Arm presenteerde tijdens de jaarlijkse Client Tech Day zijn plannen voor consumentenproducten. Dit jaar stond in het teken van updates voor de Arm v9-architectuur met nieuwe krachtige cores. Bovendien komt Arm met een nieuwe gpu die door Arm Immortalis is gedoopt. Die biedt onder meer hardwarematige raytracing voor het Arm-ecosysteem. Uiteraard hebben de nieuwe gpu's nog veel meer verbeteringen ten opzichte van de huidige generatie. Niet voor niets heeft Arm zijn gpu's van het acroniem Gaming Performance Unleashed voorzien. Zo moeten ze een flinke stap zetten in prestaties en energiegebruik, en sterk verbeterde machinelearning aan boord hebben.
Voor de nieuwe cpu's, gpu's en het hele ecosysteem van software en developmenttools, beveiliging, soc-interconnects en interfaces hanteert Arm de overkoepelende term Total Compute Solutions. Aangezien het een leverancier is voor andere fabrikanten, probeert het bedrijf de integratie van zijn producten zo eenvoudig mogelijk te maken. Met succes, want Arm kan bogen op een totaal van ongeveer 229 miljard chips die het aandrijft, een getal dat ceo Rene Haas overigens niet meer precies kan bijhouden.
Zaken als beveiliging, een gezond ecosysteem voor developers en hardware-integratie zijn van levensbelang voor het succes van Arm. Die focus werpt zijn vruchten af, want Arm groeit nog altijd als kool. Die groei is ook op de zakelijke markt te merken, met onder meer hyperscalers die gebruikmaken van de hoge mate van aanpasbaarheid van de Arm-ip-blokken om hun eigen custom socs te maken en zo voor verticale integratie te zorgen. Arm verwacht op termijn dan ook een aandeel van 25 procent in die markt.
Ook zakelijke klanten in de auto-industrie nemen, met een groei van ongeveer 120 procent, gretig Arm-producten af. Die markt bestaat uit de 'digital cockpit', dus de interface naar de inzittenden, de 'ouderwetse' aandrijflijn, waar veel fabrikanten verouderde microcontrollers vervangen door 64bit-processors en natuurlijk de vraag naar compute voor min of meer autonome voertuigen. Wat de draadloze verbindingen voor autonome auto's betreft ziet Arm zich wel alle compute voor de baseband doen, maar zich niet wagen aan de daadwerkelijke RF-circuits.
Wij richten ons in dit overzicht vooral op de tweede generatie Arm v9-cores en de nieuwe gpu-architectuur, en gpu's die daarmee gebouwd worden.
Arm Tech Day 2022: nieuwe cpu-cores en nieuwe gpu
Gpu: Immortalis-G715
Het nieuwe topmodel gpu in het Arm-productgamma luistert naar de naam Immortalis. Arm grapt dat Mali en de Valhall-architectuur het eeuwige leven hebben, wat wordt onderstreept door de G715-gpu die met codenaam Mali en als Immortalis leverbaar wordt. Dat kan nogal verwarrend worden, want straks kan een G715 zonder verdere verduidelijking een nieuwere generatie Immortalis-gpu betreffen of een Mali-gpu. De Immortalis-G715 is het topmodel en wordt uitgerust met tien tot zestien cores.
Zuiniger en sneller
Met de nieuwe Immortalis-G715 zet Arm een flinke stap in prestaties en energiegebruik. Dat is natuurlijk altijd een wisselwerking en het gebruikscenario dicteert waar het zwaartepunt ligt. Bij gelijk energiegebruik levert de 715 15 procent hogere prestaties dan de 710 van afgelopen jaar en bij gelijke prestaties is het energiegebruik 15 procent lager. Die twee gaan natuurlijk niet gelijktijdig op. We kijken zo dadelijk naar de architecturele veranderingen die dat mogelijk maken.
