleen voor de lucky few is weggelegd en alle schijn van vergelijkbaarheid met iets anders direct het raam uit gooit.
Die bizarre configuratie met 512GB ram laat wél goed zien wat Apple kan doen dat elke andere computerfabrikant niet kan doen. Bij Apples eigen soc is werk- en videogeheugen één grote bak, waardoor je bijvoorbeeld het volledige DeepSeek-taalmodel met 671 miljard parameters kunt draaien - wat zelfs op een RTX 5090 bij lange na niet kan. Dat kun je best kapotredeneren, want voor de prijs van deze Mac Studio kun je héél wat jaren een abonnement op je favoriete chatbot nemen, maar toch heeft het iets magisch dat dit systeem iets kan waarvoor normaal een server in een datacenter nodig is.
Misschien is dat wel het goede woord: magie. Voor veel kopers van een apparaat als dit zal de Mac Studio een soort magische doos zijn. De computer is razendsnel, heeft een heel scala aan rappe aansluitingen (6x Thunderbolt 5!), gebruikt weinig energie en laat zich nauwelijks horen.
Wie zich niet laat betoveren, ziet toch ook steken die Apple heeft laten vallen. De M4 Max is om duistere redenen niet voorzien van ondersteuning voor de UltraFusion-interposer waarmee Apple normaliter twee Max-chips samensmelt tot een Ultra. Daardoor heb je deze generatie de keuze uit een M4 Max of een M3 Ultra. Het vreemde resultaat is dat je met de duurste processoroptie rond de 20 procent aan singlethreaded prestaties misloopt en bijvoorbeeld ook de versnelde raytracingcores in de M4-chips. Thunderbolt 5 hadden de eerdere M3-socs trouwens ook niet, maar dat heeft Apple wel met terugwerkende kracht weten toe te voegen.
En ja, ik ga de inmiddels grijsgedraaide plaat gewoon weer een zwengel geven. Zelf upgraden of eenvoudig repareren is er nog altijd niet bij en de configuratieopties zijn en blijven peperduur.
De Mac Studio blijft daarmee een opvallend elegante, snelle, stille en zuinige machine - maar wel een machine waarop je alleen uitkomt met veeleisende gebruiksdoelen en een zeer fors, vermoedelijk veelal zakelijk budget.
- Instapmodel Mac Studio met M4 Max
- Instapmodel Mac Studio met M3 Ultra
Redactie: Tomas Hochstenbach. Testlab: Niels van der Waa. Video: Luke van Drie. Eindredactie: Marger Verschuur