Wetsus, een in Leeuwarden gevestigd wetenschappelijk instituut voor watertechnologie, is acht dagen gegijzeld geweest door ransomware. Het bedrijf heeft losgeld betaald aan de hacker, waardoor de netwerkproblemen inmiddels weer voorbij zijn.
Algemeen directeur Johannes Boonstra zegt tegen de Leeuwarder Courant dat hij met een team specialisten sinds vorige week maandag bezig is geweest om het netwerk weer werkend te krijgen. De 150 medewerkers, 60 onderzoekers en 50 studenten kunnen sinds dinsdagmiddag weer zonder problemen gebruik maken van het computernetwerk. Op de eigen website meldt de organisatie dat ruim een week last had van een 'groot serverincident', veroorzaakt door een derde partij, waardoor het netwerk niet toegankelijk was en het instituut niet bereikbaar was voor e-mail of telefoon.
Gedurende de acht dagen is er de nodige keren onderhandeld met de onbekende afperser die het netwerk had gegijzeld. Er is betaald in bitcoins, maar om hoeveel geld het gaat wil Boonstra niet zeggen. Volgens hem was het bedrag in ieder geval 'een fractie' van de 197.000 euro die de Universiteit van Maastricht onlangs betaalde. De universiteit, die eind vorig jaar te maken kreeg met een ransomware-infectie, heeft volgens de directeur van Wetsus ook geholpen bij het oplossen van de problemen. Wetsus deed aangifte, maakte een melding bij de Autoriteit Persoonsgegevens en zocht verder contact met bijvoorbeeld het Nationaal Cyber Security Centrum en Fox-IT.
Het instituut besloot al snel om toch maar te voldoen aan de eisen van de hacker, al verliep dat proces van onderhandelen en betalen niet helemaal vlekkeloos. Vorige week dinsdag betaalde Wetsus het gevraagde bedrag. Een paar uur later arriveerde een sleutel, maar dat was onvoldoende om alle servers weer aan de praat te krijgen. Volgens Boonstra is er wel 50 a 70 keer mailcontact geweest met de hacker en kwam de 'finale code' maar niet.
Op vrijdag gaf de hacker aan meer geld te willen, al ging het volgens Boonstra niet om een groot bedrag. Vervolgens ging Wetsus opnieuw onderhandelen met de anonieme afperser. "Wij hebben gezegd: stuur eerst de codes, daarna betalen we, dan stuur jij de laatste codes. Zo niet, dan vallen we terug op de backups. Dan verliezen wij, maar jij ook. Toen gaf hij rap toe", aldus de de directeur van het instituut. Hij zegt dat de hacker niet erg communicatief was en 'waarschijnlijk ook niet erg deskundig'.
Volgens de directeur had zijn instituut het geluk dat er op stand-alone computers nog vrij goed kon worden doorgewerkt, zodat het onderzoek in ieder geval door kon gaan. Boonstra zegt dat er, voor zover bekend, geen data is gelekt. Het instituut had wel back-ups, maar de directeur geeft aan dat men dan dagen bezig zou zijn geweest en dat niet alles was terug te halen. In feite zouden dan de onderzoeksgegevens van een paar dagen verloren zijn gegaan, waardoor er gekozen is voor het betalen van losgeld.