De Autoriteit Persoonsgegevens heeft in 2020 een boete opgelegd aan een faillissementscurator die een harde schijf met medische gegevens had verkocht. Die boete wordt nu pas openbaar, omdat de curator tegen de boete in beroep was gegaan. De rechter oordeelt dat de Nederlandse toezichthouder te hard strafte. Het is de zoveelste tik op de vingers voor de AP.
De Autoriteit Persoonsgegevens deelde de boete al in 2020 uit aan een curator, maar de boete komt nu pas in de openbaarheid via een rechtszaak bij de rechtbank Gelderland. Een woordvoerder van de AP zegt tegen Tweakers dat de boete niet openbaar is gemaakt, omdat het gaat om een boete voor een individueel persoon, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een bedrijf of de overheid. "In zulke gevallen zijn we terughoudend met openbaarmaking", zegt de AP. Wel gaat de toezichthouder kijken of het boetebesluit alsnog openbaar kan worden gemaakt, nu de rechter daar details over bekend heeft gemaakt.
Het is overigens voor het eerst dat de AP een boete uitdeelt aan een individueel persoon. De veertigtal boetes en andere sancties die de AP uitdeelde, waren altijd bestemd voor bedrijven of overheden. De AP kiest daarmee een duidelijk andere aanpak dan bijvoorbeeld België, waar bijvoorbeeld wel vaker individuele burgers of bestuurders worden beboet met relatief lage boetes.
De man die de boete kreeg, in dit geval een curator van wie de naam niet bekend is, was het niet eens met de boete. Hij tekende daar bezwaar tegen aan.
Onderzoek in 2018
Het onderzoek begon al in 2018
Het onderzoek naar de overtreding begon al in juli 2018, toen de AVG net drie maanden in werking was getreden. De AP kreeg toen een tip van iemand die inboedel had gekocht van een failliete zorginstelling. Het is niet bekend welke stichting dat was; die naam wordt weggelaten in het vonnis. De tipgever kocht onder andere een server met daarin een harde schijf en een andere server waar nog eens zestien harde schijven in zaten. Op die eerste harde schijf bleken medische gegevens te staan van patiënten en personeel van de failliete zorginstelling.
De AP begon een onderzoek naar de curator van de failliete stichting. Het onderzoek draait om de vraag of de curator had kunnen en moeten weten dat er mogelijk nog gevoelige data op de server stond. De AP vond van wel: de curator had onder andere aankoopfacturen en taxatierapporten waarop de harde schijf vermeld zou staan. Maar de curator zegt zelf van niet. Die had alleen informatie over de server, in dit geval een HP ML350, maar in de inboedellijst stond niets over die schijf. De rechter vindt dat de curator had moeten weten dat hij data in bezit had en die doorverkocht. Bovendien had de curator veel maatregelen genomen om te controleren of er gevoelige gegevens op de schijf stonden, onder andere door een onderzoek naar gegevensdragers en een IP-scan.
De AP deelde aanvankelijk, in mei 2020, een boete van 310.000 euro uit. Daarop maakte de curator bezwaar bij de privacytoezichthouder zelf. Die ging mee in dat bezwaar en verlaagde de boete naar 148.750 euro. De curator vond dat de boete helemaal moest worden kwijtgescholden en stapte daarop naar de rechter.
Terechte boete
De rechtbank vindt de boete terecht, maar wel te hoog. De curator had wel onderzoek laten doen naar mogelijk achtergebleven data, maar dat was volgens de rechter niet voldoende. "Door niet op voorhand te controleren hoeveel harde schijven er verwijderd moesten worden, niet na afronding van de opdracht te controleren hoeveel harde schijven zijn verwijderd, het veilingbedrijf niet de opdracht gegeven te hebben per te veilen server, thin clients, laptops en computers te registreren of de harde schijf was verwijderd en de verkochte ict-middelen niet te controleren op de aanwezigheid van gegevensdragers voordat zij met de kopers meegegeven werden, heeft eiser te weinig organisatorische maatregelen genomen om te voorkomen dat er zich nog een harde schijf met persoonsgegevens in de geveilde boedel bevond."
De boete was terecht, maar wel te hoog
Ook schrijft de rechtbank: "Samengevat is de rechtbank van oordeel dat eiser beschikte dan wel redelijkerwijs kon beschikken over de persoonsgegevens op de Western Digital-harde schijf", staat in het vonnis. Bovendien had de curator die gegevens niet alleen in bezit, maar kon hij ook 'invloed uitoefenen op de verwerking ervan'. Daarom is hij niet alleen de bezitter, maar ook de gegevensverantwoordelijke.
Te zwaar gestraft
Wel vindt de rechtbank de boete te hoog. Tijdens de beroepsprocedure bleek namelijk pas dat de curator een IP-scan had laten doen, wat het boetebedrag volgens de rechter moet verlagen. Verder speelt mee dat de AP en de rechtbank te lang deden over een besluit. Daar is een 'redelijke termijn' voor van twee jaar, maar het duurde uiteindelijk vijf jaar en zeven maanden voordat er een definitieve uitspraak kwam. Uiteindelijk komt de boete daarmee neer op 58.125 euro.
De AP heeft vaker een tik op de vingers gekregen van de rechter voor het uitdelen van te hoge boetes. Meestal gaat dat om een strenge interpretatie van de AVG. Dat was in dit geval echter niet aan de orde; het verlopen van de redelijke termijn was hier leidend. Dat gebeurde eerder dit jaar ook al met de boete voor Kruidvat; ook daar was de onderbezetting van de AP en de daaropvolgende trage boetebesluiten reden om de boete te verlagen.
Update, 21 augustus: De AP meldt dat het oorspronkelijke artikel enkele feitelijke onjuistheden bevatte. Zo werd er gesuggereerd dat de AP voor het bepalen van het boetebedrag rekening had moeten houden met de IP-scan. Deze werd echter pas tijdens de beroepszaak aangeleverd en kon dus daarvoor niet in acht genomen. Daarnaast werd het de AP aangerekend dat de 'redelijke termijn' verstreken was met drie jaar en zeven maanden. De privacyautoriteit had inderdaad langer dan de twee jaar redelijke termijn nodig, maar een groot deel van deze vertraging werd door de rechtbank veroorzaakt. Beide onjuistheden zijn aangepast.