Beveiligingsonderzoeker Vangelis Stykas heeft zes bedrijven gered van ransomwarebendes. De chief technology officer van Atropos.ai kon dit doen door simpele beveiligingslekken in de websites van de hackers te gebruiken.
Stykas heeft aan TechCrunch verteld dat hij in het kader van een onderzoeksproject de command-and-control-servers van meer dan 100 ransomware- en afpersingsgerichte groepen heeft proberen identificeren, alsook de websites waar gestolen data wordt gelekt. Het doel was om zwakke plekken te vinden die gebruikt konden worden om informatie over de bendes zelf en hun slachtoffers te bemachtigen.
Tijdens dit onderzoek heeft Stykas meerdere simpele kwetsbaarheden ontdekt in de web-dashboards die door minstens drie ransomwarebendes worden gebruikt. In sommige gevallen onthulden deze bugs de IP-adressen van de servers van de hackers, waardoor de echte locatie kon worden getraceerd.
Specifiek zou de hackersgroep achter de Everest-ransomware een standaard wachtwoord hebben gebruikt voor zijn back-end SQL-database, waardoor Stykas toegang kreeg tot de file directories. Daarnaast zorgden blootgestelde api-eindpunten ervoor dat aanvallen van de BlackCat-ransomwarebende werden onthuld terwijl ze nog bezig waren. Met behulp van een insecure direct object references-bug was het dan weer mogelijk om alle chatberichten van een beheerder van Mallox-ransomware te doorlopen, waarbij twee decryptiesleutels zijn bemachtigd.
Al deze ontdekkingen hebben er uiteindelijk voor gezorgd dat twee bedrijven geen losgeld moesten betalen om terug toegang te krijgen tot hun versleutelde gegevens. Daarnaast zijn vier cryptobedrijven op de hoogte gebracht van een aanval, vooraleer hun data kon worden versleuteld. Twee van deze ondernemingen zouden een marktwaarde van meer dan 1 miljard dollar hebben. Stykas sluit niet uit dat hij in de toekomst onthult over welke bedrijven het gaat, aangezien niemand de beveiligingsincidenten openbaar heeft gemaakt.