Het Amerikaanse ministerie van Justitie heeft een onderzoek geopend naar mogelijke prijsafspraken tussen vier grote online muziekaanbieders. Dit onderzoek, dat door de overheid niet is aangeduid als strafrechtelijk, wordt op soortgelijke manier gedaan als het onderzoek van de New Yorkse openbare aanklager Eliot Spitzer, dat eind vorig jaar startte. De vier bedrijven in kwestie, Sony BMG, EMI, Warner Music en Vivendi's Universal Music Group hebben volgens de bronnen van de Wall Street Journal de eerste dagvaardigingen al binnen. De woordvoerders van de maatschappijen waren niet beschikbaar voor commentaar op deze zaak. Het onderzoek komt op een precair tijdstip voor de online muziekdistributeurs, omdat deze hebben besloten om meer aandacht te besteden aan virtuele verkoop als compensatie voor de dalende omzet van cd-verkopen.
Een van de redenen voor het onderzoek van Justitie is het gekibbel tussen de platenmaatschappijen en Apple, die met zijn iTunes Music Store verantwoordelijk is voor het grootste gedeelte van de digitale muziekverkoop. De maatschappijen willen graag een variabel prijzenmodel, maar Steve Jobs is het hier helemaal niet mee eens en wil de huidige prijs, 99 dollarcent per nummer, aanhouden. Daarbij beschuldigde hij de maatschappijen van kunstmatig hooghouden van de prijzen. Anonieme bronnen binnen de muziekbranche beweren ook dat de acties van Spitzer vorig jaar de aandacht van de overheid hebben getrokken.