De Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoedingen, ofwel SONT, heeft de hoogte van de thuiskopievergoeding vastgesteld voor de komende drie jaar. Daarin valt op dat er sprake is van een relatief hoge verhoging bij smartphones, waarbij de vergoeding 7,30 euro bedraagt.
Dit overlegorgaan van de overheid, dat op grond van de Nederlandse auteurswet belast is met het vaststellen van de hoogte van de thuiskopievergoeding en het innen en verdelen ervan, heeft de vergoeding voor de categorie smartphones verhoogd met 2,60 euro. Daarmee komt de vergoeding voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2023 uit op 7,30 euro. In de periode 2018 tot en met 2020 was dat 4,70 euro en in de jaren daarvoor was het 3,50 euro.
Volgens de SONT is het nieuwe tarievenbesluit dit keer met de kleinst mogelijke meerderheid vastgesteld. Het besluit is het resultaat van onderhandelingen tussen vertegenwoordigers van rechthebbenden en fabrikanten en distributeurs van de hardware. Als verklaring voor de verhoging voor smartphones wordt genoemd dat het maken van thuiskopieën op de smartphone in de lift zit. Uit het gebruiksonderzoek zou verder blijken dat tablets en wearables minder worden gebruikt voor het maken van thuiskopieën, wat de basis vormt voor een verlaging van het tarief voor deze voorwerpen. Verder wordt de factor van refurbished apparaten genoemd, waarbij het vooral om telefoons zou gaan. Die zijn volgens de SONT vooral afkomstig uit het buitenland of van grote zakelijke gebruikers, waardoor er op de Nederlandse markt bij deze apparaten nog geen thuiskopievergoeding is afgedragen.
De nieuwe tarieven zijn wettelijk vastgelegd in de vorm van een besluit dat vrijdag is gepubliceerd in de Staatscourant. De nieuwe tarieven gaan per 1 januari 2021 in. In het besluit staat dat voor het vaststellen van de hoogte van de tarieven voor de periode 2021 tot 2023 is gekeken naar trends in opslag en thuiskopiegebruik in de afgelopen jaren, en ook naar de tarieven van de periode 2018-2020, die nog gelden tot eind dit jaar. De nieuwe tarieven wordt net als de tarieven uit eerdere jaren omschreven als 'sober voor wat betreft de tarieven in relatie tot de prijzen van de apparaten, om marktverstoring, ontduiking en vraaguitval te voorkomen'. Ook staat in het besluit dat de nieuwe tarieven sober zijn gelet op de totale lastendruk.
Tegen de NOS laat Lotte de Bruijn namens meerdere producenten en importeurs weten niet blij te zijn met deze verhoging. Volgens haar vinden consumentenelektronicabedrijven dat de bescherming van auteursrechten via deze regeling 'steeds meer uit de pas loopt met de technische en economische realiteit', aldus de directrice van NLdigital. "Wij vinden het offline beschikbaar maken van muziek of series niet hetzelfde als een ouderwetse kopie", voegt ze eraan toe. De verschillende brancheorganisaties gaan minister Dekker van Rechtsbescherming vragen om de vergoeding te herzien voor de periode vanaf 2023.
BumaStemra, een belangenbehartiger voor de auteurs en artiesten, is op zijn beurt niet blij met deze vraag van NLdigital aan de minister om het systeem te wijzigen. "Het kan toch niet zo zijn dat de componisten, tekstschrijvers en muzikanten juist in coronatijd hier de dupe van worden?", zegt Robbert Baruch van BumaStemra tegen de NOS. Hij wil dat er ook betaald wordt bij downloads en als er muziek wordt vastgelegd op een smartphone of andere drager. Daarbij stelt Baruch dat de heffing in het geval van smartphones nog altijd een relatief klein deel is van de aanschafprijs van een smartphone.
Apparaat / drager | Tarief 2018 - 2020 | Tarief 2021 - 2023 |
---|---|---|
PC / laptop /notebook / server / mediacenter | 2,60 | 2,70 |
Tablet | 2,60 | 2,20 |
Smartphone / telefoon met mp3-speler | 4,70 | 7,30 |
Portable audio- / videospeler | 1,20 | 2,10 |
Settopbox met harde schijf / HDD-recorder | 3,80 | 3,80 |
E-reader | 0,80 | 1,10 |
Externe HDD, SSD en USB-stick meer dan 256 GB | 0,60 | 1,00 |
USB-stick minder dan 256 GB | 0,60 | 0,50 |
Wearables met opslagmogelijkheid | 1,20 | 0,60 |