IBM heeft om financiële redenen de deelname aan de bouw van een supercomputer voor een Amerikaanse universiteit gestaakt. De Blue Waters-supercomputer moet in 2012 worden opgeleverd, maar het is onduidelijk of dat wordt gehaald.
De bouw van de Blue Waters-supercomputer werd al in 2007 aangekondigd. De computer moet een plaats krijgen in het National Center for Supercomputing Applications van de universiteit van Illinois. Het project wordt grotendeels gefinancierd door de National Science Foundation en zou rond de 308 miljoen dollar kosten. De NSF heeft 208 miljoen beschikbaar gesteld, terwijl de universiteit garant staat voor de resterende 100 miljoen dollar.
IBM heeft ongeveer 30 miljoen dollar overheidsgeld ontvangen en zal dat geld terugbetalen. Reden voor IBM om het project te staken zou een toename in kosten voor zowel het ontwerp als de toekomstige technische ondersteuning zijn.
De IBM-servers die al in het supercomputercentrum zijn geïnstalleerd, worden aan IBM teruggegeven. De National Petascale Computing Facility van de univerisiteit van Illinois moet op zoek naar een andere hardware-partner om het Blue Waters-project af te ronden. De NSF moet medio september stemmen over de verdere invulling van het project, wat de universiteit onder tijdsdruk zet. Een team van ongeveer honderdtwintig mensen houdt zich bezig met de bouw van de supercomputer.
De Blue Waters-supercomputer zou een zogeheten petascale-supercomputer moeten worden. De watergekoelde computer zou continu snelheden van ongeveer 1 petaflops moeten halen. Daarmee zou de computer trager zijn dan de huidige snelste supercomputer, de Japanse K Computer. Die haalt pieksnelheden tot 8 petaflops, maar de continu-snelheid ligt lager.