Kodak heeft bij de rechtbank in Keulen een aanklacht ingediend tegen HP. Kodak stelt dat het verbruik van Type 364-inktpatronen een stuk hoger ligt dan dat HP op de verpakking vermeldt. HP zou volgens Kodak de ISO-testnorm niet goed volgen.
Om de 'reikwijdte' in pagina's van een inktpatroon vast te stellen en zo uit te komen op de printkosten wordt door printerfabrikanten ISO-normen 24711 en 24712 aangehouden bij het afdrukken van testdocumenten. Volgens Kodak, dat zichzelf op de markt probeert te verkopen als een prijsbewuste printer- en inktleverancier, vertonen HP-cartridges van Type 364 een te grote afwijking, zo meldt Heise.
Kodak stelt dat uit onderzoek van de TÜV Rheinland blijkt dat de cartridges alleen de opgegeven hoeveelheid pagina's weten te behalen als de printer tussentijds de printkoppen niet doorspoelt. Dit zou komen door het batchproces dat veel printerfabrikanten zouden hanteren om hun inktcartridges te testen. Door deze geautomatiseerde methode, waarbij de printerdriver wordt overgeslagen, zal de printer niet periodiek de printkoppen doorspoelen, een proces dat in de praktijk nodig is om printkwaliteit te behouden.
Volgens Kodak blijkt uit het TÜV-onderzoek dat het verbruik van de 364-inktpatronen acht procent hoger ligt als er via de normale printerdriver wordt afgedrukt. Daarom zou de fabrieksopgave van HP niet correct zijn en het geautomatiseerde proces ook niet voldoen aan de ISO-normen. De HP-concurrent is naar aanleiding van de testresultaten naar de rechter gestapt. HP heeft nog niet gereageerd op de aantijgingen van zijn concurrent.
De eerste hoorzitting in de zaak staat voor begin 2011 op de agenda. De zaak kan de nodige consequenties hebben mocht HP er niet in slagen om te bewijzen dat het zich houdt aan de ISO-normen; niet alleen zou HP mogelijk schadevergoedingen moeten betalen, ook zou de ISO-norm zelf onder vuur kunnen komen te liggen.