HP heeft drie nieuwe workstations in zijn Z-serie geïntroduceerd, voorzien van Intels nieuwe Xeon-cpu's. Ook heeft de fabrikant zijn ProLiant G6-serverreeks uitgebreid met Xeon-modellen. De nieuwelingen moeten kracht met zuinigheid combineren.
De nieuwe workstations van HP zouden meer dan twintig innovaties van het bedrijf huisvesten, waaronder het vermogen om zelf de stroomtoevoer te controleren. Het topmodel van het nieuwe workstationaabod is de vanaf 1999 dollar beschikbare Z800, die volgens het bedrijf geschikt is voor gebruikers die zich bezighouden met 3d-animatie, het verwerken van visuele medische informatie en het zoeken naar olie- of gasvelden. Deze machine huisvest een Xeon-quadcoreprocessors met een maximale kloksnelheid van 3,2GHz en kan bovendien worden uitgerust met Nvidia's Quadro FX5800-videokaart, die over 240 streamprocessors beschikt.
Daarnaast biedt HP de Z600, met een startprijs van 1679 dollar, die met een cpu op maximaal 2,93GHz een paar tikken lager klokt. De snelste videokaart in die machine is de Quadro FX4800, die het met 192 rekenkernen doet. Deze machine wordt geschikt geacht voor bijvoorbeeld videoproductie en financieel rekenwerk. Het instapmodel, de Z400 in de nieuwe reeks, is verkrijgbaar vanaf 969 dollar en is onder meer op fotografen en ontwerpers gericht. Er kan weliswaar een hoger geklokte cpu in - tot 3,2GHz - maar deze W-serie Xeons bieden niet meer dan een enkele ophoging van de basiskloksnelheid van 133MHz met Intels Turbo Boost Technology. De X-serie in de middenklasser komt via drie ophogingen op ongeveer dezelfde kloksnelheid uit als de W-serie via één. Een ander voordeel van de duurdere modellen is een lagere tdp van de cpu: maximaal 95W tegenover 130W voor de W-serie.
HP heeft ook zijn ProLiant-serveraanbod uitgebreid met de G6-reeks. Deze zijn uitgerust met Intel Xeon-cpu's uit de nieuwe E5500-serie. De fabrikant claimt dat bedrijven hun serverpark ermee kunnen inkrimpen dankzij een toename van honderd procent in prestaties en bovendien door de toegenomen energiezuinigheid hun zakelijke doelen sneller kunnen bereiken. Zo zijn de systemen uitgerust met Dynamic Power Capping, waarmee de energiebehoefte van het serverpark kan worden gemeten, en stroom kan worden toegewezen waar dat nodig is. Via 32 sensoren in iedere G6-server wordt bovendien informatie vergaard over de temperaturen in het serverpark, en op basis daarvan kunnen zowel geheugen en ventilatoren in het systeem apart worden aangepast. Hiermee kan het stroomverbruik verder worden teruggedongen, claimt HP. Ook zegt het bedrijf de aansluiting voor de voeding te hebben gestandaardiseerd, het zogeheten Common Power Slot, waarmee klanten de voeding kunnen kiezen die het beste bij de load past die voor de server is te verwachten.
Het nieuwe aanbod omvat vier serverreeksen van in totaal elf machines. Dit zijn de rackservers DL 160 G6, DL 180 G6, DL360 G6, DL 370 G6, DL 380 G6, de bladeservers BL280c, BL460c- en BL490c, en ten slotte de towers ML150 G6, ML350 G6 en ML370 G6. Ze zijn verkrijgbaar voor prijzen die tussen de 999 dollar en 2105 dollar liggen.
HP prijst zowel de workstations als de servers overigens aan door erop te wijzen dat deze een hoofdrol speelden in de productie van de 3d-film Monsters vs. Aliens van DreamWorks, die afgelopen weekeinde in de Verenigde Staten in première ging. De animatiestudio schrapte vorig jaar de samenwerking met AMD en richtte een partnerschap met Intel op voor de productie van 3d-rolprenten.