De politie heeft zich opnieuw niet aan de regels gehouden bij het inzetten van hackingtools. Dit blijkt uit een rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid. Het is het tweede jaar op een rij dat de inspectie constateert dat de politie zich niet aan de regels houdt.
In het rapport concludeert de inspectie dat de politie zich niet hield aan de gestelde voorwaarden voor het inzetten van hacking tools. De politie is in 2020 vier keer een apparaat binnengedrongen waar geen goedkeuring voor werd verleend. Ook is de automatische verslaglegging incompleet volgens het rapport.
In 2020 is er vier keer een apparaat binnengedrongen waar de politie geen officieel bevel voor had. In twee van deze gevallen zijn er gegevens vastgelegd. Volgens de inspectie kunnen deze verkregen gegevens mogelijk niet worden gebruikt in de betreffende strafzaak.
Het is voor het tweede jaar op een rij dat er tekortkomingen worden geconstateerd bij de politie als het gaat om het inzetten van hackingtools. De inspectie constateerde vorig jaar dat de politie de inzet van hackingtools in meerdere gevallen niet liet goedkeuren. Volgens dat rapport werden er in 2019 in acht zaken computers gehackt waarbij er geen goedkeuring werd gegeven.
Op 1 maart 2019 trad de Wet Computercriminaltieit III in werking. Met deze wet kreeg de Nederlandse politie onder andere de bevoegdheid om hackingtools in te zetten en op afstand apparaten te hacken. Dit mag bij apparaten van mensen die verdacht worden van misdrijven waar ten minste vier jaar cel op staat. Bij de inzet van technische hulpmiddelen moet door een apart aangewezen keuringsdienst toestemming worden gegeven.