Op zijn weblog heeft Lax, een gebruiker van het populaire mmorpg-spel 'World of Warcraft', zijn onvrede geuit over de nieuwe anticheatsoftware van Blizzard. Hij legt uit hoe de software misbruikt kan worden en dat privacy in het geding is.
In de nieuwste patch van World of Warcraft heeft Blizzard de anticheatcode uitgebreid met een zogeheten cryptographic hash function. Lax zet echter vraagtekens bij de werking van deze functionaliteit. Zo zou volgens hem een medewerker van Blizzard de hashcode zodanig kunnen veranderen dat er op de computers van WoW-gamers kwaadaardige software, zoals virussen of ander malware, gedraaid kan worden. Dat roept bovendien de vraag op of de privacy van de gebruikers niet geschonden wordt.
De anticheatsoftware van World of Warcraft bestaat uit drie onderdelen. Eén onderdeel staat op de server en een tweede is in de WoW-client verwerkt. Tijdens het inloggen op een van de WoW-servers wordt het derde onderdeel gebruikt, dat 'Warden' genoemd wordt. Daarmee worden codes op de servers en de client vergeleken. Ook bekijkt Warden of de namen van openstaande vensters, en dus van programma's die naast World of Warcraft draaien, woorden bevatten die erop kunnen duiden dat er een cheatprogramma wordt gedraaid, zoals een trainer. Lax geeft aan dat de software elke vijftien seconden een check op de aanwezigheid van cheats en hacks doet.
Sinds begin 2006 worden de veranderingen en updates in Warden structureel door gebruikers geanalyseerd. Met reverse engineering van de Warden-code is inmiddels vastgesteld dat elke versie van Warden voorzien is van een andere hashcode. Blizzard kan de code van Warden echter zonder medeweten van gamers wijzigen, om het voor cheaters lastiger te maken om met de client van World of Warcraft te knoeien. Lax denkt dat dit misbruikt kan worden en vindt dat het bedrijf zijn verantwoordelijkheid moet nemen, maar hij wijst er ook op dat gebruikers er niet blindelings vanuit moeten gaan dat programma's zoals Warden onschadelijk zijn.