Het is donderdag precies tien jaar geleden dat Apple de eerste final release van Mac OS X, met codenaam Cheetah, aankondigde. Inmiddels is het besturingssysteem aangeland bij versie 7, die in oktober moet verschijnen.
Mac OS X kent zijn roots in NeXT, de computers die in de jaren negentig door het bedrijf van Steve Jobs geproduceerd werden. In 1996 nam Apple NeXT over, waarmee ook Jobs weer een plek in de gelederen van het bedrijf innam en waarmee Apple het Nextstep-besturingssysteem in handen kreeg. Apple vond dat het verouderde Mac OS aan een update toe was en ontwikkelde versie 10 radicaal anders. Het OS werd opgetrokken rond de Mach-microkernel met delen van de Freebsd- en Netbsd-implementaties van Unix, die van Nextstep werden overgenomen. Een zichtbare erfenis van Nextstep is onder andere de Dock, vanwaar applicaties gestart kunnen worden.
Mac OS X introduceerde het objectgeoriënteerde api-systeem Cocoa bij ontwikkelaars en een ander belangrijk verschil met eerdere versies van Mac OS was de aanwezigheid van de Aqua-grafische interface met zijn waterelementen, zoals rimpelingen en zijn gebruik van anti-aliasing om onder andere iconen zonder kartelranden te kunnen tonen.
Vanaf de allereerste versie van Mac OS X gebruikt Apple namen van katachtigen om de versies aan te duiden, maar pas vanaf Jaguar gebruikt het bedrijf de namen ook bij marketing. Cheetah was de eerste en dit OS kreeg kritiek vanwege de slechte performance en onvolledige uitwerking. Prominente versies van het OS waren onder andere versie 10.3 Panther, dat flinke snelheidsverbeteringen en gui-aanpassingen bracht, en 10.5 Leopard, dat met zijn 300 nieuwe features volgens Apple de grootste update van Mac OS X tot dan toe was. De verbeteringen van 10.6 Snow Leopard bevonden zich daarentegen weer onder de motorkap.
Het einde van Mac OS X lijkt nog niet in zicht; Apple werkt hard aan versie 10.7 Lion, dat onder andere elementen van Apples mobiele besturingssysteem iOS gaat bevatten. Ook wordt alle server-functionaliteit, die tot nu toe in een aparte serverversie is ondergebracht, in Lion geïntegreerd en krijgt het OS uitgebreide auto-save-functionaliteit.