Het Europees Gerechtshof heeft besloten dat de Europese Commissie het recht heeft om interne Facebook-documenten van Meta op te vragen. De techgigant vond dat er veel irrelevante bestanden werden opgevraagd met gevoelige informatie, maar het hof is het daar niet mee eens.
De rechtbank oordeelt dat de mededingingswaakhond niet overbodig veel informatie opvraagt, in tegenstelling tot wat Meta beweert. Ook zou de EU door een virtual data room te gebruiken 'voldoende maatregelen' nemen om gevoelige gegevens te beschermen. Een woordvoerder van Meta wilde tegenover Courthouse News nog niet laten weten of het bedrijf tegen deze beslissing bezwaar maakt. De woordvoerder stelt enkel dat Meta 'de mogelijke opties overweegt'.
De onderzoekscommissie van de EC begon in 2019 met een onderzoek naar hoe Facebook omgaat met gebruikersgegevens en of er oneerlijke concurrentie plaatsvindt op Marketplace. Meta zegt dat het sindsdien al meer dan een miljoen documenten heeft overhandigd ten behoeve van het antitrustonderzoek. In 2020 klaagde het bedrijf de EU aan vanwege de 'uitzonderlijk brede aard' van de verzoeken. Er werd door de EC geëist dat het bedrijf alle mails en documenten moest aanleveren waar bepaalde zoektermen in voorkomen, maar daar zouden ook veel irrelevante stukken tussen zitten met persoonlijke informatie, beargumenteerde Meta, dat toen nog Facebook heette.
Het Gerechtshof van de EU gaf het bedrijf toen gelijk. De onderzoekscommissie moest van de rechter eerst formuleren welke beveiliging deze garandeert voor de documenten voordat die worden opgevraagd. Er werd daarom besloten om de verkregen informatie in een virtual data room op te slaan, zodat alleen bepaalde leden van de commissie de documenten kunnen inzien. Meta was echter nog niet tevreden. Het bedrijf vond dat zo'n datakamer niet voldeed aan de privacynormen. Ook wilde het zelf bepalen welke documenten relevant zijn alvorens die naar de Commissie te sturen, maar volgens het hof kan Meta dan expres informatie achterhouden.
In december vorig jaar presenteerde de Europese Commissie al zijn voorlopige conclusie aan de hand van het antitrustonderzoek. Concurrentie zou belemmerd worden door de Marketplace aan Facebook te koppelen en gebruikersvoorwaarden te hanteren die concurrentie tegenwerken, oordeelde de EC.