Raytracing en vrs
De grote claim to fame van Immortalis is natuurlijk de ondersteuning voor hardwarematige raytracing, net als de grote broertjes op de desktop. Dat moet realistischere beelden voor mobile gaming opleveren, wat mooi aansluit bij de groei van mobile gaming. Inmiddels is 52 procent van de omzet in gaming afkomstig van mobiel. Arm waarschuwt wel dat dit pas de eerste aanzet tot raytracing is. Ontwikkelaars moeten nog leren hoe en wanneer de techniek ingezet kan worden voor maximaal effect.
Samen met raytracing introduceert Immortalis ook variable rateshading. Net als bij implementaties van AMD, Intel en Nvidia verwerken de shaders verschillende pixels gelijktijdig, in plaats van elke pixel individueel. Zo kunnen delen van een frame waaraan minder aandacht gegeven hoeft te worden, minder precies gerenderd worden, terwijl belangrijke stukken van het frame nog in vol detail worden gerenderd. Bekende voorbeelden zijn de periferie in een racegame of de randen van het blikveld bij VR-toepassingen. Daar kijk je minder naar en het kan dan ook met minder detail worden gerenderd.
Een andere techniek, die een beetje op vrs lijkt, is adpf, of adaptive performance framework. Adpf is samen met Unity ontwikkeld en past de content aan om framerate-targets te halen. De engine past onder meer de benodigde bandbreedte voor de gpu en de frametimes aan om soepele gameplay mogelijk te maken. Zo toonde Arm een demo waarin dezelfde gpu met adpf ingeschakeld 30fps vasthield, maar met adpf uitgeschakeld zakten de framerates in naarmate de gpu warmer werd en teruggeklokt werd.
Mali-G715 en -G615
De Immortalis-G715 is niet de enige nieuwe gpu voor dit jaar die Arm heeft aangekondigd. Er komt ook een Mali-variant van de G715, de Mali-G715 dus. De Mali-G715 is bedoeld als gpu voor het premiumsegment, terwijl de eveneens nieuwe Mali-G615 het 'subpremiumsegment' bedient. Logischerwijs volgen de Mali-G715 en Mali-G615 respectievelijk de G710- en G610-gpu's op.
De Mali-G715 krijgt zeven tot negen cores, waar de G615 het met maximaal zes cores moet doen. Beide gpu's krijgen wel de verbeterde architectuur aan boord en hebben ondersteuning voor vrs. De hardwarematige raytracing is echter voorbehouden aan de Immortalis-gpu.
De gpu-architectuur
De vierde generatie Valhall-microarchitectuur brengt twee verdubbelingen met zich mee. De ALU, of Arithmetic Logic Unit, is verdubbeld en de machinelearningprestaties eveneens.
We beginnen met het topmodel, de Immortalis-G715. De belangrijkste eigenschappen zijn tien tot zestien shadercores, interfaces naar gedeeld geheugen van 128 of 256bit breed en twee tot vier L2-cacheslices van maximaal 1024kB, allemaal gebouwd met de vierde generatie Valhall-architectuur. Die brengt aanzienlijke verbeteringen in de execution-engine met zich mee en ondersteunt bovendien vrs. Ten slotte mogen mobiele games nu ook aan raytracing doen, want Immortalis is de eerste Arm-gpu met ondersteuning voor die techniek.
We concentreren ons vooral op de implementaties van raytracing en vrs, en nemen terloops ook wat verbeteringen in de rest van de gpu door. Ter herinnering: Valhall heeft nog altijd een 2x16 warp-based execution-engine, waarbij twee groepen van zestien threads in warps worden gegroepeerd en gelijktijdig worden uitgevoerd. De inner core van een shadercore heeft twee execution engines. Elke execution-engine heeft weer twee processingunits met ieder vier processing elements.
