De Raad van de Europese Unie heeft de richtlijnen voor het recht op reparatie definitief goedgekeurd. Na ondertekening door de voorzitters van de Raad en het Europees Parlement komen de richtlijnen in het Publicatieblad en hebben lidstaten twee jaar om ze op te volgen.
/i/2006194056.png?f=imagemedium)
Onder de right to repair-richtlijnen moeten fabrikanten Europese burgers verder ondersteunen in het aanvragen en uitvoeren van reparaties aan producten. Zo moeten fabrikanten ook na de wettelijke garantieperiode 'tegen een redelijke prijs en binnen een redelijke termijn' reparatieservices en reserveonderdelen aanbieden. Gerepareerde producten krijgen een verlenging van de garantie van een jaar, aldus de Raad. De richtlijnen hebben betrekking op onder meer smartphones, wasmachines en stofzuigers.
Daarnaast mogen fabrikanten de reparatie van producten niet verhinderen, bijvoorbeeld met contractuele clausules of specifieke hard- en software. "Zo mogen ze vooral niet verhinderen dat onafhankelijke reparateurs tweedehandse of 3d-geprinte reserveonderdelen gebruiken."
De reparatierichtlijnen werden in maart van 2023 door de Europese Commissie voorgesteld en grofweg een jaar later door het Europees Parlement aangenomen. Nu heeft ook de Raad van de Europese Unie, die vooral bestaat uit ministers van de regeringen van lidstaten en dus niet uit volksvertegenwoordigers, de richtlijnen goedgekeurd. De Europese lidstaten hebben na publicatie in het Publicatieblad officieel twee jaar de tijd om de richtlijnen in nationale wetgeving op te nemen.