Seagate bracht onlangs de NL35 uit, die door StorageReview in een uitgebreide test met twee directe concurrenten en drie desktopschijven wordt vergeleken. De schijf, die gebaseerd is op de Barracuda 7200.8, biedt drie 133GB platters, een 8MB buffer en NCQ, en is een zogenaamde 'nearline'-schijf. Dergelijke schijven bieden een gulden middenweg tussen 'offline' opslagmedia, zoals tapes, en 'online' opslag in de vorm van harde schijven. Diverse fabrikanten, zoals Western Digital en Maxtor, brachten al eerder schijven uit die een optimale verhouding tussen prestaties en duurzaamheid moeten bieden.
Seagate heeft met de introductie van nearline-producten gewacht tot de SATA-standaard min of meer volwassen was geworden, en dankzij de opmars van Serial Attached SCSI, een standaard die ruime mogelijkheden voor de integratie van SATA-schijven biedt, hoopt het bedrijf dat het nu voor een opslagmodel heeft gekozen dat in alle opzichten goede toekomstperspectieven biedt. De vijf jaar garantie op de NL35 moet daarvan getuigen. De toepasbaarheid in grote opslagsystemen werd verder verbeterd door onder andere een strengere kwaliteitscontrole en 'Workload Management', een techniek waarbij elke schrijfoperatie door een leesopdracht wordt gevolgd. Dat zou de schrijfprestaties iets omlaag brengen, wat goed voor de levensduur zou zijn, en bovendien automatische dataverificatie mogelijk maken.
De nearline-concurrenten in de test zijn de 300GB grote Maxtor Maxline III en de Western Digital Caviar RE2 WD4000YR met een capaciteit van 400GB, en ter vergelijking werden ook een Hitachi Deskstar 7K400, een al wat oudere Samsung Spinpoint P80 en de eerder genoemde Seagate Barracuda 7200.8 meegetest. De serie tests begint met een snelheidsbenchmark, waarin de NL35 een nieuw snelheidsrecord voor SATA-schijven laat optekenen: de schijf weet aan de buitenkant van de platters snelheden tot 71,9MB per seconde te lezen. De laagst gemeten waarde was 41,1MB/s, wat ook al meer is dan de minima van alle andere geteste schijven. Langzaam is de NL35 dus zeer beslist niet.
In StorageReviews Office DriveMark-test presteert de NL35 zonder NCQ met 559 I/O's per seconde echter niet best, en mét NCQ nog slechter: dan weet de schijf alleen de Barracuda achter zich te houden. Vooral de twee nearline-concurrenten presteren hier bijzonder goed, met de WD als onbetwiste winnaar met 826 I/O's per seconde. De prestaties in een multi-useromgeving vallen ook al niet mee. StorageReview wijt dat aan het feit dat de Western Digital zowel de nearline- als de performancemarkt moet bedienen, terwijl Seagate met de NL35 alleen de archivarissen tevreden wil stellen: aan powerusers verkoopt het liever Cheetah-schijven. Ook in de gamebenchmarks - hoewel het dus niet waarschijnlijk is dat deze schijf daarvoor gebruikt zal worden - komt de NL35 niet verder dan de middenmoot.

Belangrijk voor de kosteneffectiviteit van een archiefsysteem is uiteraard het opgenomen vermogen, en dat is weer een sterk punt van de Seagate. Alleen de verouderde Samsung, die maar 160GB kan onthouden, presteert beter; in rust verbruikt de NL35 7,9W en bij zoekopdrachten wordt er 11,5W geconsumeerd. Voor de betrouwbaarheid - waar bij StorageReview automatisch de meest recente gegevens in het artikel worden verwerkt - zijn nog 'insufficient samples' beschikbaar, maar de verwante Barracuda laat op dit gebied 90% van de concurrentie achter zich. Al met al is het een weinig opvallende schijf, die op het gebied van prestaties de schijven van Maxtor en Western Digital ruim voor moet laten gaan. Maar daar gaat het de fabrikant ook helemaal niet om, snapt de reviewer: de schijven zijn gebouwd voor een lange adem en gebruikersonderzoeken op de site lijken Seagates claim dat de zuinige NL35 vooral degelijk en betrouwbaar is, te bevestigen.