Immortalis heeft in elke shadercore een rtu, of raytracing-unit, die communiceert met beide execution-engines. Om dat een beetje goedkoop te houden wat die-oppervlak betreft, beslaan de rtu's slechts 4 procent van een shadercore. Arm implementeert een RT-model met bounding boxes en een hiërarchie van twee niveaus: grotere boxes en kleinere triangles. De rtu heeft dan ook twee onderdelen: een dat rays traceert voor box-intercepties en een tweede voor triangle-interacties. Raytracing gaat dankzij de rtu's een stuk efficiënter dan zonder hardwareversnelling. Arm spreekt van 300 procent verbetering, maar we vermoeden dat de daadwerkelijke raytracingmogelijkheden net als bij de eerste generatie RT-desktopkaarten wat zal tegenvallen. Waarschijnlijk is het vooral kijken of het water nat is en raytracing ook een plaats in mobile gaming kan krijgen.
Veranderingen aan de processsingunit: boven de Mali-implementatie, onder Immortalis
De processingunit van de execution-engine is flink aangepakt. De vier processingelements bestaan bij de vorige Valhall-implementatie nog uit een enkel fused multiply add-blok en cvt, of conversionblok, maar bij Immortalis of de vierde Valhall-generatie is de cvt verbeterd en is een tweede fma toegevoegd. De cvt is aanzienlijk kleiner gemaakt. De twee veel zuiniger gemaakte fma-blokken doen het gros van het rekenwerk. Bovendien heeft elke fma een mmul-blok gekregen, dat van de fma-hardware gebruikmaakt, waarmee matrix-vermenigvuldigingen efficiënter uitgevoerd kunnen worden. Dat is vooral voor neurale netwerken voor machinelearning van belang.
De verdubbeling van het aantal fma-units zorgt voor een theoretische verdubbeling van de rekenkracht van een shadercore, terwijl slechts 27 procent meer oppervlakte wordt ingenomen. Daarnaast heeft Arm in de hele gpu veranderingen doorgevoerd om de prestaties, het energiegebruik en de die-oppervlakte te verbeteren. Ten slotte zijn ook de toegang en het gebruik van caches aangepakt.
De Mali-varianten, de Mali-G715 en Mali-G615 dus, maken ook gebruik van de aanpassingen in de execution-engine van de vierde Valhall-generatie én ondersteunen vrs. Ze hebben alleen geen rtu's aan boord. Je zou de nieuwe gpu's dus enigszins kunnen vergelijken met de eerste generatie Turing-kaarten van Nvidia. De Mali-varianten zijn het equivalent van de 16-serie, dus Turing zonder RT-cores, en je kunt de Immortalis-gpu als 20-serie-gpu zien: wel met raytracingcores, maar van onbekend nut.
De cpu's
Analoog aan de 'slogan' voor gpu's prijst Arm zijn cpu's aan met Compute Performance Unleashed. Arm heeft twee nieuwe cpu's en twee updates voor bestaande producten. De twee nieuwe cpu's zijn de Cortex-X3 en de Cortex-A715. De Cortex-A510 kreeg enkel een update waardoor de cpu vooral wat zuiniger wordt: een verschil van 5 procent vergeleken met de A510 uit 2020/2021. De verbindende fabric, de DynamicIQ Shared Unit of DSU-110, kreeg eveneens een update en ondersteunt nu geen acht, maar twaalf cores.
We beginnen weer met het topmodel, de X3, die de X2 opvolgt. Arm claimt dat de X3 in een smartphone ongeveer 25 procent sneller is dan het vorige model smartphone, en in een laptop moet de X3 zelfs 34 procent sneller zijn. De smartphonevergelijking is tussen een X2- en X3-smartphone, met beide X-processors geklokt op 3,3GHz en voorzien van 1MB L2-cache en 8MB L3-cache. De laptopvergelijking is tussen de X3-processor en Intels i7-1260P. In een andere ipc-vergelijking zou de X3 11 procent meer ipc, of instructions per cycle, hebben dan een X2.
