De Verenigde Staten mogen Nederlanders niet bespioneren. Dat stelt minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken in reactie op een artikel van Tweakers. Woensdag kon uit opmerkingen van Plasterk nog worden opgemaakt dat hij niet per se tegen spionage op Nederlanders was.
Op Twitter schrijft minister Plasterk dat hij niet gezegd heeft dat hij niet per se tegen spionage door de Verenigde Staten op Nederlanders is. "VS mag geen Nederlanders bespioneren", aldus Plasterk. "Maar als ze stuiten op [een] terrorist hier, dan is melding welkom." Hoe de Amerikaanse inlichtingendiensten in Nederland terroristen zouden moeten vinden zonder dat ze aan spionage doen, is niet duidelijk; Plasterk was niet beschikbaar voor een reactie.
Woensdag meldde Tweakers dat Plasterk niet per se wil zeggen dat er niet naar Nederlandse burgers mag worden 'gekeken'. "Die Nederlander kan ook een keiharde terrorist zijn", zei Plasterk tijdens een debat in de Tweede Kamer. In dat geval is de minister 'toch blij' als die terrorist op de radar komt. "Ik kan niet garanderen dat de Nederlandse inlichtingendienst in een willekeurig ander land geen bijzondere middelen inzet", zo zei Plasterk ook nog.
Hoewel Plasterk bij monde van zijn woordvoerder erkent dat hij de uitspraken heeft gedaan, is hij het niet eens met de conclusie dat hij dan voor spionage van de NSA op Nederlanders zou zijn. "En 'op de radar verschijnen' is niet 'afluisteren'", aldus Plasterk op Twitter. Dat herhaalt ook zijn woordvoerder Tijs Manten. "Op de radar komen is iets anders dan spioneren. Maar laten we daar geen semantische discussie over gaan voeren."
Plasterk zei woensdag ook dat er sprake was van 'grote asymmetrie' tussen de behandeling van Amerikanen en niet-Amerikanen door de Amerikaanse inlichtingendiensten. Het is voor die diensten veel makkelijker om niet-Amerikanen af te luisteren dan om Amerikanen af te luisteren. "Dat kan leiden tot een situatie waarin je zegt: ja, zo willen we niet met elkaar omgaan als bondgenoten", aldus Plasterk tijdens het Kamerdebat.