Studenten van de rechtenfaculteit van de universiteit van Maine hebben een federale rechter gevraagd om de aanklacht van de Riaa tegen 27 anonieme studenten niet-ontvankelijk te verklaren. De zaak kan het werk van de Riaa fors bemoeilijken.
De Riaa heeft 27 studenten van de universiteit van Maine gedagvaard wegens auteursrechtenschending. Wie dat precies zijn weet de muziekorganisatie niet; het enige wat bekend is zijn de ip-adressen. De Riaa heeft dan ook een zaak aangespannen tegen 27 onbekenden, zogenaamde John Does, en wil dat de universiteit onthult wie de gebruikers van de ip-adressen zijn.
Omdat de 27 op dezelfde onderwijsinstelling zitten en zich schuldig hebben gemaakt aan overtreding van dezelfde wet, kunnen ze volgens de Riaa in één zaak gedagvaard worden. De studenten verzetten zich hiertegen, en wijzen erop dat de Riaa de groepszaak altijd laat vallen zo gauw de namen en adressen van de aangeklaagden bekend zijn. Daarna spant de organisatie normaal gesproken tegen alle personen afzonderlijk zaken aan.
De studenten stellen dat de Riaa ten onrechte de zaken van de 27 studenten heeft samengevoegd met als enige doel om makkelijk achter hun identiteit te komen; tot een vonnis zal het volgens hen niet komen. Ze hebben de rechter daarom gevraagd om de zaak niet-ontvankelijk te verklaren, zo meldt Ars Technica. De studenten hopen zelfs van de rechter gedaan te krijgen dat hij het de Riaa verbiedt om ooit nog zaken van ongerelateerde verdachten samen te voegen.
Mocht de rechter deze eis toewijzen, dan heeft de Riaa een levensgroot probleem. Het is bij de organisatie gebruikelijk om tientallen onbekende verdachten tegelijk te dagvaarden, met als enige doel om achter hun namen en adressen te komen. Wanneer voor iedere anonieme verdachte een aparte zaak moet worden gevoerd, gaat dat veel meer tijd en geld kosten. Het ligt dan ook voor de hand dat de Riaa zich stevig tegen de eis van de studenten zal verzetten.