De Cortex-A715 volgt de A710 op en moet het met 'slechts' 5 procent ipc-winst doen. Daar staat wel een zuiniger ontwerp met een besparing van maar liefst 20 procent tegenover. De Cortex-A510 krijgt geen nieuw volgnummer en kreeg slechts een bescheiden verbetering in energie-efficiëntie; de nieuwe versie is 5 procent efficiënter.
Elke winst is uiteraard welkom, want een van de bottlenecks voor zowel prestaties als accuduur in smartphones is het energiegebruik. Te warme socs throttlen en te hongerig heeft tot gevolg dat ze de accu veel te snel leegtrekken. Arm geeft dan ook aan dat, afhankelijk van de workloads, een cluster van A7xx-cores een handigere keus is voor apparaten met beperkte koeling. De X-serie is dan ook vooral voor laptops en desktops bedoeld. Daarin zouden voortaan, dankzij de nieuwe DSU-110, acht X3-cores met vier A715-cores gecombineerd kunnen worden.
Arm mikt ook met zijn cpu's behoorlijk op gamers. Het heeft immers niet zo gek veel zin om een heel krachtige gpu te bouwen en vervolgens de cpu een bottleneck te laten vormen. Het bedrijf gelooft dan ook in een 'holistische' aanpak door de benodigde cores te leveren en die te laten clusteren zoals de verwachte workload dicteert. Zo kijkt Arm niet alleen naar gaming, maar ook naar activiteiten als webbrowsing en zware multithreaded workloads. Hoe Arm een cluster van maximaal twaalf cores, met tot 25 procent snellere X3-cores, 20 procent efficiëntere A715-cores en 5 procent zuinigere A510-cores kon realiseren, bekijken we op de volgende pagina.
Cpu-architectuur: X3
De derde generatie X-cores richt zich op vooral op meer ipc, de rauwe prestaties dus. Dat moet aanzienlijke prestatieverbeteringen opleveren in een scala aan applicaties; Arm benadrukt dat het geen 'benchmarkcores' maakt. Arm heeft verbeteringen in de Aarch64-architectuur doorgevoerd in de frontend, de backend en de out-of-ordercore, zodat de cpu-onderdelen netjes in balans blijven.
De nadruk ligt echter op de frontend, waar onder meer de branchprediction en instructies klaargezet worden. Aangezien de branchprediction ontkoppeld is van de instructionfetch, kan veel verder vooruit voorspeld worden welke instructies nodig zullen zijn en fungeert de BP bijna als fetch. Dat maakt ook de L1-instructiecache kleiner, wat transistoroppervlakte bespaart. De branchtarget-buffercaches zijn daarentegen wel groter om de aggressieve branchprediction te ondersteunen. Arm heeft vooral de indirecte branches aandacht gegeven. Die komen in realworld applicaties veel meer voor dan in benchmarks en hebben voortaan eigen predictors.
Afhankelijk van de workload leveren de verbeteringen in de branchprediction een flink lagere latency op. Dat is te danken aan accuratere voorspellingen, maar ook een kleiner aantal missers in caches reduceert de latency. In bovenstaande grafieken stelt 1 cycle altijd een volledig accurate voorspelling voor. Bij foute voorspellingen moet de frontend een stapje opnieuw doen, wat latency oplevert. Het aantal verkeerde voorspellingen is met ongeveer 6 procent verminderd. Vergeleken met de X2-core kan X3 de OoO-engine efficiënter van instructies voorzien.
In de core zelf, waar de berekeningen worden uitgevoerd door elementen als een arithmetic logic unit, zijn de aanpassingen bescheiden. De decode-bandbreedte is vergroot en ook de out-of-orderwindowafmetingen zijn vergroot. De rekenkracht is uitgebreid met twee extra alu's, waarmee de X3 per core geen vier, maar zes alu's heeft. Ook aan de backend zijn verbeteringen doorgevoerd om de rest van de core bij te houden. Dat alles moet een ipc-winst van ongeveer 11 procent mogelijk maken, uiteraard bij gelijke frequenties, caches en geheugen.
