Vorige week hebben de programmeurs achter de Battle.net-emulator BnetD hun hoger beroep verloren tegen de uitspraak van een rechter die vorig jaar de distributie van het programma een halt heeft toegeroepen. Blizzard Interactive, de softwareontwikkelaar van de WarCraft-series, StarCraft en Diablo, was niet blij met de zelfgemaakte server, die geen onderscheid kan maken tussen illegale kopieën en gelicenseerde spellen. Hoewel het motief van de ontwikkelaars van BnetD primair het mogelijk maken van privémultiplayersessies op besloten, veelal snellere servers was, stelde de drie rechters Blizzard in het gelijk, die beweerde dat het programma piraterij van de spellen zou belonen met on-line-capaciteiten. Het aanbod van de programmeurs om B.net's verificatie software te integreren in het programma werd afgeslagen. Het softwarebedrijf vond het te riskant om die algoritmen vrij te geven in verband met verhoogde kans op piraterij.
Veel spellen die multiplayersessies ondersteunen, worden geleverd met programmatuur waarmee servers kunnen worden opgezet. Er zijn bedrijven die gespecialiseerd zijn in het opzetten van Quake-, Unreal Tournament- en Half-Life-servers, waar gamers voor een vast bedrag per maand een server kunnen huren die 24 uur per dag toegankelijk zijn voor vrienden. Deze servers worden onderhouden door de bedrijven, maar gemodereerd door de huurder. Dit heeft tot gevolg dat die nogal eens geteisterd worden door mensen die door het gebruik van cheats en slecht taalgebruik het fraggen en overwinnen een stuk minder aangenaam maken. Blizzard heeft het anders aangepakt; het bedrijf heeft een eigen netwerk opgericht dat het zelf onderhoudt en modereert. Hierdoor komt cheaten en asociaal gedrag een stuk minder vaak voor. Een nadeel van dit systeem is dat als er iets mis gaat, spelers met slechte tot geen on-line-mogelijkheden komen te zitten.