OK, daar gaan we (vanwege alle rare meningen over fMRI hier, ik zou zeggen verdiep je er eerst eens in voor je iets roept, en dan bedoel ik niet alleen WikiPedia klikken):
met MRI meet je de echo die je terugkrijgt van protonen (waterstof atomen) die uitgelijnd zijn met een sterk magnetisch veld (B0 veld, typisch 1.5 of 3T), nadat je ze hebt aangeslagen met een radiofrequentie puls (typisch 10-100 MHz, FM range dus). Door slim magneetgradienten te schakelen kun je hier een beeld van maken, doordat de precessie frequentie van protonen afhankelijk is van de locale magnetische veldsterkte. Dat 'aanslaan´ is lastig, is een quantummechanisch proces (de zgn spin van een proton kan 'up' of 'down' zijn, alleen de kans is bekend. Met een radiopuls kun je de toestand veranderen). Protonen lopen iets sneller uit fase afhankelijk van in welk molecuul of omgeving ze zitten, vandaar dat je verschillende signalen (=grijswaardes in plaatje) krijgt voor verschillende weefseltypes. Hiervoor is in 2003 nog de nobelprijs voor medicijnen uitgerijkt (aan Lauterbur en Sir Mansfield, 2 natuurkundigen).
FUNCTIONELE MRI, een andere toepassing van MRI, gebruikt MRI om INDIRECT hersenactivteit te meten. Het kijkt eigenlijk naar de doorbloeding in de zgn microcapillairen in de grijze stof (de hersencellen) van het brein. Is dus een vasculair signaal. Dit kan omdat met zuurstof verzadigd bloed lichtjes paramagnetisch is, dwz locaal het magneetveld wat verstoord, en zo tot signaalverlies lijdt (protonen tollen sneller uit fase). Dit kun je dus vergelijken met scans waar geen activiteit was, je ziet dan zo'n 2 a 3% signaalverandering (en een heleboel ruis > heel veel herhalingen nodig + heftige statistiek).
Belangrijk voor de discussie hier: na korte ELECTRISCHE direkte neuronale ontladingen, heb je ongeveer 2 sec later een toenemende vasculaire verstoring, die piekt op 6 sec, en weer helemaal terug is op rustniveau binnen 20 sec (zie Logothetis et al, Nature, 2002, of
http://www.ncbi.nlm.nih.g..._hl=4&itool=pubmed_DocSum)
Dit komt doordat het brein een electrisch actief gebied van extra zuurstof voorziet, dat is wat je meet en is vrij traag. Een heel hoofd kun je tegenwoordig wel in ong 1 a 2 sec scannen, maar je signaal is zelf vrij traag. Met verfijnde statistiek kun je nog processen die omgeveer 2 a 3 sec uit elkaar liggen onderscheiden, hooguit.
Ik doe zelf als natuurkundige onderzoek met MRI en fMRI, is een gebied wat niet stilstaat inderdaad, maar de toepasbaarheid hiervan voor aansturen van ledematen is nog vrij ver weg. EEG signalen zijn al wel bruikbaar voor BCI (Brain-Machine-Interface) toepassingen tegenwoordig, en veel snel en goedkoper (maar veel minder precies in waar een signaal uit het brein opgepikt kan worden).