Stanford-onderzoekers hebben een implantaat ontwikkeld dat met behulp van ultrasone geluidsgolven van energie kan worden voorzien. Hun prototype is enkele millimeters groot, maar met toekomstige incarnaties zouden de implantaten verkleind moeten worden tot 'slimme chips'.
Het prototype van de medewerkers van de Stanford-universiteit is ongeveer acht bij vier millimeter groot en 2,5 millimeter dik. Vooralsnog is het niet bij mensen geïmplanteerd, maar werd kipfilet gebruikt als weefsel. Het apparaat wordt aangedreven door ultrageluid, vergelijkbaar met de ultrasone bronnen die voor echo's gebruikt worden. Geluidsgolven zetten een piëzo-elektrische ontvanger in beweging, die daarbij elektriciteit opwekt. Met een circuit wordt die energie gereguleerd, waarbij een maximum van 100 microwatt wordt geleverd, met een rendement van 54 procent. De onderzoekers kozen voor een externe energiebron, omdat accu's implantaten veelal te groot maken.
Die energie kan gebruikt worden voor medische toepassingen: zo zouden de implanteerbare smart chips gelokaliseerde elektrische pulsen kunnen afgeven om pijn te bestrijden. Uiteraard kunnen de chips ook ingezet worden om lichaamsfuncties in de gaten te houden. De meetwaarden kunnen dan via een ingebouwde zender naar een extern apparaat gestuurd worden, zodat directe feedback over behandelingen vergaard kan worden. Om die verdere miniaturisatie mogelijk te maken, hebben de onderzoekers al geëxperimenteerd met kleinere antennes voor de piëzo-elekrische ontvanger: een versie van 0,7mm bij 0,7mm bleek eveneens te werken.