A715
Waar bij de Cortex-X3 de nadruk vooral op prestaties ligt, zijn bij de A715 vooral energiebesparende verbeteringen doorgevoerd. De prestatieverbeteringen van ongeveer 5 procent ipc-winst komen bij de A715 ook weer vooral van frontendverbeteringen, terwijl de core redelijk met rust gelaten is. Er is dan ook leentjebuur gespeeld bij verbeteringen aan de branchprediction en prefetch van de X3-cores. Verder zijn diverse onderdelen kleiner en efficiënter gemaakt, waardoor de cores veel efficiënter met energie omgaan. Ook de prestaties van de caches zijn verbeterd, met bredere toegangspaden en grotere caches. Het verkeer naar het dram, met de energiekosten daarvan, is gereduceerd. Die reducties in die-oppervlakte en energiebehoefte leiden tot een 20 procent efficiëntere Cortex-A715-cpu.
A510 en DSU-110
Over de veranderingen in de A510 en DSU-110 is Arm vrij kort. De A510-core is bedoeld als zeer zuinige core, de little-core in het voormalige bigLittle-model. Die zuinigheid is met 4 tot 5 procent verbeterd bij gelijke prestaties en gelijktijdig kan de core een paar procent sneller geklokt worden indien nodig. De DUS-110, de fabric die cores onderling verbindt, is uitgebreid naar ondersteuning voor twaalf cores, waar de oude DSU acht cores kon verbinden.
Tot slot
Zoals gebruikelijk zit er een vertraging tussen de aankondigingen van Arm en de daadwerkelijke beschikbaarheid van procucten. Zo werden de Cortex-X2-cores, samen met de A710- en A510-cores, in mei 2021 aangekondigd. Socs met X2- en A710-cores, zoals Qualcomms Snapdragon 8(+), Mediateks Dimensity 9000(+), en Samsungs Exynos 2200, kwamen pas begin 2022 beschikbaar. Die laatste soc zit in de S22-smartphone van februari, de Snapdragon 8 wordt vanaf diezelfde maand gebruikt door onder meer OnePlus, Xiaomi, OPPO en Honor. De Dimensity 9000 hebben we nog niet teruggezien in de Pricewatch.
De spoeling van laptops met een X2-processor, of zelfs een op X1 gebaseerde soc, is dun, maar wellicht happen fabrikanten wel bij de beschikbaarheid van de krachtigere Cortex-X3 en de mogelijkheid om meer cores in te bouwen. Vooralsnog zijn Arm-laptops vooral gebaseerd op de derdegeneratie-Snapdragon 8cx-soc van Qualcomm, die nog op vier X1- en vier A78-cores gebaseerd is.
Met Arm's focus op meer prestaties voor de X3-cores en de aanbeveling die vooral in apparaten als laptops te gebruiken, is het afwachten welke configuraties fabrikanten van smartphones en laptops in hun toekomstige producten gaan gebruiken. Welke mix ze ook kiezen, mobiele apparaten met krachtige cpu's en gpu's die raytracing en prestatieverbeterende technieken als vrs ondersteunen, zullen nog wel even op zich laten wachten.
Arm-roadmap tot 2024
Wie nog langer wacht, kan zich alvast verheugen op de toekomstige generaties Arm-socs. De opvolger van de de huidige X3- en Immortal-generatie zit al in de pijplijn. De CXC23-core wordt volgend jaar gecombineerd met een Titan-gpu en nieuwe dsu, en Arm komt met opvolgers Hunter en Hayes voor de A7xx- en A5xx-cores. In 2024 heeft de krachtigste core codenaam CXC24 en de gpu Krake; de A7xx-cores krijgen een update naar Chaberton, terwijl de A5xx-cores een jaar overslaan. Uiteraard blijft Arm ook dan naar hogere prestaties gecombineerd met lager energiegebruik streven.
