Het ligt toch iets gecompliceerder dan dat:
De oude ISO 13406-2 norm maakt gebruik van rise and fall response tijden.
Bij rise wordt gemeten van zwart naar wit, waarbij de tijd van 10% helderheid tot 90% helderheid maatgevend is.
Bij fall wordt gemeten van wit naar zwart, waarbij de tijd van 90% helderheid tot 10% helderheid maatgevend is.
Nou is dat een niet erg realistische test, aangezien er zelden van volledig zwart naar volledig wit wordt gegaan, bovendien is dit erg makkelijk te versnellen met overdrive technieken zoals RTC (Response Time Compensation).
Daarom worden responsetijden tegenwoordig gemeten volgens de ISO 9241-305 norm, waarbij er wordt gewisseld tussen 5 verschillende grijswaarden. Hierbij geldt in principe de gemiddelde meetwaarde van al die overgangen,
maar de fabrikant mag ook alleen de snelste waarde opgeven (wat dan ook volop wordt gedaan).
De meeste gegevens van fabrikanten heb je dus helemaal niks aan. Ghosting, wat een gevolg is van hoge responsetijden, wordt in de meeste beeldschermreviews wel besproken en is ook erg makkelijk te testen met bijvoorbeeld het programma PixPerAn en een goede fotocamera.
Responsetijden zijn veel moeilijker te meten. Daarvoor kan je het beste kijken aar de reviews van
Hardware.info en
Prad.de. Zij zijn voor zover ik weet de enige twee die dat meten.
Hardware.info gebruikt daar het MicroVision SS220 testsysteem voor en
Prad.de gebruikt daar een oscilloscoop met fotogevoelige probes voor (veel nauwkeuriger dan dat krijg je het niet...)
Aan die oscilloscoopmetingen van Prad kan je overigens ook het effect van overdrive technologieën zien. Als een scherm bijvoorbeeld van 20% grijs naar 80% grijs moet, dan gaat hij eerst van 20% naar 100% (wit) door middel van overdrive (stel dat een spanning van 5 V overeen komt met wit, dan zet hij er 6 V op, waardoor hij sneller naar wit gaat) om vervolgens weer terug te gaan naar 80%.
De meeste panelen hebben alleen wit en zwart overdrive, maar je hebt ook panelen die bij grijswaarden nog overdrive gebruiken. Dan zou hij bijvoorbeeld bij het 100% naar 80% stuk van die overgang een spanning gebruiken die lager is dan de spanning die bij 80% hoort (bijvoorbeeld de spanning van 75%) en dat hij dan alleen dat laatste stukje op normale snelheid schakelt.
Door die overdrive technieken waar tegenwoordig vrijwel alle panelen gebruik van maken is zwart-wit-zwart (rise and fall) dus niet meer de traagste en bovendien is het niet erg representatief.