Het Duitse Infineon Technologies heeft toegegeven afspraken gemaakt te hebben met andere chipproducenten over de prijs van te leveren geheugenchips. Dit vond plaats vanaf juli 1999 tot en met het midden van juni 2002. Het Amerikaanse Minsterie van Justitie was hier vanzelfsprekend niet blij mee en heeft Infineon en mogelijk enkele andere ongenoemde bedrijven hiervoor beboet. Het Duitse bedrijf zal als boete 160 miljoen dollar aan de Amerikanen moeten betalen. Het minsterie hoopt hiermee duidelijk te maken dat ook binnen de hightech industrie prijskartels ongewenst zijn en op zware straffen kunnen rekenen.
Infineon heeft, aldus directeur LeFort, ingestemd met de straf om van de procedure af te zijn, zodat men zich weer kan bezighouden met de core business, het ontwikkelen en produceren van geheugen en de benodigde technologieën. Of ook andere geheugenproducenten een boete hebben gekregen, is onbekend. Het onderzoek van het Ministerie van Justitie in de Verenigde Staten naar mogelijke illegale prijsafspraken in de DRAM-markt, is in 2002 van start gegaan na een klacht van concurrent Rambus.