DNS4EU, de DNS-resolver gemaakt op initiatief van de Europese Commissie, is beschikbaar geworden. Het project is bedoeld om Europa minder afhankelijk te laten worden van grote techdiensten. Ook kunnen via de resolver bepaalde websites worden geblokkeerd.
DNS4EU werd in 2022 opgestart door de Europese Commissie, met als doel om de marktmacht van een handvol partijen te breken. Het project ondersteunt organisaties bij het voldoen aan wet- en regelgeving, zoals de AVG, door ervoor te zorgen dat data binnen de Europese grenzen blijft. Daarnaast heeft DNS4EU de mogelijkheid om regionale dreigingsinformatie te bieden. Wordt bijvoorbeeld in één land een dreiging ontdekt, dan kan deze in meerdere landen en regio's tegelijkertijd worden geblokkeerd, zodat verspreiding van de dreiging voorkomen wordt.
Inmiddels zijn er voor verschillende doelgroepen verschillende versies beschikbaar gesteld. Allereerst is er een openbare en gratis DNS-resolver voor eindgebruikers, waarmee bijvoorbeeld websites die ongeschikt zijn voor kinderen kunnen worden weggefilterd. Daarnaast zijn er mogelijkheden om bekende malafide en frauduleuze websites te blokkeren en advertenties tegen te houden. Wie geen filters wil, kan gebruikmaken van een ongefilterde optie. Daarnaast is er een DNS4EU-versie gemaakt voor overheden en een variant voor telecombedrijven binnen de Europese Unie.
DNS4EU benadrukt dat gebruik van de infrastructuur geheel vrijwillig is voor de burgers. Ook wordt benadrukt dat de Europese Commissie geen mogelijkheden heeft tot censuur via het project. "De EU heeft geen toegang tot configuraties, data, enzovoort", aldus DNS4EU op zijn website. Wie de resolver wil gaan gebruiken, kan een stappenplan volgen dat DNS4EU heeft gedeeld voor verschillende besturingssystemen, routers en browsers.
DNS4EU is ontwikkeld door een internationaal consortium van organisaties, met daarin beveiligingsbedrijven, certs en academische instituten uit tien EU-landen. Het consortium wordt geleid door beveiligingsbedrijf Whalebone. Andere leden zijn onder meer het Belgische Time.lex, het Poolse onderzoeksinstituut NASK en het Italiaanse onderzoekscentrum ABILAB.