Onderzoekers van de Universiteit van Liverpool hebben een manier bedacht om giftige chemicaliën die gebruikt worden bij de productie van een specifiek type zonnecellen te vervangen door een verbinding die niet alleen veiliger, maar ook goedkoper is.
De stof die nu gebruikt wordt, cadmiumchloride, wordt momenteel bij op cadmiumtelluride gebaseerde fotovoltaïsche cellen gebruikt: zonnepanelen met die zonnecellen halen rendementen tot ruim 15 procent. Aangezien cadmiumchloride een zeer giftige stof is, moeten arbeiders zich tijdens de productie van die zonnecellen aan strikte veiligheidsregels houden. Bovendien dienen afgedankte zonnepanelen zorgvuldig behandeld te worden wanneer ze tot afval verwerkt worden. De nieuwe methode met gebruik van magnesiumchloride in het productieproces is volgens de onderzoekers veel veiliger. Magnesiumchloride zou onder meer gewonnen worden uit zeewater en wordt al gebruikt bij de productie van tofoe en badzout. De stof is niet alleen veiliger, maar ook een stuk goedkoper dan cadmiumchloride en zou het gebruik daarvan compleet kunnen vervangen.
Magnesiumchloride zou simpelweg kunnen worden aangebracht met een spuitpistool in een omgeving die niet brandschoon hoeft te zijn. De kosten per gram van magnesiumchloride zouden bovendien met een gemiddelde prijs van eentiende dollarcent stukken lager zijn dan de dertig dollarcent die cadmiumchloride per gram kost. Het effect dat het gebruik van magnesiumchloride zal hebben op de uiteindelijke prijs van zonnepanelen zal echter niet al te hoog zijn, aangezien het kostenaandeel van cadmiumchloride in zonnepanelen gering is. Bovendien maakt het merendeel van de zonnepanelen die momenteel in omloop zijn gebruik van fotovoltaïsche cellen op basis van silicium. De telluride-cellen waarop deze methode is toegepast vormen vooralsnog een klein aandeel van de geproduceerde zonnecellen.
Jon Major, de natuurkundige die het project leidde, zegt dat als duurzame energie serieus de concurrentiestrijd aan wil gaan met fossiele brandstoffen, de kosten ervan drastisch omlaag moeten. ''Er is al goede vooruitgang geboekt, maar als de door ons onderzochte technieken worden toegepast kan het goed zijn dat de kosten nog verder worden gedrukt'', aldus Major.