Microsoft heeft bij het Hof van Beroep in Washington zijn beroepschrift tegen het verkoopverbod van Word ingediend. Het softwarebedrijf stelt dat de rechtbank in Texas 'een gerechtelijke dwaling had moeten zien te voorkomen'.
Op 11 augustus legde de Texaanse rechter Leonard Davis aan Microsoft een verbod op om het programma Word nog langer te verkopen, aangezien het inbreuk zou maken op een patent van het Canadese bedrijf i4i. Het verbod zou 60 dagen na de uitspraak van kracht worden. Microsoft ging hiertegen onmiddellijk in beroep en heeft inmiddels zijn beroepschrift ingediend. Het beroep zal op 23 september worden behandeld.
Microsoft claimt dat het patent ongeldig is, dat de opgelegde schadevergoeding onredelijk hoog is en dat een onderzoek van i4i om dat bedrag te bepalen niet deugt. Er waren namelijk slechts 46 mensen ondervraagd, van wie er 19 wisten dat Word kan worden gebruikt op een manier die volgens i4i inbreuk op het patent maakt. Dat werd vervolgens geëxtrapoleerd naar alle Word-gebruikers, waarop i4i op 2,1 miljoen inbreukmakende gebruikers uitkwam. Een protest van Microsoft tegen deze volgens het bedrijf dubieuze berekening werd door de rechtbank afgewezen.
Directeur Loudon Owen van i4i verklaarde tegenover de Seattle Post-Intelligencer dat het patent volgens hem geldig is: "Dat werd in het proces vastgesteld. We nemen aan dat dat zo zal blijven." In een reactie op het beroepschrift van Microsoft verklaarde hij: "Het beroepschrift van Microsoft is een uitzonderlijk document. Het geeft duidelijk de vijandige houding weer van Microsoft tegenover uitvinders die het wagen om hun patentrechten tegenover dit bedrijf te verdedigen. Er blijkt ook een grote minachting tegenover het rechtssysteem uit."