Samsung Electronics, de grootste geheugenfabrikant ter wereld, heeft erin toegestemd 90 miljoen dollar te betalen aan een aantal Amerikaanse staten wegens het maken van prijsafspraken met een aantal andere fabrikanten van dram.
De afspraken hadden tot gevolg dat computerfabrikanten meer moesten betalen voor geheugen dan in een vrije markt, en deze kosten afwentelden op de kopers. Van de 90 miljoen gaat 80 miljoen als schadeloosstelling naar de consumenten; de overige 10 miljoen wordt verdeeld onder diverse overheidsinstellingen. De schikking is het resultaat van een proces dat de staten hadden aangespannen tegen de deelnemers aan de prijsafspraken. De overige aangeklaagde bedrijven, tegen welke nog steeds processen lopen, zijn Elpida Memory, Hynix Semiconductor, Infineon Technologies, Micron Technology, Mosel Vilitec, Nanya Technology Corp. en NEC Electronics America.
De aanklachten zijn het gevolg van een onderzoek dat het Amerikaanse Ministerie van Justitie in 2002 begon naar prijsafspraken onder dram-chipbakkers. Dit resulteerde in gevangenisstraffen voor leiders van verscheidene bedrijven en een totaal van 731 miljoen dollar aan boetes. In het kielzog hiervan begonnen tientallen staten civiele procedures om het voor dram teveel betaalde geld terug te krijgen. De schikking, die overigens nog door de rechtbank moet worden goedgekeurd, houdt tevens in dat Samsung zal meewerken aan het vergaren van bewijs tegen de overige aangeklaagde bedrijven.