De Nederlandse massaclaim tegen Apples App Store-beleid mag doorgaan. Dat oordeelt het Europees Hof van Justitie. Apple zei dat Nederlandse rechtbanken daartoe niet bevoegd zijn, maar het Hof is het daarmee oneens. De zaak draait om te hoge prijzen in de App Store.
Het Europese Hof van Justitie zei op dinsdag dat de rechtbank in Amsterdam de zaak van twee stichtingen mag behandelen. In die zaak wordt geclaimd dat Apple te hoge prijzen hanteert in de App Store, omdat ontwikkelaars een 'oneerlijke' commissie van maximaal 30 procent moeten afstaan bij verkopen via de App Store. Daardoor zouden de prijzen van die aankopen stijgen.
Apple was van mening dat de rechtbank van Amsterdam niet bevoegd was om deze zaak te behandelen, omdat het 'vermeende schadelijke gedrag' zich volgens Apple niet in Nederland heeft voorgedaan. Volgens de techgigant mag de rechtbank ook alleen uitspraak doen over App Store-aankopen die zijn gedaan door mensen die zich fysiek in Amsterdam bevonden of daar wonen.
Het Europees Hof veegt die argumenten van tafel. Het stelt dat de Nederlandstalige App Store is ontwikkeld voor de Nederlandse markt en dat de rechtbank in Amsterdam uitspraken mag doen over virtuele aankopen die in dat territorium zijn gedaan, ongeacht de locatie van de gebruikers. "De Nederlandse rechtbank heeft daarom internationale en territoriale rechtsbevoegdheid", aldus de Europese rechters.
De rechtbank in Amsterdam krijgt daarmee groen licht om de massaclaim te horen. De zaak werd in 2022 ingediend door twee Nederlandse stichtingen: Stichting Right to Consumer Justice en Stichting App Stores Claims. Die eisen een schadevergoeding voor de te hoge prijzen in Apples App Store. Een vertegenwoordiger van Stichting App Stores Claims verwacht dat de eerste hoorzittingen in het eerste kwartaal van 2026 plaatsvinden, schrijft persbureau Reuters. Apple wilde niet reageren op de Europese uitspraak.