Tweakers is eerder dan alle andere publicaties, hebben jullie de NDA tijd goed?
CPUs
De Cortex-X3 ziet er uit als een standaard iteratie: wat meer cache, betere branch prediction (ontkoppelde front-end is interessant, lijkt vooral consistentie van de cache te verbeteren), weer een slagje bredere decode (van 5- naar 6-wide) en iets grotere Out-of-Order cache (2x 288 --> 2x 320). Integer-performance zou flink hoger moeten liggen door 2 extra interger ALUs (van 4 naar 6), wat vooral nuttig lijkt voor interference (uitvoeren van) van machine learning modellen. Opvallend dat er nergens over floating point (FP) of vector performance (NEON/SVE2) wordt gesproken.
De Cortex-A710 ondersteunde nog de 32-bits AArch32 instructieset als enige CPU core van die generatie, dat hebben ze eruit gesloopt bij de Cortex-A715. Daar komen die 4x kleinere decoders vandaan, en zal flink hebben geholpen bij het verhogen van het aantal decoders van 4 naar 5. Het verwijderen van de MOP-cache is ook opvallend, die werd juist in de Cortex-A77 geïntroduceerd. Waarschijnlijk omdat de decode stage (5-wide) nu even breed is als de dispatch stage (5-wide), is de MOP-cache overbodig geworden. En dat kan dan weer makkelijk door de kleinere decoders die AArch32 niet hoeven te ondersteunen.
Cortex-A510: Die kenden we nu al? Dit wordt heel verwarrend, zo'n update aan een Core zonder een nieuwe naam. Cortex-A511 ofzo had toch ook prima gewerkt? Interessant dat daar juist nu weer optioneel AArch32-ondersteuning aan toegevoegd kan worden.
DSU-110: Ondersteuning van 12 cores in één DynamicIQ Shared Unit (die dus een L3-cache deelt) is zeer interessant. Van de 1+3+4 (large-middle-little) core configuratie zouden we nu bijvoorbeeld 2+4+6 kunnen gaan zien. En in de goedkopere segmenten wellicht 1+3+8 of 0+4+8. Een laptop CPU met 4+8+0 o.i.d. lijkt me dan ook weer zeer interessant.
GPUs
Variable rate-shading (VRS) is heel nice, voor gewone devices maar zeker voor VR. Als je dat combineert met eye-tracking kan je ooghoeken alles op een lage resolutie renderen, en waar je heen kijkt haarscherp. Dit biedt potentie voor een hele nieuwe generatie VR-headsets. Het is ook zeker nuttig voor GPUs met minder rekenkracht, en komt dus misschien nog wel meer tot z'n recht in de G615-varianten dan in de G715.
Ray tracing zat er aan te komen, ik snap dat ze dat voor de grote GPU-configuraties houden, anders is het ook enkel maar een deceptie. Ben benieuwd of het wat toe kan voegen in deze performance-klasse. Voor de rest lijkt de Immortalis-branding gewoon marketing en identiek aan Mali, net zoals bij Nvidia's Turing wat opgedeeld werd in GTX en RTX voorvoegsels.
Al met al vooral benieuwd naar een VR-chip met VRS en (voor laptops) 12-core CPU-configuraties. Volgend jaar lijkt weer een iets grotere update te worden waar alle drie de cores vernieuwd worden, dus ook de Cortex-A510 naar "Hayes", en een nieuw "Hayden" DSU-cluster (gaan we nog hoger dan 12-cores?).
Over twee jaar lijken de CI-700 interconnect and NI-700 network-on-chip een gezamelijke opvolger te krijgen. Dat zou een heleboel kunnen betekenen, van HSA memory (gedeeld geheugen tussen CPU, GPU en eventueel DSPs) of ondersteuning voor chiplets. Of gewoon een nieuwe iterative slag.
Ik wacht met smart op een M2 look-a-like maar dan voor Windows laptops. Hopelijk dan met nog steeds door mijzelf toe te voegen geheugen en SSD's e.d. Hoe dan ook een heel interessante ontwikkeling, de jaren 90 komen voor mij een beetje om de hoek kijken qua enthousiasme voor nieuwe architectuur.
Waarom dan precies? Ik vind de ARM chips wel cool maar ook een soort struikelblok omdat veel dingen de ARM architectuur niet ondersteunen en dan wordt je een beetje aan de zijkant gehouden omdat meestal x86 of x64 vereist is.
Ja, maar dat is tijdelijk. Ik neem aan dat developers (na enige tijd uiteraard) of met een compatibiliteits-laag ala Apple, vast iets mogelijk kunnen maken. Om een dergelijk zuinige en toch presterende chip in mijn laptop te hebben (met hopelijk wel alles wat ik zelf wil erbij) lijkt me ideaal. Mijn Thinkpad heb ik vrijwel nooit lopende op de accu, dan kan ik net een bladzijde code typen bij wijze van spreken.
de Snapdragon 8 wordt vanaf diezelfde maand gebruikt door onder meer OnePlus, Xiaomi, OPPO en Honor.
Ik denk dat Samsung vergeten is bij het lijstje want in diezelfde maand heeft Samsung de Tab S8 serie tablets gepresenteerd met een Qualcomm Snapdragon 8 Gen 1 cpu.
Ik denk het niet, want er werd al aangegeven dat Samsung hem in de S22 gebruikte, om vervolgens te zeggen dat hij sinds die maand ook door 'andere fabrikanten' gebruikt wordt. Er worden verder geen specifieke modellen genoemd. Dus ik denk dat ze het hier wel goed benoemd hebben.
Ik denk het niet, want er werd al aangegeven dat Samsung hem in de S22 gebruikte
Dat is er volgens mij later aan toegevoegd want eerst stond dit er niet bij, vermoedelijk wel nadat ik die opmerking geplaatst heb. Uiteraard wel fijn dat Tweakers dat meteen opneemt en de reacties goed leest, compliment dus aan Tweakers.
Interessant artikel met een leuke deep dive!
Ik ben eigenlijk wel benieuwd in welke mate de A/M-socs van Apple “achterliggen” op ARM qua architectuur aangezien ze ontzettend zwaar zijn gecustomised.
Uit mijn hoofd kwam de met de 6s bij de eerste 64bit processor meteen de nieuwste ARM structuur mee als eerste van de mobiele cpu’s. Hierna ben ik uit het oog verloren in hoeverre ze meegaan met de bestaande architectuur.
Zo zou ik het zelf interessant vinden om een X2 met een M2 vergelijking te zien en dan in te zoomen op welke verschillen met welke redeneringen met welk gevolg.
[Reactie gewijzigd door South_Styler op 26 juli 2024 15:24]
Jammer dat geen fabrikant de GPU's van Imagination Technologies gebruikt. Die schijnen zelf op Nvidia voor te liggen met Raytracing. Maarja de fabrikanten krijgen waarschijnlijk veel korting als ze de Mali GPU erbij nemen.
Gaat Arm binnen 10 jaar x86 vervangen? Ik hoor veel goede ervaringen over Apple's M1/M2 en hoe veel ogenschijnlijk zware programma's toch onverwacht goed presteren.
Zelf ben ik meer van de PC dus dan wordt ik toch lichtjes jaloers. Mijn AMD gaat lekker, maar er zit wel een toeter van een koeling op. Dan lijkt Arm een beetje de LED-lamp op x86's gloeilamp. Eerst vinden mensen "het licht niet mooi" maar later heeft niemand meer een gloeilamp.
[Reactie gewijzigd door Sando op 26 juli 2024 15:24]
Als je de Arm dingen net zo snel maakt als de Intel heb je ook meer koeling nodig. Ze zijn wel beter in performance per watt, maar vooral ook omdat ze wat minder snel zijn dacht ik.